INTERVIEW met Martin Roodnat, Vormgever, Illustrator, Animator - FORSROOD MEDIA DESIGN
Al met al zag ik heel snel al
hoewel ik net een beginnende loopbaan had,
dat er in die korte tijd al zoveel was gebeurd.
Ik kreeg het gevoel alsof ik hierin al eeuwen bezig was.
De tv-wereld is op een bepaalde manier ook heel snel en vluchtig.
In die wereld maakt je iets,
dat wordt dan uitgezonden,
maar daarna is het ook weer weg.
Daar moet je tegen kunnen.
Martin Roodnat (1958) is een illustrator, animator en vormgever bij verschillende media en festivals. Maar Martin is voornamelijk actief geweest in de televisiewereld. Daar heeft hij bij veel verschillende omroepen als vormgever gewerkt. Later is hij ook animatievideo’s gaan maken voor verschillende overheidsinstanties, zoals bijvoorbeeld Defensie. Martin is daardoor een specifieke all-rounder, met een enorme diversiteit in zijn werk. Hij nam, op een gegeven moment, om zijn artistieke vrijheid te verzekeren, het besluit een eigen onderneming te starten. Deze vrijheid gaf hem de ruimte om zo veel meer zijn eigen weg te kunnen gaan. Dat is ook nu wat Martin ook voor ogen heeft. Hij heeft de vrijheid om te creëren wat hij wil, zonder grote werkstress. Een verhaal van een zeer artistieke, passievolle kunstenaar, die van binnenuit gedreven is om nog lange tijd zijn werken en ideeën vorm te geven.
JIJ HEBT AL EEN HELE GESCHIEDENIS ACHTER JE, VOORDAT JE EEN EIGEN BEDRIJF STARTTE?
‘Ja', vertelt Martin Roodnat, 'ik heb ooit eerst kunstacademie gedaan in Arnhem met een tussenjaar op de Rietveld Academie in Amsterdam. Dat was een extra jaar, waar ik de richting van illustrator volgde. Zo ben ik als illustrator én als vormgever afgestudeerd in Arnhem. Want dat bestond toen eigenlijk nog helemaal niet.’
WAS HET OOK ALTIJD JE DROOM, OM ILLUSTRATOR TE WORDEN?
‘Nee, ik wilde eigenlijk als eerste hofmeester worden op de grote vaart. Dat komt weer, omdat mijn hele familie vaart. Zo was ik eerst ook naar Wageningen gegaan om een studie in die richting te doen. Het leek mij heel leuk om mensen aan boord van zo’n schip te verzorgen als gastheer. Maar na het bezoek in Wageningen, bleek de sfeer mij helemaal niet te bevallen en kwam ik eigenlijk gelijk al op dit idee terug. Wat teleurgesteld bij mijn terugkeer uit Wageningen, zei juist mijn vader toen tegen mij, dat ik zo leuk kon tekenen. Hij stelde toen mij toen voor daar iets mee te gaan doen. Dat leek hem veel beter. Daar heb ik over nagedacht. Uiteindelijk heb ik mij in Arnhem aan de kunstacademie aangemeld en ben daarin verder gegaan.’
NA JE STUDIE OP DE KUNSTACADEMIE, WAT BEN JE TOEN GAAN DOEN?
‘Nou, ik wilde toen wel echt een illustrator worden. Het liefst wilde ik illustraties bij een krant maken. In die tijd heb ik ook nog les gehad van Waldemar Post, die in die tijd voor de Volkskrant tekende, hij maakte vooral van die portretachtige tekeningen, bij interviews bijvoorbeeld. Hij was waanzinnig goed. Ik heb toen ook na mijn studie het eerste jaar een beetje geïllustreerd en wat advertenties getekend. Alleen kwam ik er wel heel snel achter, dat het heel moeilijk was om daar je geld in te verdienen. Tijdens die periode was ik ook al bezig met air-brushen en dat vond ik heerlijk om te doen. Ook ontstond er toen in heel kleine kring de computer graphics in 1985-1986. Dat waren de eerste echte, maar nog compleet simpele computertjes. Via een vriend van mij, die in Hilversum werkte als componist, ben ik terecht gekomen bij Willem van den Berg. Hij was dé vormgever van de VPRO en had ook al zo’n Amerikaanse computer, een gigantisch bakbeest. Daar maakte hij al echte 3D animaties mee. Dat vond ik zo mooi..... en heb gelijk een afspraak gemaakt om daar stage te komen lopen. Ik was toen 27 jaar en heel geïnteresseerd in nieuwe ontwikkelingen. Deze techniek was ook nog heel erg nieuw, er waren toen misschien 8 mensen mee bezig. Door die stage ben ik eigenlijk die wereld ingerold. Dat maakte het mogelijk zo lang in de televisiewereld te werken. En niet eens zolang bij de VPRO alleen. In die tijd wilde Willem al voor zich zelf beginnen en kreeg ik de kans om zijn plek in te nemen. De directeur van de VPRO stelde dat aan mij voor, maar daar vond ik mijzelf toen nog veel te onervaren voor, om op die plek dat televisiewerk te gaan doen. Op zijn beurt vroeg Willem weer of ik bij zíjn bedrijf wilde werken. Dat heb ik in eerste instantie ook gedaan, maar dat was echt keihard en stressvol werken en in het begin werkte ik toen ook nog eens alleen tegen een reisvergoeding en gratis maaltijden. Het leek wel of iedereen met zijn opdrachten naar ons toe kwam, zoals veel omroepen als de TROS, VPRO, maar ook bedrijven zoals Philips, en zelfs Defensie voor simulatiedorpen, te bouwen in 3D.’
HOE ONDERHIELD JIJ JE IN DIE PERIODE ALS JE ZO WEINIG VERGOEDING KREEG?
‘Nou, alleen in het begin werd ik zo betaald, maar dat duurde niet zo lang. Ik moest mij gewoon eerst bewijzen en hij had het ook zo door, dat deze vergoeding niet eerlijk was. Na een half jaar kreeg ik ook een goed contract.
HOE VERLIEP HET VERDER NADAT JE WEL EEN CONTRACT HAD GEKREGEN?
Na een paar jaar werden we overgenomen door een bedrijf in Bullewijk in Amsterdam-Zuidoost. Dat bedrijf maakte dia’s voor grote advertenties. In die periode ben ik ook van Arnhem naar Amsterdam verhuisd. Dat was een periode van allemaal zó hard werken, dat ik op een gegeven moment helemaal op was. Ik heb ook eind 1989 ontslag genomen en ben, met wat opgespaard geld, naar Milaan verhuisd.’
WAAROM GING JE NADAT JE ONTSLAG HAD GENOMEN NAAR MILAAN?
‘Ik heb daar in Milaan in eerste instantie vakantie gehouden en uitgerust. Daar heb ik een jaar bij elkaar gewoond. In die tijd ben ik langs allerlei tv-omroepen gegaan en langs computerbedrijven. Uiteindelijk ontmoette ik daar een vrouw, waar ik wat werk voor heb gedaan. Maar het was al met al te weinig om van te leven, want ik moest daar ook de huur van een huis opbrengen. Er kwam dan ook een moment dat al mijn geld gewoon op was. Daarom besloot ik terug te gaan naar Nederland. Al met al was het nog maar een heel korte loopbaan, die ik had afgelegd, maar ik had een gevoel dat ik al eeuwen daarin bezig was. Er was in die korte tijd zoveel gebeurd en had ik al zoveel mee gemaakt.’
JE GING IN 1990 WEER TERUG NAAR NEDERLAND, HOE GING HET DAARNA MET JE VERDER?
‘Toen ik eenmaal terug in Nederland was, had ik een oud-collega/vriend, die in Bussum werkte. Dat was een facilitair bedrijf, zoals de NOP, maar wel kleiner. Via hem kreeg ik een baan aangeboden. Zo kwam ik net uit Milaan en had al gelijk weer betaald werk als vormgever. Dat was wel heel fijn. In dat bedrijf maakte ik toen animaties voor tv-programma’s. Zoals bij John de Mol, die toen bijvoorbeeld een spelletjesprogramma had, ‘de 5-Uur Show’, waarin een bekende artiest werd vermomd. Ik deed dan digitaal de vermommingen zoals snorretjes opplakken, pruiken opzetten, brilletjes, enz. In vijf stappen ging daar steeds wat vanaf en zo werd het hele gezicht weer zichtbaar. Dat gebeurde dus allemaal met een computer. Dit is maar een voorbeeld, maar ik heb daar heel veel verschillende opdrachten voor tv gedaan en bij verschillende omroepen, die allemaal hun eigen identiteit uitstraalden, waar je op moest inspelen.’
WAAROM BEN JE DAAR WEER WEGGEGAAN?
‘Na een jaar werd er een nieuwe zender AT5 in Amsterdam opgestart en werd ik gevraagd om daar vormgever te worden om deze omroep op te starten. Daar ben ik toen op ingegaan en heb daar ook acht jaar gewerkt. Bij AT5 heb ik heel veel nieuwsprogramma’s vorm gegeven, commercials uitgewerkt, enz. Daarnaast werkte ik ook al voor de nieuwe zender SBS 6, waar ik de vormgeving opgezet heb, daar kreeg ik dan een soort van bonus voor, want ik werkte officieel voor AT5. Aan het einde van mijn AT5 periode, werd toen ook NH TV opgericht, daar ben ik ook voor gevraagd om de eerste vormgeving voor te maken. Dat heb ik destijds toen ook gedaan.’
MAAR JE BENT DAN NOG STEEDS IN LOONDIENST AAN HET WERKEN?‘Ja, na acht jaar bij AT5 te hebben gewerkt, vroeg Willem van den Berg mij opnieuw, nadat hij zelf óók weer een ander bedrijf had opgestart, of ik weer bij hem wilde komen werken. Ook dát heb ik weer acht jaar gedaan.’
TOEN KWAM ER HET MOMENT, DAT JE VOOR JEZELF WILDE BEGINNEN?‘Ja, na die acht jaar bij Willem te hebben gewerkt, ben ik eindelijk in 2008 voor mezelf begonnen.’
WAAROM BEN JE TÓEN PAS VOOR JEZELF BEGONNEN?
‘Mijn bezwaar was dat ik constant zo hard moest werken. Ik verdiende wel heel goed, hoor. Maar ik kon er niet meer tegen, al die stress en druk van die opdrachten voor de nationale televisie, alles moest op hoog niveau. Doordat ik vrij snel kon werken, kreeg ik ook heel veel naar mij toegeschoven. Er kwam een moment dat ik dacht: ‘maar dan kan ik het net zo goed voor mezelf proberen. Ik had op dat moment een behoorlijk netwerk opgebouwd. Want al werk je in loondienst in een bedrijf, sommige klanten willen specifiek met jou werken. Deze klanten heb ik dus eigenlijk allemaal meegenomen, dat is dan ook de eerste jaren heel goed gegaan. In die tijd heb ik ook mijn bedrijfsnaam FORSROOD MEDIA DESIGN bedacht. Ik wilde óók juist voor mezelf beginnen om thuis wat meer rust te creëren, maar dat verliep uiteindelijk precies averechts. Er was op dat moment wel een enorme omslag in mijn leven. In 2008 was economisch net een crisis ontstaan, ook thuis liepen er privé dingen niet goed en toch startte ik mijn bedrijf. Dat was allemaal wel heel heftig.’
TOCH BEN JE ONDANKS AL JE MOEILIJKHEDEN EN DE ECONOMISCHE CRISIS DOORGEGAAN MET HET OPSTARTEN VAN JE BEDRIJF?
‘Ik had allang in de gaten, dat de tv-wereld al een beetje aan het tanen was. Hoewel ik de eerste jaren in mijn bedrijf ook nog wel heel veel voor de NTR heb gedaan. Zo heb ik de tv vormgeving voor het North Sea-Jazz festival, Top 2000, enz. gemaakt. Voor de Top 2000 a gogo heb ik wel vijftien jaar gewerkt. Maar dan komt er een moment, dat zij weer iemand anders voor de vormgeving willen. Zo zijn er heel veel programma’s, waar ik voor werkte, die voor mij weer afliepen. Hoewel ik met heel veel bekende regisseurs heb samen gewerkt in het begin van mijn bedrijf, is dat geen garantie. Nu doe ik bijvoorbeeld nauwelijks iets meer voor de televisie. Maar de eerste jaren liep het allemaal als een trein.’
WAT DENK JIJ DAT DE REDEN IS, DAT HET WERK VOOR JOU IN DE TV-WERELD ZO IS ‘OPGEDROOGD’?
‘Dat komt door de komst van het internet, dat zag ik allang aankomen. Als je nu kijkt naar de tv-vormgeving, dan zie je bij de commerciële omroepen nog wel wat vormgeving, ook bij de VPRO doen ze nog mooie dingen. Maar bij de rest is het allemaal zo ingekrompen. Het accent ligt steeds meer bij het internet.’
WAAR BESTAAN JOUW OPDRACHTEN DAN NU VOORNAMELIJK UIT?
‘Ik heb heel veel animatiefilmpjes gemaakt voor diverse bedrijven en instanties. Zo had ik bijvoorbeeld een contract met een productiemaatschappij, die weer een contract had met de overheid. Daar maakte ik bijvoorbeeld uitleg-animaties voor, bijvoorbeeld als je bij de apotheek i.p.v. een bijsluiter een link krijgt voor een uitleg-filmpje, hoe je een medicijn moet gebruiken. Ook voor de Marine heb ik uitleg-animatiefilmpjes gemaakt, over bijvoorbeeld een probleem, dat zich voor deed in een opleidingskazerne, waar veel geweld werd gebruikt en veel drankmisbruik was. In dat filmpje liet ik dan zien, wat er gebeurt en hoe bepaalde misstanden opgelost moeten worden. Dat was best moedig van Defensie om zulke filmpjes te laten maken. Je werkt dan altijd met een producent en voor de rest is het zo duidelijk mogelijk uitvoeren en in beeld brengen van de opdracht. Dat gaat allemaal met de computer, tekenen op papier is er echt niet meer bij. Dat doe ik nog wel om te schetsen.
HEB JE EEN VOORBEELD, HOE DAT WERKTE MET DEFENSIE?
Zo was ik op een gegeven moment voor een opdracht uitgenodigd bij Defensie, die zelf trouwens ook een eigen ontwerpafdeling hebben. Het was een opdracht, voor een persconferentie, die internationaal zou worden uitgezonden. Het onderwerp was het verhaal van de gijzeling bij de Punt in 1977.
Ik moest deze gijzeling, maar ook de ontknoping, compleet in animatiefilm uit gaan leggen. Ik zou de supervisie doen en het hele project begeleiden met de afdeling van de Landmacht. Al heel snel kwam die afdeling met de mededeling, dat zij daar geen tijd voor hadden. Zij hadden het veel te druk met andere opdrachten. Het bleek dat die persconferentie al over drie/vier weken was en er moest een animatiefilm worden gemaakt van wel 5 à 6 minuten. Vervolgens werd er toen aan mij gevraagd of ik alles op mij wilde nemen. Met wat steun van een paar vrienden-collega’s is het mij in een enorme stressvolle periode op het nippertje gelukt. Maar daarna was ik echt helemaal op. Het was een heel belangrijke opdracht en het werd ook in allerlei internationale kranten, met mijn film op de achtergrond afgebeeld, verspreid. De film was helemaal in 3D en dat is heel wat rekenwerk. Deze opdracht heb ik uiteindelijk bijna helemaal alleen gedaan, eigenlijk op het renderen na. Renderen heb ik uiteindelijk, op aanraden van een vriend, aan een bedrijf in Frankfurt uit handen gegeven. Renderen is het inkleuren van de beeldjes en ook dat is zeer tijdrovend. Precies op de laatste dag was het klaar.’
JE TEKENT DUS NOOIT MEER MET POTLOOD EN PAPIER?
‘Jawel (zie boven) ik heb zelfs nu weer geïnvesteerd in een heel mooi tekentablet, iets wat ik al jaren wilde aanschaffen. Dat is een soort monitor, waarop je tekent op een scherm, maar de accuratesse van dit tablet is simultaan. Dat waren deze tablets vroeger nog helemaal niet. Nu lijkt het net of je gewoon op papier tekent. Het kent geen vertraging meer. Je kan er zelfs op aquarelleren. Gewoon waanzinnig. Alles wat ik nu nog investeer, is volledig gericht op het maken van animatiefilmpjes en illustraties. Eigenlijk wil ik zelfs het liefst terug naar het maken van illustraties. Dat vind ik het allerleukste.’
HOE GA JE OM MET OPDRACHTEN, WAAR JIJ EIGENLIJK EEN HEEL ANDER IDEE BIJ HEBT?
‘Daar heb ik best wel last van dan, dat frustreert toch wel in je werk. Ik maak dan net geen ruzie met de producent. Meestal bied ik veel stijlen aan, die allemaal afwijken van de doorsnee visies, maar dat puur omdat ik dat dan zelf zo wil doorzetten. Uiteindelijk snij je jezelf daarmee in de vingers. Zo’n contract bijvoorbeeld bij de overheid bestaat vaak uit een pitch, dan let je echt wel op wat je pitched. In die tijd, dat ik daar aan meedeed, waren er zeven productiemaatschappijen, die vergunning kregen om filmpjes voor Defensie te maken. Dat betekende dat ik met zeven concurrenten een opdracht moest zien binnen te halen. Zo’n pitch maken kost ongeveer drie dagen werk en zeven à acht van de tien opdrachten gingen voor mij niet door. Als je dan alles aan uren werk optelt, heb je een complete maand voor niets gewerkt. Daar moet je tegen kunnen. Maar haal je zo’n opdracht binnen, dan is het ook heel belangrijk voor je naam.’
HOE BEN JIJ AAN JE OPDRACHTEN GEKOMEN, HOE WERKT DAT VOOR JOU?
‘Ik heb nog nooit aan acquisitie gedaan. Altijd kwam er wel weer wat op mij af. Maar nu zijn er wel een aantal takken verdwenen, zoals bij de tv-wereld. Ik werkte voornamelijk voor de muziek- en cultuurrichting voor tv. Ook raken mensen uit je netwerk uit beeld, doordat zij bijvoorbeeld een andere job aangaan, of om wat voor een reden dan ook. Op dit moment zit ik in een overgangsperiode, doordat ik net mijn huis in Amsterdam heb verkocht. Door de verkoop kon ik mijn hypotheek weer wat ophogen en zo een nieuwe computer en dat nieuwe tablet aanschaffen, die ik heel hard nodig had. Zo’n computer, die ik net gekocht heb, is eigenlijk geen computer meer maar een workstation. Deze workstations zijn zó zwaar, omdat zij ook moeten kunnen werken met video’s. Zo wilde ik ook die overgang van mijn oude werk- en woonplek naar hier even zien te overleven. Daar ben ik nu bijna klaar mee en ben voldoende gesetteld om weer nieuwe plannen te gaan maken. Dat betekent dat ik gewoon weer op pad ga voor werk en mij vooral op die uitlegfilmpjes ga toeleggen.’
WAAROM HEBBEN DIE UITLEG-VIDEO’S JUIST JOUW VOORKEUR, OM DAARMEE DOOR TE WILLEN GAAN?
‘Dat vind ik vreselijk leuk om te doen. Dit werk doe ik ook pas een paar jaar, voor mijn gevoel ben ik hier pas mee begonnen. Het is dus ook nieuw voor mij. Ik kende het wel al, want op de kunstacademie had ik ook al filmpjes gemaakt voor o.a. Sesamstraat, het NCRV programma ‘Ja, Natuurlijk’, enz. Maar juist die raakpunten tussen illustratie en animatie, wat ik op de academie zo heb gedaan, daar wil ik weer naar terug. Ik heb nu nog een klein netwerkje van producenten, waar ik iets voor doe, maar dat wil ik verder gaan uitbreiden. Wat ik ernaast nog veel doe, zijn festivals, zoals het Kwaku Summer Festival en het Keti Koti festival. Daar ben ik ook erg trots op. Ik maak namelijk daarvoor echt alles, de posters, vormgeving van de website, eventueel de filmpjes voor Facebook, Instagram, grote billboards, de entreekaartjes, de bewegwijzering, enz. Op het terrein van Kwaku heb ik echt alles wat je ziet, vormgegeven.’
HET BETEKENT DAT JIJ DUS STEEDS MEE MOET GAAN MET AL DIE VERANDERINGEN BINNEN DE MEDIAWERELD?
‘Ja, dat moet je zeker. In de tijd dat ik nog in Hilversum werkte, zag ik voor het eerst in mijn leven een grafische computer. Dat was sowieso de eerste in Nederland. Ik werd daar gewoon achter de computer gezet en mocht het zelf gaan uitzoeken en ervaren hoe het allemaal werkte. Zo heb ik deze ontwikkelingen voor een groot deel mezelf eigen gemaakt. Door het gewoon te doen, maar er zaten ook wel enorme dikke boeken bij... Wat ook heel erg in deze wereld is veranderd, is de manier van werken. Als er tegenwoordig computeranimatieproducties gemaakt worden, dan zijn er mensen die de modellen bouwen, karakters/poppetjes/dieren maken, de bones uitwerken, die de shading doen, enz. Het is nu helemaal gespecialiseerd, maar dan werken deze mensen wel ook bij de grote producties en films. Wat een voordeel en een nadeel is, is dat ik door mijn opleiding in die computeranimaties een soort allrounder ben geworden. Wat ik aan het doen ben aan 3D-werk is eigenlijk heel simpel. Ik kan tekenen met beweging, vorm, kleur in ontwerp, maar het moet niet te ingewikkeld worden, juist omdat ik niet gespecialiseerd ben. Het blijven in verhouding simpele beelden. Maar dat is voor animatiefilmpjes juist goed, dan leidt het niet af van de inhoud van het verhaal. Het is nu een compleet andere wereld geworden, waar ik heel duidelijk mijn plaats in zie. Zo ga ik ervan uit dat ik met mijn nieuwe investeringen nog heel lang kan doorwerken, gewoon omdat ik de behoefte heb mij nog steeds uit te drukken als vormgever, illustrator, animator en als kunstenaar. Dat zit gewoon heel diep bij mij in het bloed.’
MARTIN ROODNAT: ADVIES VOOR STARTERS:
Blijf op de hoogte van ontwikkelingen door in contact te blijven met
concullega's!
- Voel je wel zeker genoeg om de stap als zelfstandig ondernemer te zetten. Weet zeker, waar je goed in bent en vertrouw daarop. Het is een behoorlijke stap om van een veilige haven in het diepe te springen. Zo had ik een beter inkomen in loondienst dan nu, maar toch kies ik voor die vrijheid en kan nu zelf bepalen hoe ik mijn werk indeel. Met minder geld kan je ook goed leven.
- Zo heb ik nu als zelfstandige minder stress en werkdruk. Het is mij gebleken dat ik bij te hoge werkdruk geen plezier meer had in mijn werk.
- Je moet beseffen dat je met bepaalde veranderingen niet echt rekening kan houden, want ze dienen zich gewoon opeens aan. Dat valt niet altijd te voorzien of te overzien. Zo heb ik wel aangevoeld dat de tv-wereld in elkaar zakte. Ik ging ervan uit dat de opdrachten gecompenseerd zouden worden door internet of zoiets, maar dat bleek helemaal niet zo te werken. Daar zijn ook veel opdrachten, maar het is een compleet andere wereld.
- Je moet je heel goed focussen, wat je nu wilt met je bedrijf.
- Zo is er nu veel meer vraag naar specialisaties en veel minder naar allrounders in mijn wereld. Dit zijn dingen waarop je moet letten.
MARTIN ROODNATVormgever, Illustrator, Animator- FORSROOD MEDIA DESIGN –Bijlmerdreef 979 1103 TW AMSTERDAM T: 06-41386174 E: martin [at] forsrood.com
|