INTERVIEW mer PETER BAGGELAAR, Psychotherapeut en Klinisch psycholoog, Psychotherapie Praktijk P.A. Baggelaar - PAB -

 

Ik was altijd al meer bezig met de innerlijke wereld

dan met de uiterlijke wereld.

Ik zag al heel jong in dat je stemming bepalend is voor hoe je de dingen ervaart.

Dat was wel de reden om psychologie te gaan studeren.

Ik wilde gewoon weten, waarom. 

Peter Baggelaar (1955) is een rasechte psycholoog, die in zijn leven al heel jong inzag dat het niet allemaal draait om een uiterlijk bestaan. Hij hield zich al vroeg bezig met levensvragen en de werking van emoties.  Na zijn studie psychologie zette hij zijn zoektocht naar het wezenlijke van de mens voort. Zo heeft hij veel kunnen betekenen voor veel mensen. Een prachtig verhaal van iemand, die weet dát hij zoekt en weet dat er voor een ieder een uitweg is, als je maar de reis naar binnen durft aan te gaan. 

KAN JE KORT AANGEVEN WAT JOUW ACHTERGROND IS?

‘Ik ben geboren en opgegroeid in Amsterdam en kom uit een huisartsenfamilie met zeven kinderen. Ik was de één na jongste. Mijn opleidingen zijn atheneum B en daarna ben ik gelijk psychologie gaan studeren. Daar heb ik toen twaalf jaar over gedaan, dat kon toen nog. Wel heb ik daarnaast in mijn studietijd altijd bijgewerkt. ‘ 

WAT VOOR WERK DEED JIJ NAAST JE STUDIE?

‘Ik heb als eerste gewerkt bij Het Parool op de sportredactie en verzamelde daar de uitslagen van de amateurvoetbal competities in Amsterdam. Het verhaal er achter was dat deze uitslagen maandagochtend in de krant kwamen. Toentertijd had Het Parool een concurrentiestrijd met Het Nieuws van de Dag, die eerder dan Het Parool al wel een ochtendkrant met voetbaluitslagen hadden. Ook heb ik bijvoorbeeld daarna gewerkt bij de Universiteit in Amsterdam op een peutercrèche. In het begin was het nog geen officieel kinderdagverblijf, maar een door studenten met zelf al kinderen provisorisch ingerichte werkkamer op de faculteit psychologie. Later is dat officieel geworden en kregen we een mooi pand op het Roeterseiland. Dat was achteraf het leukste werk geweest, dat ik ooit gedaan heb. Zo heb ik met allerlei soorten bijbaantjes mijn studietijd bekostigd.’ 

EN TOEN WAS JE OP EEN GEGEVEN MOMENT AFGESTUDEERD?

‘Ja, dat was allemaal ook nog in Amsterdam. Ik ben na mijn afstuderen gelijk een echte vaste baan als psycholoog gaan zoeken. Maar als psycholoog bleek je niet zomaar aan werk te komen. Ik had namelijk nog weinig ervaring en was ook nog niet gespecialiseerd. Ik vond dat best wel spannend, zeker omdat ik door wilde studeren voor psychotherapeut. Deze postdoctorale opleiding psychotherapie was best heel kostbaar en ik wist nog niet hoe ik dat kon financieren. En er was ook een werkplek/stage nodig voor deze studie, anders kon je die opleiding niet eens doen. Daar moest ik zelf voor zorgen.’

WAT HOUDT DE STUDIE PSYCHOLOGIE DAN IN?

‘De studie psychologie is gewoon heel breed, het gaat meer over veel algemene kennis van de psyche en het brein van de mens. De opleiding psychologie is nog geen opleiding voor psychotherapeut. Die kant wilde ik juist wel op, ik wilde met mensen werken en niet de wetenschappelijke kant op. In de studie psychotherapie leer je dan allerlei behandelmethodieken, om mensen goed te behandelen.'

HOE BEN JIJ UIT DEZE IMPASSE GEKOMEN, TOEN BLEEK DAT EEN WERKPLEK/STAGEPLEK VINDEN ALS AFGESTUDEERD PSYCHOLOOG  BEST TEGEN VIEL?

‘Ja, door enorm te zoeken en uiteindelijk vond ik een stageplek in Monster. Alleen was Monster heel ver van Amsterdam, het was voor mij twee uur rijden heen en twee uur terug. Het was eigenlijk veel te ver voor mij, maar ik had een gevoel om dit toch maar te doen. Meer uit wanhoop, omdat ik een stageplek in de GGZ moest hebben, zodat ik mijn opleiding voor psychotherapeut kon beginnen. Niet omdat ik deze stageplek zo ver, écht wilde. Iedereen verklaarde mij ook voor gek. Voor mij was het de uitkomst om ergens in de flow naar psychotherapeut te komen.’

HOE KON JE JEZELF FINANCIEEL ONDERHOUDEN ÉN DIE DURE STUDIE BETALEN?

‘Ja, door die stageplek in Monster had ik inderdaad ook nog geen inkomen. Tot ik ineens een advertentie in de krant zag, die een betaalde baan bij de RIAGG in Rotterdam bij het Autisme Team aanboden. Waar ze iemand vroegen als ouderbegeleider, die bekend was met autisme. Ik was mán, die waren schaars in die tijd voor dit soort banen, en had 12 jaar ervaring als begeleider van vakantiekampen met autistische kinderen. Het was een betaalde werkplek die mij helemaal passend leek. Ik ben daar ook direct aangenomen. Dat hield in, dat ik die stageplek in Monster weer kon afzeggen, ook al hadden zij zelfs al een OV-jaarkaart voor mij gekocht. Dat was niet echt leuk voor hen, maar ik hoefde niet meer ver te reizen naar Monster. En ik had nu ineens een goed maandsalaris en was niet meer afhankelijk van een uitkering.'

HOE IS HET MOGELIJK, DAT JE DAN TOCH NET VOORDAT JE BEGON MET JE NIEUWE STUDIE NOG WEL EEN WERKPLEK KON KRIJGEN?

‘Ja, zo ging dat steeds in mijn leven. Ik moest nu bijvoorbeeld een keuze maken om mezelf te onderhouden en ik wilde heel graag die dure studie doen. Dus ik nam elk aanbod aan zoals die stageplek in Monster en dan bleek ineens dat ik diezelfde tijd ook een werkplek voor mijn studie kon krijgen. Zo vaak kom ik op een kruispunt in mijn leven, met de vraag: “hoe nu verder?” en dan blijkt er zich altijd een mogelijk aan te dienen, die ik zo kan pakken, waardoor ik weer verder kan gaan. Dat is tekenend voor mijn leven en mijn carrière. Ik heb meer het gevoel dat het niet mijn verdiensten zijn, wat ik bereikt heb, maar dat ik gewoon veel geluk heb gehad.’

HOE LANG HEB JE UITEINDELIJK BIJ DE RIAGG IN ROTTERDAM GEWERKT?

‘Daar heb ik drie jaar gewerkt. Mijn studie was opgebouwd uit drie jaar theorie en de laatste twee jaar praktijk. Dat werken en studeren gingen heel goed samen. Ik ben niet zo’n standaard student die al die analytische teksten uit mijn hoofd ga leren. Ik lette wel heel goed op tijdens de werkgroepen maar ik ben niet zo disciplinair, dat ik ook al dat huiswerk ging leren. Ik was toen al 32 jaar en had ook een eigen leven, met al zijn strubbelingen. Het accent lag niet alleen maar bij mijn studie. Er gebeurde best veel in mijn leven op dat moment. Ik snap achteraf niet hoe ik dat allemaal heb kunnen bolwerken. Maar het is uiteindelijk allemaal wel goed gegaan.’ 

HOE ZAG DIE STUDIETIJD ER EIGENLIJK UIT NAAST HET WERKEN?

‘Er was één studiedag per week en voor de rest van de week moest je al die wetenschappelijke artikelen lezen. En op je werkplek onder begeleiding van supervisors de psychotherapie behandelingen uitvoeren. Het was dus ook een praktisch gerichte studie. Hoewel ik mij minder in de theorie verdiepte, bleek ik die studie toch gewoon te halen. Wat heel belangrijk voor mij bij deze studie was of het ook in de praktijk werkte voor mij. Op die praktische manier de studie doorlopen, kan wellicht nu ook niet meer. Ik begrijp dat ze tegenwoordig meer nadruk op de theorie en opdrachten leggen. Kortom, voor mij was deze studie daardoor goed te combineren met mijn werk en leven.’

WAT HEEFT DEZE STUDIE JOU GEBRACHT?

‘Waar ik in eerste instantie op de opleiding van geleerd heb, zijn de vele inzichten en discussies over de leerstof die ik heb gehad met de docenten, supervisors medestudenten. Maar het echte leren, doe je tijdens de therapiesessies in de praktijk. Dat zijn de ‘kilometers die je maakt’ in de therapieën met cliënten. Elke dag weer, al die jaren door. Ik ontwikkelde intuïtie en gevoel over hoe ik mij kan opstellen in de gesprekken en al dan niet nabij kan zijn of juist afstand moet houden.'

WAAROM GING JE WEG BIJ DE RIAGG IN ROTTERDAM?

‘Ik ging na drie jaar weg, omdat ik geen verlenging van het contract meer kreeg. Zij merkte op een gegeven moment ook wel dat ik veel dingen wist en op persoonlijk gebied gemakkelijk en flexibel was. Maar ik was ook nog onzeker als psycholoog en had hiaten in mijn kennis en nog weinig ervaring. Ze begrepen wel dat ik veel ervaring had opgedaan door die vakantiekampen met autistische kinderen. Want de kinderen waren heel tevreden over mij. Maar ze misten toch wel de échte psycholoog. Dat begreep ik wel. Die ervaring en die praktische kennis was nog niet voldoende.’

WAS DAT NIET EEN HEEL GROTE DOMPER, DAT JE WEG MOEST OP DIE WERKPLEK BIJ DE RIAGG IN ROTTERDAM?

Nee, want ik kreeg binnen een paar maanden een andere werkplek aangeboden, waarin ik weer tot mijn recht kwam. In die tijd was autisme hot, het werd toen net echt bekend. Elke GGZ-instelling moest toen een autisme-medewerker hebben. En de SAR, waar ik werkte, Sectie Autisme Rotterdam, was de bekendste sectie in Nederland.  Zo wilde ze op een gegeven moment bij de RIAGG in Ede-Wageningen iemand hebben met expertise op dat gebied. Zo kon ik daar direct verder als autisme-medewerker. Waar ik twee jaar heb gewerkt. In die tijd ging ik in Rotterdam net samenwonen en daar werd onze dochter geboren. Toen na enkele jaren in Ede bleek dat ik ook daar geen verlenging kreeg, zochten we naarstig naar een nieuwe plek in Nederland, waar we konden gaan wonen en ik kon werken. Ik vond gelukkig vrij snel een nieuwe baan in Hoorn, waar ik vijf jaar gewerkt heb. Dat was ook weer bij een RIAGG, als o.a. autisme-medewerker en kinderpsychotherapeut.  We beslosten toen daar te gaan wonen.'

WAAROM BEN JE NA VIJF JAAR BIJ DE GGZ IN HOORN DAAR ZELF WEGGEGAAN?

‘Na vijf jaar had ik het eigenlijk ook wel een beetje gehad om in een instelling te werken. Ik vond het helemaal niet meer uitdagend. Ik was heel goed met ouders. Ik had die opleiding psychotherapie wel gedaan, maar had me toentertijd niet heel erg in de theorie verdiept. Bepaalde interventies, die kindertherapeuten deden, snapte ik ook niet. Een interventie is bijvoorbeeld, dat je in de therapie door hebt, als een kind met bepaald speelgoed speelt, een fase is, die ze dan aan het inhalen zijn. Ik vond het lastig om dat te bespreken. Ik was veel meer bezig om over het dagelijkse leven te praten. Dat was de reden dat zij vonden dat ik op een gegeven moment te weinig echte psychotherapie gaf, maar ze vonden mij wel een goede steunende psychotherapeut voor kinderen. Ik werkte eigenlijk meer met mijn intuïtie en inlevingsvermogen en minder vanuit de theorie.'

KAN JE OVER DE WERKWIJZE DAAR EEN VOORBEELD GEVEN?

‘Zo kreeg ik op een gegeven moment de kinderen, waar de andere therapeuten minder mee konden. Want met een echte therapie leer je dus, zoals in de analysetherapie, dat een conflict met de moeder of vader weer wordt herhaald in de therapie. Zo’n gedrag moet je dan een beetje ontleden voor een kind, zodat zij dat beter gaan inzien en gaan herkennen in hun leven. Deze methode van werken, daar was ik op dat moment in mijn leven nog niet klaar voor. Ik was sowieso niet zo van die theoretische modellen, dat had ik al tijdens mijn studie. Voor mij moet het praktisch of organisch zijn, daar kan ik veel meer mee. Ik raakte door deze methoden van werken redelijk gestrest en vond het ook helemaal niet meer leuk.’

JA, WEER EEN MOMENT VAN KEUZE EN HOE VERDER?

‘Ik mocht gerust nog blijven en zij hadden mij al een nieuw contract gegeven. Maar ik kwam weer op zo’n kruispunt in mijn leven. Zo moesten wij als medewerkers op een gegeven moment naar een lezing over pensioenen. Het ging voornamelijk over een nieuw pensioenfonds en hoe dat werkt en zo. Daar werd dan ook helemaal uiteengezet, hoe lang je nog moest werken en hoeveel jaar je nog had voor een opbouw van je pensioen. Ik zat zo te kijken naar al die gegevens en zag ineens voor me hoe lang het nog duren zou voordat ik met pensioen kon. Het bleek dat ik nog zo’n 25 jaar moest werken tot mijn pensioen. Het vooruitzicht dat ik nog zó lang bij de RIAGG zou werken, vond ik verschrikkelijk. Dat wilde ik helemaal niet. Maar hoe zou ik dan wel verder gaan?’

OP WELKE BASIS KON JE UITEINDELIJK JE KEUZE MAKEN?

‘Ik deed toen net toevallig een 4 jarige opleiding, die werkte met emotie regulatie van de verdrongen emoties uit de kindertijd. Deze methode gaat zover, totdat je jezelf als kind ook weer werkelijk in jezelf kon voelen. Hierdoor leerde je daarna de gezonde volwassene te versterken en voldoende afstand te krijgen, zodat je daarna de connectie weer kon hebben met je emoties. Dit juist weer om je emoties te reguleren. Door deze opleiding kwam ik erachter, dat ik veel liever met volwassenen wilde gaan werken. Ik wilde ook niet meer werken bij een RIAGG of een GGZ, dat was voor mij allemaal te planmatig. Je moet bijvoorbeeld zoveel afspraken per dag doen en die mogen dan maar een bepaalde tijd duren. Daar paste ik en mijn manier van werken gewoon niet meer in. Het is een bedrijf, er moet geld verdiend worden. Dat begreep ik, maar dat was niets dus uiteindelijk voor mij. Ik had genoeg van die bedrijfssystemen, ik wilde voor mezelf beginnen.’

HOE GING JE TOEN JE EIGEN BEDRIJF OPZETTEN?

‘Nadat ik de keuze had gemaakt om voor mezelf te beginnen, bleken er lange wachttijden te bestaan om een praktijk op te zetten. In Noord-Holland was er een wachttijd van 8 jaar voor een psychotherapie praktijk. Toen bedacht ik me om dan te verhuizen. Maar met twee dochters op school vond ik dat niet kunnen. Ik kon wel een praktijk in Enkhuizen overnemen, maar dat voelde niet echt goed. Daar zou ik binnen een huisartsenpraktijk een plaats krijgen, maar dat voelde niet vrij. Dat voelde als een soort zetbaas. Ik zat even muurvast. Ik stond weer op een kruispunt in mijn leven.’ 

HOE KWAM DE DOORBRAAK, DAT JE WEL VERDER KON?

‘In die tijd las ik in een blad, waarin ik eigenlijk nooit las, een advertentie over de vraag naar vrijgevestigde psychotherapeuten in de provincie Friesland. Het ging over psychotherapeuten, die zich met een praktijk in Friesland zouden willen vestigen. Ik dacht: "Friesland, dat is ook weer een heel eind weg". Maar ik kon daar wel gelijk beginnen met mijn praktijk te openen. Ik ben mij toen daar gaan oriënteren. Ik had een keuze gemaakt in het gebied tussen Harlingen en Bolsward. Meer omdat het dan te bereizen was, vanuit Hoorn. Zo bleek dat er in Harlingen al een psychotherapeut gevestigd was en in Bolsward niet.’

VIA EEN ADVERTENTIE KWAM JE IN BOLSWARD UIT?

‘Ja, en ik had zoiets, daar ga ik het proberen. Ik was ook gelijk wel bij mijn verkenning van dat stuk van Friesland enthousiast geworden van Friesland met dat mooie landschap, stadjes en dorpjes en de fijne, open manier, waarop je contact kon maken in de winkels en op straat. Ik heb een sollicitatie bij de Regionale Commissie van Psychotherapeuten gehad en schreef hen, dat ik wel in aanmerking wilde komen voor de praktijk. Hun reactie was dat ik per direct kon beginnen. Zeker toen zij hoorden dat mijn specialiteiten autistische kinderen en jeugdigen waren. Ze zeiden gelijk: “dan had je gisteren al kunnen beginnen, hoor!” Daar was zoveel vraag naar. Het was toen vooral nog zoeken naar praktijkruimte.'

HOEWEL ZE JE ZO GRAAG HADDEN, MOEST JE TOCH ALLES ZELF UITZOEKEN?

‘Ja, doordat je vrijgevestigde bent, is het gewoon dat je alles zelf moet regelen. Uiteindelijk heb ik een advertentie gezet voor een werkplek en kreeg al heel snel een leuk plekje aan een grachtje in de binnenstad. Met de verhuurders klikte het gelijk vanaf het moment, dat ik ze zag. Het is een heel leuke praktijkruimte met een wachtkamer erbij en de huur was niet hoog. Het is ook een heel mooie plek op een oud grachtje onder de Martinuskerk in het centrum van Bolsward en daar zit ik ook nog steeds, al bijna 25 jaar. ’

HOE BEN JE UITEINDELIJK GESTART MET JE PRAKTIJK?

‘Je moet je inschrijven bij de Kamer van Koophandel en je laten aanmelden voor een BIG registratie. Ik heb nu BIG geregistreerd psychotherapeut, gezondheidszorg psycholoog en klinisch psycholoog. Ook moeten je financiën rond zijn, in de zin van dat je moet weten, hoeveel dagen in de week je moet werken en hoeveel mensen je moet zien, wil je voldoende inkomsten hebben. Er waren geen grote investeringen nodig en voor de rest heb je weinig onkosten. Geen medicijnen in voorraad, technische apparatuur, e.d. Ik huurde daar in verhouding tot een grote stad goedkoop. Dus de onkosten zijn dus iets lager dan in de stad. Ik ben toen drie á vier dagen in de week gaan werken. Anders vond ik het teveel met dat heen en weer rijden naar Hoorn. Soms als het toch wel uitliep, bleef ik op de praktijk slapen. In de periode ben ik ook nog voorzitter geweest van de Regio Noord van de Nederlandse Psychotherapie. Iets wat ik heel erg leuk heb gevonden om te doen.’

HOEVEEL KLANTEN HAD JE NODIG OM EEN INKOMEN TE GENEREREN?

‘Ik ben gewoon gaan uitrekenen, wat ik aan klanten moest hebben om rond te komen. Ik had ongeveer 32 klanten per week. Zo willen kinderen of pubers soms al na 20 minuten weg, en dat moet je dan ook toelaten en die laat ik dan ook weggaan. Soms als je je ze juist wel heel erg raakt, dan blijven ze weer veel langer bij je zitten. Het verdiende uiteindelijk al met al meer dan ik dacht.‘

HOE BEN JE AAN JE KLANTEN GEKOMEN?

‘Ik had aan de huisartsen in de regio brieven geschreven. Dat werkte goed. Ze verwezen aan mij mijn eerste cliënten en hielpen mij ook weer verder met het uitbreiden van contacten met andere hulpverleners in de regio. Iedereen was razend enthousiast dat er eindelijk voor kinderen en jeugdigen psychologische hulpverlening was. Vaak bleek niet alleen met de kinderen iets aan de hand, maar werden ook de ouders erbij betrokken. Dat werden dan vaak aparte sessies met de ouders, waarin de onderliggende problematiek besproken kon worden. Ik heb in die periode veel geleerd en moest zelf ook ‘aan de bak’ door nascholing te doen voor het behandelen van volwassenen en  gezinnen. Zo ben ik ook steeds meer een volwassenen-therapeut geworden. Dit is zo een groeiende lijn geworden. Het valt mij op dat ik eigenlijk steeds meer geniet van dit werk. Door die jarenlange ervaring merk ik dat het werk zich steeds meer voor mij verdiept.’

HOE DOE JE EEN PRAKTIJK ALLEEN OF HEB JE WEL SPARRING MET ANDERE THERAPEUTEN?

Ik heb altijd veel intervisie met collega’s en ook soms supervisie gehad. En dat heb ik nog steeds met een vaste groep van psychotherapeuten in Friesland. Daar bespreken wij de diagnostiek en behandelingen van onze cliënten op die momenten, waar de therapie niet verder lijkt te komen. Het is een heel fijne groep en er is veel vertrouwen onderling. Dat is ook nodig, want soms is er zelfreflectie nodig en steun en visie van een andere therapeut om verder te komen. En tegelijkertijd dan weer de ruimte om die suggesties op je eigen manier in te vullen.'

WAT WAS JOUW REDEN OM PSYCHOLOOG TE WORDEN?

‘Ik denk toch met wat er innerlijk in mij zelf gebeurde en de steeds terugkomende vraag: "hoe komt dat nou dat er zoveel  innerlijke stemmingen zijn?" Dat besef begon al toen ik ongeveer zes jaar was. Toen kreeg ik op een gegeven moment door, dat je wel door de stad kan lopen, maar dat het er altijd anders uit ziet. Dat begreep ik als kind al niet. Op een gegeven moment kreeg ik het door en ging ik opeens zien dat de wereld er uitziet en wordt bepaald door je stemming. Wat je ‘buiten’ ziet en beleeft, gaat dus via je verschillende emoties. Kan je nagaan, dat je als kind daar al over zat te denken. Ik was altijd al bezig met het innerlijke, meer dan met de uiterlijke wereld. Ook al kon ik zelf niet goed bij mijn emoties, hoewel ik ze wel kon plaatsen. Hoe je qua stemming of mood, bent, maakt hoe je de dingen ervaart. Dat werd wel de reden om psychologie te gaan studeren. Het was vooral de reden om te weten hoe die dingen in elkaar zaten. Ik wilde dat gewoon weten, in eerste instantie voor mezelf, later ook om anderen te helpen. Dat vind ik ook nog steeds heel erg leuk om te doen.'

 

PETER BAGGELAAR 

- Psychotherapeut en Klinisch psycholoog -

Psychotherapie Praktijk P.A. Baggelaar – PAB -

 

Bagijnestraat 4-A

8701 HC Bolsward

 

Telefoon: 06 422 34 575

Website: www.psychotherapiepraktijk-pab.nl