INTERVIEW met PAUL LAMERS, Tandarts, Tandartsenpraktijk Reigersbos

Ik weet van mezelf dat de gang naar de tandarts

 eigenlijk nooit echt ontspannen is,

daarom wil ik het in mijn praktijk elke dag weer leuk maken.

Ik ben van nature gewoon een blij mens,

en probeer altijd de spanning te breken 

door een gezellige sfeer te scheppen,

 zo zie ik dan ook vaak die spanningen bij mijn patienten afnemen.

 

Logo Paul Lamers

Paul Lamers (1960) heeft al 30 jaar een tandartsenpraktijk in het winkelcentrum Reigersbos in Amsterdam-ZuidOost. Dit jaar is het een jubileumjaar voor Paul en terecht. Als een vast baken in Amsterdam-ZO heeft hij in deze bescheiden, knusse praktijkruimte, midden in een multiculturele wijk, al zoveel mensen langs zien komen en tandheelkundig geholpen.

Zijn houding, binnen deze smeltkroes aan verschillende culturen, is die van: “Ik kom elke dag met zoveel culturen in aanraking, dat het net lijkt of ik elke dag weer op vakantie ga. Ik heb het gevoel hier in mijn praktijk, dat ik met échte mensen omga, gewoon omdat zij allemaal zo zichzelf zijn. Daar kan ik juist heel goed mee overweg. Ik heb moeite met mensen, die hooghartig zijn of een blufhouding aannemen, maar hier in deze praktijk, kom ik die eigenlijk niet tegen.”

Deze basishouding maakt de sfeer in zijn praktijk zo open en gastvrij. Je voelt je altijd direct welkom en dat wekt heel veel vertrouwen. Dat maakt daardoor een tandartsenbezoek wel heel relaxed.

Niets is er belangrijker voor een bezoek aan een tandarts dan dat….

                                             

HOE KOM JE ER BIJ OM VOOR DE OPLEIDING TANDHEELKUNDE TE KIEZEN?

Paul Lamers had na zijn VWO-opleiding, waar hij ook Grieks en Latijn in zijn pakket had, het idee om klassieke talen te gaan studeren en daar werkte hij in zijn middelbare schooltijd ook naar toe. Uiteindelijk op aanraden van zijn vader, die biologieleraar was, ging hij verder nadenken om misschien iets in de bio-medische sector te gaan doen. Zelf vroeg hij zich af of huisarts, waar je veel te maken krijgt met allerlei problemen van mensen of dierenarts, waar je ook op een gegeven moment dieren moet kunnen laten inslapen, of dat wel zijn toekomstbeeld was. 

De medische wereld bleef hem trekken, maar hij wilde ook wat met zijn handen doen en via een Open dag voor de studie tandheelkunde, was Paul gelijk verkocht, hoewel hij het vroeger helemaal geen pretje vond om naar de tandarts te gaan. Dat kwam vooral, omdat vroeger de behandeling bij de tandarts ook heel anders was, zoals minder verdovingen, e.d. 

Paul zei daarover: “De reden was, dat vroeger het gros van de mensen in het Ziekenfonds zat, waar helemaal geen verdovingen bij inbegrepen waren. Een verdoving moest je zelf bekostigen. Doordat na de oorlog er heel snel, heel veel tandartsen werden opgeleid via het Ziekenfonds met alleen maar de basiskennis en echt meer niet, hebben daardoor veel mensen een trauma opgelopen. Die opleiding was eigenlijk veel te kort en te basaal. Dat was helemaal niet goed. Maar na de oorlog was er zo’n tekort aan tandartsen, dat zij het op deze manier wilden oplossen. Als je nu bijvoorbeeld zonder verdovingen zou werken, dan lopen de mensen zo bij je weg, dat is nu echt ondenkbaar. Daarin kan je al zien dat de hele praktijk binnen de tandheelkunde behoorlijk is veranderd.” 

JE KEUZE WAS GEMAAKT VOOR TANDHEELKUNDE, HOE GING DAT VERDER?

‘Hoewel ik best goede cijfers op mijn eindexamen had gehaald, moest je in die tijd je nog voor deze studie inloten. Ik werd het eerste jaar helaas niet ingeloot en ben op aanraden van een kennis uitgeweken naar de universiteit in Gent in België en kon daar wel gelijk beginnen. 

Het tweede jaar werd ik wel ingeloot en kon mijn opleiding hier in Amsterdam verder afmaken. Het is een 6-jarige opleiding met 2/3 deel praktijk en maar 1/3 deel studietijd en colleges, dat lag mij heel goed.’

ALS JE DAN JE OPLEIDING AFGEROND HEBT, HOE ZET JE DAN EEN PRAKTIJK OP?

‘Ja dat was best wel apart. Toen ik afstudeerde was er een wachtlijst van wel 1000 man, die allemaal een praktijk wilden en allemaal moesten wachten voor een plek. Eerst was het zó geregeld, dat je op die enorme lijst kwam en op je beurt moest wachten. Deze lijst werd op inschrijfduur afgewerkt, maar dat bleek in de praktijk helemaal niet te werken. De reden was, dat ze er snel achter kwamen, dat niet iedereen zomaar in een willekeurige praktijk past. Deze regel is dan ook na een jaar stopgezet. Toen het uiteindelijk was veranderd, kon ik wel direct en vrij een praktijk gaan uitzoeken, die te koop werd aangeboden. Zo heb ik deze huidige praktijk binnen redelijk korte tijd kunnen kopen. 

Wel moest ik na mijn studie eerst nog 1½  jaar in dienst, waar ik als tandarts kon werken en heb daar direct al heel wat ervaring kunnen opdoen. Na mijn diensttijd in 1988, ik was toen rond de 27 jaar, ben ik eerst in een praktijk in Bussum gaan werken Daar had ik binnen een praktijk, zoals dat heet een tweede stoel. Daarna ben ik gaan les geven op een tandartsenassistenschool. In die periode werd het dus mogelijk om vrij naar een praktijk te zoeken en ben dus uiteindelijk hier terecht gekomen. En het specifieke van deze mulitculturele praktijk past mij heel goed. Het verbaast mij gewoon, hoe verschillend mensen kunnen zijn, maar deze praktijk ligt mij 100 keer meer dan wat ik in de praktijk in Bussum aantrof. Zij zijn daar minder zichzelf als wat ik in deze praktijk tegenkom en dat maakt het hier juist zo uniek.

NU ZIJN WE OP HET PUNT DAT JE JE EIGEN PRAKTIJK KON STARTEN

‘Ja, hoe start je een onderneming, hoe ga je daarmee om?

Dat is inderdaad een heel apart gevoel. Ten eerste kwamen mijn ouders beiden uit het onderwijs en het begrip ondernemerschap heb ik niet bepaald met de paplepel meegekregen. Ten tweede speelt bij de opleiding tandheelkunde dat je als tandarts ook ondernemer wordt geen enkele rol. Ik heb mijzelf ook echt afgevraagd of ik wel ondernemer zou worden, door zelf een praktijk te openen. Niet alleen omdat ik niet alleen niets wist van een onderneming runnen, maar het was ook niet gemakkelijk om een nieuwe praktijk te beginnen. De reden was dat je van het Ziekenfonds geen patiënten kreeg als je een nieuwe praktijk wilde starten. Als je geen contract met het Ziekenfonds had, dan kon je het wel schudden. Dit maakte voor mij de drempel heel hoog om als zelfstandig tandarts te beginnen.’

                                   

HOE IS HET JE DAN TOCH GELUKT OM EEN PRAKTIJK TE OPENEN?

‘Ik stond op een gegeven moment voor de keuze om mezelf in een bestaande praktijk in te kopen. Dat werd een compagnonschap met een tandarts, Hendrik Jan de Kluiver, die deze bestaande praktijk al had. Bij hem ging juist een compagnon weg en zo kon ik zijn plaats innemen. Ik kocht dus mijn deel in de praktijk in. Op 1 oktober 1989 tekende ik het contract en werd de praktijk mede van mij. Bij die hele voorafgaande periode vond ik de drempel om tot het ondernemerschap te komen, heel hoog. Het was ook een ongekend gebied voor mij en zo lang je nog voor die drempel staat, blijf je je maar afvragen wat er allemaal niet kan gebeuren. Gelukkig in die periode kon je nog zo naar de bank voor een lening, die je ook heel makkelijk verleend werd. Dan is de stap dat je aan de gang gaat opeens heel dichtbij en ging je gewoon maar beginnen. Dat was een heel gek gevoel, maar ineens is die hele hoge drempel dan ook verdwenen. Zo weet ik nu, dat je altijd gewoon die drempel over moet gaan. Het blijkt gewoon dat je dat kan. Na die stap was ik dus tandarts in een praktijk en vroeg mij echt af, hoe heb ik mij er zo druk over kunnen maken. Dat enorme tegen die drempel opzien van de start van een onderneming was gewoon helemaal weg.

Misschien kwam die weerstand ook wel, doordat ik niet specifiek er naar toe had gewerkt om een ondernemerte worden, maar de nuance zit in het feit, dat ik wel het liefst een eigen praktijk wilde opbouwen om als tandarts mijn beroep uit te oefenen.‘

TANDARTS ZIJN ÉN EEN ONDERNEMING RUNNEN ZIJN TOCH WEL TWEE VERSCHILLENDE DINGEN?

‘Ja, om een praktijk te runnen ben je ook belast met allerlei administratie, facturen, belastingen, debiteuren, inkopen, enz. Dat moest ik mezelf dus in de praktijk langzamerhand eigen maken. Je bent niet alleen maar tandarts, maar nu ook tandarts-ondernemer. Doordat deze praktijk al een tijd bestond, was het eigenlijk relatief makkelijk voor mij. Ik hoefde alleen maar de stoel in te vullen en de rest van de nota’s en adminstratie, enz. deed Hendrik Jan eigenlijk allemaal toen nog. Langzamerhand ging ik wel meer van de boekhouding overnemen en wilde ook gewoon weten hoe alles zo’n beetje in elkaar stak. Ik ben toen met de boeken naar mijn eigen boekhouder gegaan en kwam er snel achter dat belastingaangiften en ook de administratie nog heel veel vragen opriepen, waar ik geen idee van had. En zo kom je er al vallend en struikelend achter hoe een onderneming werkt. Ik ben er echt bij stukje en beetje ingegroeid, door al die vragen, die mijn boekhouder mij stelde over bijvoorbeeld  verdeling van de techniekkosten, onderhoudskosten, e.d.  Het was bij mijn start binnen deze praktijk eerst allemaal op één grote hoop gegooid, waarin het helemaal niet echt duidelijk was, hoe de verdeling eigenlijk was gemaakt. Door mij er steeds meer in te verdiepen, werd ik steeds beter als ondernemer. De verdeelsleutel was op een gegeven moment ook goed geregeld en de administratie werd ook steeds helderder voor mij.’

JE WAS GESTART ALS COMPAGNON IN DEZE PRAKRIJK, MAAR NU RUN JE DEZE PRAKTIJK WEL ALLEEN?

‘Na zeven jaar samenwerken, verliet Hendrik Jan deze praktijk, om zich in Huizen als tandarts te vestigen. Hij kwam min of meer ook zelf uit die regio. Dat was voor mij niet echt een probleem, omdat de praktijk al in evenwicht was. Toen Hendrik Jan de praktijk ging verlaten, kwam er daardoor wel een werkplek vrij. Nu was het al die tijd heel prettig geweest om met Hendrik Jan samen te werken. Doordat er nu een mogelijkheid ontstond, dat hij zijn deel zal verkopen aan een ander, zat ik daar niet zo op te wachten. Stel dat hij het verkoopt aan iemand met wie ik niet goed zal kunnen samenwerken, dan zou ik de rest van mijn leven in een onbalans verder moeten werken. Daar had ik helemaal geen zin in en heb gelijk besloten, dat ik zijn deel van de praktijk ook zou overnemen. Financiëel was dat voor mij gewoon haalbaar. Het gevolg was wel dat ik daarna in feite een dubbele praktijk had. In die periode heb ik nog wel wat tandartsen, die net van de opleiding kwamen, op de tweede stoel erbij gehad. Die dubbele praktijk was toentertijd voor mij eigenlijk anders wat te veel. Ik werkte toen ook nog één keer per dag op de School voor Tandartsassistenten, daar gaf ik al les voordat ik bij deze praktijk kwam en dat heb ik zo’n 10 jaar gedaan. 

Zo heb ik in het begin verschillende starters op mijn tweede stoel gehad, die ik ook zo veel mogelijk bij hun start ondersteunde. Daar kwam mijn ervaring als leraar goed van pas. Ook ben ik gelijk met FAMED gaan samenwerken, omdat al die facturenproblematiek met debiteurenproblematiek mij te veel energie kostte. Die energie wilde ik aan mijn praktijk geven en niet aan dit soort zaken. Famed is voor mij echt een uitkomst, zij nemen het hele facturenbedrag over en daar betaal je dan voor. Famed gaat zelf dan achter de facturen en incasso’s aan. Ik heb daar dus geen omkijken meer naar. Ik kan mij dan veel meer op mijn behandelingen met patiënten richten.’

                           Paul Lamers in zijn praktijk

MAAR DE TIJDEN VERANDERDEN, OOK IN HET VERZEKERINGSLEVEN

‘Ja, zo hield in 1995 het Ziekenfonds op te bestaan. De regels van het Ziekenfonds waren voor de patiënten heel bindend. Als je in de marge van een maand ervoor of erna de afspraak niet was nagekomen, dan stopte het Ziekenfonds deels de financiële dekking voor je. 

Daarna kwamen de particuliere tarieven die door de overheid worden gehanteerd. In de praktijk bevatte die regeling voor één en dezelfde handeling, bv. een vulling, wel vijf soorten tarieven. Dat was een heel gedoe om uit te zoeken, welk tarief voor wat en wie moest worden doorberekend. Ergens klopt dat ook niet en is het ook niet heel helder. Je moet niet anders betaald worden, omdat de klant toevallig in een andere situatie zit. Dat is op een gegeven moment ook weer veranderd en er zijn nu wel uniforme particuliere tarieven. De tarieven voor de basisbehandelingen waren ook eerst in het basispakket van de zorgverzekeringen opgenomen. Alleen moest je een aanvullende tandartsverzekering afsluiten als je meer dan een standaard behandeling wilde, zoals bv. een kroon. Ook dat werd weer veranderd en nu zijn ook alle tandartskosten uit het basispakket gehaald en kan je alleen je tandartskosten verzekeren met een aanvullende verzekering.’

MERKTE JIJ BIJ DE UITHOLLING VAN DE KOSTEN BIJ DE VERZEKERINGEN DAAR IN DE PRAKTIJK VEEL VAN?

‘Ja, dat merkte ik zeker. Patiënten kwamen minder en ook kwamen ze eerder in incasso’s terecht. Ook bleven ze veel langer weg, en lieten niet elk half jaar een gebit controleren. Natuurlijk waren er ook patiënten, die helemaal niet meer kwamen, alleen maar omdat ze geen geld hadden om een basisverzekering te betalen. Op deze manier holde ook nationaal de tandheelzorg én gezondheidzorg achteruit. Zelf ben ik al helemaal niet zo, dat als iemand een kies laat trekken en ze willen geen kroon of brug, dat ik het er dan probeer door te drukken. Ik begrijp dat en wil ze ook niet opzadelen met dure kosten. Er zijn ook genoeg omstandigheden waaruit blijkt dat het ook helemaal niet nodig is. Niet altijd pakt het voor het gebit meteen verkeerd uit, dus dan laat ik het zo. Zelf ben ik toentertijd na de terugval van patiënten niet in een moeilijke financiële situatie gekomen. Mijn praktijk bleef in evenwicht, Ik had in feite door die dubbele praktijk voldoende patienten over.’

WAAROM HEB JE NOOIT MEER DE KEUZE GEMAAKT OM JE PRAKTIJK TE VERGROTEN?

‘Ja, mijn praktijk is relatief klein en heb financieel alles goed onder controle. Dat heeft grote voordelen. Ik doe nu alles alleen, zowel zakelijk als de praktijk, hoewel ik wel een praktijkassistente heb. Bij een grotere praktijk zijn de overhead-kosten juist prima, maar ik moet ze wel terugverdienen. De opbrengst van mijn onderneming komt wel uit de behandelingen vanuit deze stoel en daarnaast ga je dan heel gauw kosten opbouwen van niet facturabele werkuren. Kortom na die afweging met alle voor- en nadelen, vroeg ik mij af, of ik wel zo groot wil worden. Ik kom tot de slotsom dat ik verder niemand in dienst wil, al heb ik wel een stoel over in de praktijk. Je verdient met een grotere praktijk helemaal niet zomaar méér.

Je verdiensten zijn dus niet zo snel groter, omdat in mijn situatie het dan in feite gewoon één praktijk blijft met meerdere tandartsen, extra assistentes, enz. Ik heb ook nooit nieuwe patiënten aan genomen, er was natuurlijk wel een natuurlijk verloop, zoals geboortes, verhuizingen, enz. Maar acquisitie heb ik nooit hoeven te doen. Nu alle voor en tegens op een rijtje te hebben gezet, heb ik op deze basis besloten, mijn praktijk alleen zo voort te zetten.’

HOE ZIEN JE DAGEN ERUIT IN DE PRAKTIJK?

‘Ik heb wel zes dagen in de week gewerkt van meer dan 60 uur. Ik werk momenteel nog vier dagen per week in de praktijk van 6:45 uur tot 16.50 uur. Vrijdags ben ik vrij, maar dan doe ik meestal de administratieve zaken thuis. Dat werd vroeger door mijn voorgaande assistenten gedaan, maar dat pakte niet altijd goed uit. Er werd vaak slordig omgegaan met het invullen van de facturen, zodat ik altijd alles nog opnieuw moest controleren. Toen besloot ik dat ik het net zo goed zelf kon doen en heb dan ook meteen het zakelijke gedeelte helemaal zelf in de hand. Wel doet mijn vrouw, die een heel grote support is in deze praktijk, alle verdere administratie en boekhouding. Het is een heel goede wisselwerking tussen ons. Ze heeft zelfs een boekhoudcursus gedaan en is ook heel accuraat en geweldig punctueel. Ook valt ze altijd in als één van de assistentes vrij heeft of ziek is. Wij kennen elkaar al 32 jaar en zij is in deze praktijk ook helemaal meegegroeid. Dat is natuurlijk fantastisch. Zo vind ik het, na 30 jaar deze praktijk te runnen, het nog steeds heel erg leuk om te doen. Ik pas nu gewoon alleen mijn tempo aan. Voor je het weet, zit ik hier na mijn pensioen nog……

 

 

 

PAUL LAMERS' ADVIES VOOR STARTERS:

Probeer de kosten in de hand te houden, kijk goed hoe laag je de kosten kan houden. 

  • Je bent zo gauw geneigd je inkomsten te zien als winst, maar vergeet niet je afschrijvingen, de belasting, e.d. 
  • Als je dat overzicht niet goed op orde hebt, kan je heel gauw schrikken van wat je werkelijk verdient. 
  • Laat niet je kosten zomaar oplopen en dan later inzien dat je er te weinig inkomsten tegenover hebt staan, dan werk je jezelf heel gauw in de problemen, vooral met de belastingdienst.
  • Blijf niet voor die drempel staan, wees niet bang een onderneming te beginnen, als je de keuze maakt en eenmaal bezig bent, dan merk je dat die drempel veel hoger lijkt dan hij is.
  • PAUL LAMERS, Tandarts

    Tandartsenpraktijk Reigersbos

    Rossumplein 9,

    1106 AX AMSTERDAM-ZO

    Telefoon: 020-69 721 453

     

    Email: info [at] tandartspraktijkreigersbos.nl

    Website: www.tandartspraktijkreigersbos.nl