INTERVIEW met PAUL van DIJK, eigenaar ijssalons IJSPRET BV
De ijssalon moet gewoon iets feestelijks hebben,
eenvoud kennen
en blijheid uitstralen.
Dat kleine smurfje op het kinderijsje
is dan ook een topsucces.
Paul van Dijk (1980) is een zeer enthousiaste eigenaar van de ijssalon IJspret in de Rijnstraat 88 te Amsterdam. Ook heeft hij met zijn zakenpartner en goede vriend een ijssalon in Zwanenburg en sinds kort ook in Diemen. De formule en visie van Paul is zo succesvol en laagdrempelig, dat iedereen, die eenmaal in zijn winkel ijs heeft geproefd, gewoon weer móét terugkomen. Het is overheerlijk ijs en je proeft de liefde en kwaliteit, waarmee het gemaakt is. De sfeer is ook zo gastvrij en kindvriendelijk. Letterlijk een hartverwarmende verkoelende ijsbeleving binnen de Rivierenbuurt.
WAT IS JOUW ACHTERGROND, VOORDAT JE DEZE IJSSALON OPENDE?
‘Ik runde hiervoor in ditzelfde pand een cult-videotheek. Dat was eigenlijk mijn eerste eigen onderneming. Ik was toen rond de 20 jaar. Deze videotheek heb ik 5 à 6 jaar gedaan, maar deze hele videotheekbranche kondigde het einde van zijn bestaan op een gegeven moment aan. Deze branche is echt de nek omgedraaid door al die streamingdiensten, die gingen ontstaan. Na 6 jaar heb ik ook de winkel voor een jaar gesloten en heb die periode gebruikt om mezelf te herpakken, om na te denken wat ik nu zou gaan doen. Ik wist eerst even niet, wat ik daarna zou doen. Wel heb ik tussendoor een paar kleine baantjes gehad, maar merkte al heel snel dat ik eigen baas wilde zijn. Juist in die periode ben ik met Remko de Bakker, die twee panden hiernaast zijn winkel heeft, in gesprek geraakt. Remko had het idee, dat ik met dit mooie lege winkelpand een ijssalon moest openen. Ook zelf liep ik al met dat idee te spelen, maar door die gesprekken met hem, werd ik bevestigd. Juist door die bevestiging, kreeg het al snel vorm.’
BIJ DAT IDEE OM EEN IJSSALON TE OPENEN, HOE START JE DAN ZOIETS?
‘Toen wij eruit waren en besloten hadden om serieus een ijssalon te gaan starten, zijn we gelijk naar de Horecava gegaan. De Horecava is een trefpunt voor horeca professionals. Bij de Horecava hebben wij ons eerst goed georiënteerd, maar kwamen ook al gelijk naar buiten met getekende contracten voor ijsmachines, vitrines en noem maar op. De kogel was direct al door de kerk.’
MAAR DAN KOMT DE VRAAG, KAN JE DAN OOK GELIJK GOED IJS MAKEN?
‘Ja, dat was ook wel mijn grootste angst. Ik heb natuurlijk wel wat concurrentie in de buurt zitten van ijssalons of ijskramen met grote bekendheid. Om eerlijk te zijn, was dat ook mijn eigen onzekerheid of ik daar tegenop kon concurreren. Maar op de dag dat de groothandel bij ons kwam om al onze producten te leveren, zijn ze met ons een dag ijs komen draaien. Het bleek dat meteen al het eerste bolletje ijs, dat uit de machine kwam, zó goed van smaak en zo puur product was, dat ik eigenlijk al direct daarna wist, dat deze ijssalon een succes zou kunnen worden. Zo was deze zaak vanaf het begin gelijk lonend, maar mede omdat mijn woning hier gelijk achter zit en dat deed de kosten ook heel erg zakken. Voor de rest gewoon eerst heel zuinig aan doen. Nu zijn we ook al 11 jaar verder en uitgebreid tot drie ijssalons.’
TOEN JE BEGON MET DAT IJS MAKEN, HAD JE OOK JE EIGEN RECEPTEN?
‘In eerste instantie ben ik begonnen met de basisrecepten vanuit de groothandel. Ik was nog te onwennig en dit vak was nog te nieuw voor mij om direct al te experimenteren met eigen smaken en recepten. Ik heb eerst heel erg de regels gevolgd, die de groothandel voorschreef. Later heb ik natuurlijk toch wel mijn eigen twist eraan gegeven en ben ik eigen smaken gaan creëren. Zoals bijvoorbeeld de mango-mint.'
AAN DE SMAAK MANGO-MINT, HOE BEN JE DAARTOE GEKOMEN?
‘Dat ging eigenlijk heel leuk. Er kwam een meisje in de winkel, die vond dat wij zulk lekker mango ijs hadden. Zij vroeg ons toen of de smaak mango-mint niet iets voor ons was om te maken. Daar ben ik toen mee aan de slag gegaan en heb zo mijn eigen mango-mint gecreëerd. Deze smaak blijkt elke zomer ook weer een echte hit. Zo worden er ook via klanten ideeën van smaken aangereikt, waar ik dan gehoor aan geef en ga uitproberen. Je moet altijd naar de klant luisteren. Aan het einde van de dag blijkt juist door je klanten, dat je je winkel kan voortzetten. Zij maken in feite mijn bedrijf mogelijk. Zo krijg ik altijd hele leuke feed-back en veel positieve reacties. Dat motiveert je ook om dat extra stapje voor je klanten te zetten. Het wordt dan een wisselwerking. Zo heb ik ook altijd meisjes in dienst voor de verkoop, die meewerken om er een feestje van te maken voor de kinderen. Ze zijn zelf heel gedreven om de naam van de winkel IJSPRET ook waar te maken.’
BEN JIJ NU WEL ALLEEN DIT BEDRIJF BEGONNEN?
‘Ik ben in eerste instantie samen met Remko deze ijssalon gestart. Het was eerst een samenwerking met hem. Na een jaar zo te gaan, kwam ik er toch achter, dat ik voor mezelf vooral, heel moeilijk kan samenwerken. Ik wil toch liever vooral mijn eigen plan kunnen trekken, waar ik dan geen verantwoording voor hoef af te leggen. Ik ben altijd al een vrijbuiter geweest en samenwerken vind ik best lastig. Dus na dat eerste jaar van opstart, zijn we rond de tafel gaan zitten en zijn daarna in heel goede verstandhouding uit elkaar gegaan. Wij onderhouden nog steeds goed contact en ben hem heel dankbaar voor de opstart en het concept IJspret. Voor een heel groot deel heeft hij gezorgd dat het zó is ontstaan. De hele uitstraling en het hele concept kwam echt van hem. Ik wist in het begin niet eens wat een concept was. Wat ook best apart is, dat weer een andere buur, en wel een buurmeisje, die ontwerpster is, voor de vrolijke letters heeft gezorgd. Zo heeft de pui van de winkel een leuke uitstraling gekregen Zij heeft daarvoor een schets gemaakt. Dus in een straal van 20 meter aan ondernemers in de straat heeft deze winkel zijn vorm gekregen.’
BEN IK WEL HEEL NIEUWSGIERIG, WAT HET CONCEPT INHOUDT?
‘Het concept is de uitstraling van de winkel. Dat houdt in, dat we elke dag vers en ambachtelijk ijs verkopen. Ook is de uitstraling van de winkel heel laagdrempelig en eenvoudig, maar ook vrolijk. De uitstraling moet iets feestelijks geven, met de leuke letterspeling op het bord aan de winkelpui, de vrolijke kleuren, de kleine tegeltjes in de keuken. Het straalt allemaal eenvoud uit, maar wel hebben we hoge kwaliteit ijs. Dit concept werkt gewoon heel goed. Ik ben nog steeds helemaal blij, dat ik een ijssalon ben begonnen.’
HOE HEB JIJ JE INVESTERINGEN KUNNEN REALISEREN?
‘Ja, dat hebben Remko en ik in het begin samen gedaan. En ja, in het begin hebben wij best wel een beetje onze nekken uitgestoken door de apparatuur wat duurder aan te schaffen, dat konden wij doen door een huurkoop contract aan te gaan. En alle andere investeringen zoveel mogelijk op lease-basis te nemen. Anders was de opstart bijna niet mogelijk geweest. Er waren zeker ook bedrijven, die ook wel hun nek uitstaken, om te zorgen, dat je een opstart kon maken. Maar de banken wilden toentertijd met beginnende ondernemers geen groot risico lopen. Daarom hebben wij bij de ondernemers zelf als Valmar, een groothandel die vitrines en ijsmachines levert , zelf gewoon contracten kunnen afsluiten. En hebben wij hoogwaardige materiaal om mee te werken kunnen realiseren.’
HEB JIJ IN DE TIJD VAN DE CRISIS ROND 2008 NOG LAST GEHAD BIJ DE VERKOOP?
‘In principe heeft het bij de verkoop in onze ijssalon niet veel uitgemaakt. Ik denk dat ik het voordeel had, dat ik eigenlijk in de lage EURO branche zit. Ik zit in zo’n laag segment, waarin iemand zich altijd wel een ijsje van €1.00 kan veroorloven. Mijn kinderijsjes zijn al vanaf het begin €1.00. Dat is eigenlijk nog steeds zo gebleven. Ik vind het belangrijk, dat de kinderen altijd hun ijsje moeten kunnen komen halen. Ik denk dat dit bij elkaar enorm mee speelt, dat zo de mensen altijd in staat zijn om iets in je winkel te kunnen kopen. Nee, van de crisisperiode heb ik daardoor niet veel last gehad.’
WAT BEN JIJ WEL ONGEZIEN TEGENGEKOMEN, BIJ DE OPBOUW VAN HET BEDRIJF?
‘Wat ik heel lastig vind, is het boekhoudkundige gedeelte van het bedrijf, zoals bijvoorbeeld de kosten/prijsbepaling. Ik ben gewoon ijs gaan draaien en aan het einde van de dag was dat gewoon mijn netto winst. Ik heb tot voor zeer kort nog nooit berekend, wat een bolletje ijs mij nu eigenlijk netto kost. Pas dit jaar, nu wij zo zijn gaan groeien, hebben wij voor het eerst pas een kosten/prijsbepaling gemaakt. Het is toch wel belangrijk, zeker nu wij zo groeien, dat je weet wat je basiskosten zijn, zodat je weet naar welke winst je kan streven.’
TOEN JIJ DE IJSSALON OPENDE, HAD JE AL GELIJK OOK PERSONEEL?
‘Nee, niet echt, ik draaide hier in de Rijnstraat al het ijs zelf in de keuken, maar had wel voor de middag een meisje erbij gehaald voor de verkoop. Maar werd het in de middag heel druk, dan hielp ik mee bij de verkoop.’
JA, JE BENT ZEKER GROTER GEGROEID. ER ZIJ NU AL DRIE LOCATIES?
‘De tweede ijssalon heb ik eigenlijk heel kort zelf gehad, daar was ik meer voor de opstart. Een vriend van mij, die mij veel in de keuken heeft geholpen, wilde ook heel graag zijn eigen ijssalon. Ik was toen rond de 29 jaar en was zelf nog helemaal niet toe aan een tweede salon en mijn vriend wilde wél heel graag een eigen ijssalon. De afspraak werd toen ook dat het zijn eigen winkel zou worden, maar wel met het identieke concept en de dezelfde uitstraling. Deze winkel in Zwanenburg is ook weer gelijk een succesformule geworden en deze zaak bestaat nu ook al weer 7 jaar. Het leuke is dat uit die samenwerking met hem nu een derde ijssalon is geopend. We hebben dit jaar, als de kers op de taart, een grote winkel in Diemen geopend. Dit is wel de grootste zaak van allemaal. Daar hebben wij nu dan ook de centrale keuken geïnstalleerd. Met deze derde salon zijn we wel echt een samenwerking aangegaan. Ook deze nieuwe winkel met ook weer dezelfde uitstraling, doet het ook weer perfect. Ja, dat is daar ook weer een echt succes geworden.’
HOE HEBBEN JULLIE DAT MET DIE DERDE LOCATIE GEREGELD?
‘Op dit moment hebben wij daar dus de centrale keuken en wij draaien daar samen het ijs. Doordat wij een koelbus hebben aangeschaft, kunnen wij zo het ijs naar de andere winkels rijden. Ook willen wij meer doen met de grote ruimte in Diemen en in de nabije toekomst taartjes en koffie gaan verkopen. Maar nu nog niet, dit jaar moeten we nog erg aanpoten om drie locaties te voorzien met ijs. Juist ook omdat Diemen zo goed loopt. Maar volgend jaar willen wij in de winter daar wel open blijven en die maanden overbruggen met een uitgebreider concept.'
JULLIE ZIJN DUS DE WINTERMAANDEN DICHT?
‘Wij gaan eind oktober dicht tot begin maart, dan gaan wij weer open. We merken zelfs als wij weer open gaan, dat de buurt er heel blij mee is, want het is echt een trekpleister van de buurt geworden, hoewel het hier normaal het rustigste gedeelte van de Rijnstraat is.’
HOE OVERBRUG JIJ DIE WINTERMAANDEN?
‘Dan ben ik heel veel thuis, juist omdat ik de zomer heel veel weg ben en eigenlijk alleen maar op de winkel gefocust ben. Wij zijn in principe open van 12:00 tot 21:00 uur in de zomer en als het heel warm is, dan zijn we soms wel tot 23:00 uur open. Vooral als er mensen nog laat aan de deur staan, dan probeer ik die altijd nog wel te helpen. In de winter wil ik juist meer tijd met mijn kinderen doorbrengen. Die maanden werk ik helemaal niet bij en leef van de buffer, die ik heb opgebouwd in de zomer. Zo knap ik bijvoorbeeld nog wel weer wat aan de winkel op en ga ik naar de ijsbeurs in Italië, waar we voor worden uitgenodigd om ons te laten informeren over nieuwe producten voor het nieuwe jaar. Maar die maanden zijn ook heel fijn om jezelf weer te resetten, na al die drukte. Ik ben echt blij, na al die zomerdrukte eventjes rustiger aan te kunnen doen.’
HOE GA JE OM MET HET PERSONEEL TIJDENS DE WINTERMAANDEN?
‘Wij hebben echt een geweldig team, als ik zie hoe die meisjes hier werken en reageren op de klanten. Dat verbaast mij elk jaar weer. Het zijn echt ijsmeisjes, die gedreven zijn om het zo leuk mogelijk te maken voor de klanten. Het is prachtig te zien met welke interactie zij met de kinderen omgaan. Het enige nadeel is inderdaad, dat ik die goede meisjes heel moeilijk kan vasthouden, omdat we in de wintermaanden dicht zijn. Ik probeer ze dan wel ergens anders te plaatsen voor die periode, zodat ik ze in de zomer terug kan krijgen. Zo heb ik vijf meisjes, die elk jaar trouw terug komen.’
IS ER VOOR J JOU NOG VEEL VERANDERD NA JE OPSTART MET JE VISIE OVER HOE JE HET ALS EERSTE VOOR JE ZAG?’
‘In principe niet, het is vanaf het begin een succesformule geworden. Mede doordat ik eerst een videotheek had, hebben heel veel toenmalige klanten uit de buurt nu kinderen. Doordat ik met hen altijd veel contact hebt gehouden, komen zij ook allemaal nu naar de ijssalon, vanaf het moment dat het open ging. Ik nam als het ware al een heel grote klandizie mee naar deze winkel. En omdat het zo goed loopt, hebben wij het concept en onze visie niet hoeven aan te passen of te veranderen. Vooral het kinderijsje is een topformule. Kinderen staan soms al lachend en beukend voor de ramen, voordat de zaak geopend is. Wij geven op onze kinderijsjes heel een smurfensnoepje en dat is een topformule gebleken. Zo eenvoudig is het soms. Nogmaals ik ben heel blij, dat ik deze ijssalon gestart ben.’
ADVIES VOOR STARTERS
- Laat je niet afschrikken door de negatieve reacties van mensen om je heen. Mensen zullen vaker zeggen, dat het geen goed idee is, wat je wilt gaan doen, dan dat het wel een goed idee is.
- Ondernemerschap is durven, durven om risico’s te nemen.
- Als je echt een goed product verkoopt en je er 100% achter kan staan, zal het altijd een succes worden.
PAUL VAN DIJKEIGENAAR IJSSALON IJSPRET AMSTERDAM1079 HS AmsterdamWebsite: www.ijspretzwanenburg.nlEmail: info [at] ijspretzwanenburg.nl |