Zelfstandig en pensioen

Welke mogelijkheden zijn er?
Lang niet alle zelfstandigen sparen voor hun pensioen, omdat duur is, of moeilijk, de producten onduidelijk zijn en lang niet altijd zeker is wat je later nu precies overhoudt. Om je wat houvast te bieden hebben we de verschillende opties om te sparen voor je pensioen op een rijtje gezet. Niet alleen de verschillende vormen van pensioensparen komen aan bod, maar daarna leggen we ook uit bij welke leeftijd welke spaarvorm nu het meest handig is. Er zijn natuurijk ook alternatieven op het sparen, daarover kun je hier lezen.

1. Banksparen
Banksparen wint aan populariteit door zijn eenvoud. Banksparen is een manier van sparen waarbij je geldt apart zet op een speciale bankrekening, waar je geen belasting over hoeft te betalen. Het nadeel van banksparen is dat je tussentijds niet zomaar geld van de rekening af kunt halen. Dat is dan ook direct misschien wel weer een voordeel, want zo komt je niet in de verleiding om geld uit te geven dat je eigenlijk wilt wegzetten voor later. Verder heb je geen kosten aan polissen bij een bankspaarproduct, wat ook positief is.

2. Lijfrenteregeling
Het principe werkt eigenlijk hetzelfde als bij banksparen, je zet nu ieder maand/kwartaal of jaar geld apart in de vorm van een lijfrentepremie. Dit geld komt echter niet op een spaarrekening terecht, maar zet je opzij bij een verzekeraar. Het nadeel hiervan is de premie die je moet betalen en de kosten, het grote voordeel is dat je wel gegarandeerd bent van een levenslange uitkering. Ieder jaar na je pensioen ontvang je dus een uitkering middels de lijfrenteregeling, zelfs als je 120 jaar wordt. De premies die je nu betaald zijn aftrekbaar in de inkomstenbelasting (Box 1), de uitkeringen die je ontvangt na je pensioen zijn belast als inkomen in Box 1.

3. De Fiscale Oudedagsreserve (FOR)
De FOR is een voorziening speciaal voor ondernemers die ervoor zorgt dat je 10,9% (met een maximum van 9.542 EUR per jaar) van je winst apart kunt zetten op een spaarrekening en hierover nu geen inkomstenbelasting hoeft te betalen. Op het moment dat je met pensioen gaat, valt de FOR vrij en dien je over al het totaal opgespaarde bedrag alsnog af te rekenen (met afhankelijk van het moment van pensionering wel een extra lijfrentepremieaftrek als je je bedrijf staakt). Een voordeel van de FOR is dus uitgestelde belasting en dat is ook meteen het nadeel, want hoe meer je opbouwt, des te groter het bedrag waarover je eens nog dient af te rekenen.

4.’Gewoon’ sparen
Gewoon een spaarrekening openen (al dan niet gekoppeld aan een beleggersrekening) en hier geld op sparen voor later is natuurlijk ook een optie. Het voordeel hiervan is dat dit heel flexibel is, je kunt altijd bij je geld en er zijn geen kosten voor premies en andere bijkomstigheden. Nadelen zijn dat je over het gespaarde belasting betaalt in Box 3 (inkomen uit sparen en beleggen) als je vermogen groter is dan 21.139 EUR. Een ander nadeel is de flexibiliteit, er is geen stok achter de deur om te sparen, waardoor het gevaar groot is dat sparen er nog al eens bij inschiet.

5. ZZP-pensioen spaarfonds
Vanaf 1 december 2014 is het voor zelfstandigen mogelijk om zich aan te melden bij een zzp-pensioenfonds. Je kunt zelf kiezen wat je inleg is, welke uitkering je wilt op het moment dat je met pensioen gaat en hoe lang de uitkering loopt. De uitkering kan ingaan tussen je 60ste en 70ste levensjaar, dat mag je zelf bepalen. Je beleggingsfonds hangt af van je leeftijd, omdat iedere leeftijdsgroep afzonderlijke risico’s met zich meebrengt. De kosten zijn afhankelijk van je inleg.

6. BRIGHTNL
Als je als zelfstandige spaart voor je pensioen via het spaarfonds van BRIGHTNL, ben je ook direct aandeelhouder van BRIGHTNL. Je bepaalt zelf je inleg in het fonds. De uitkeringen na je pensioen vinden maandelijks plaats, je kunt zelf kiezen bij welke verzekeraars deze uitkeringen plaats vinden. De kosten zijn vast per jaar, ongeacht je inleg. De betaalde premie is aftrekbaar wat inhoudt dat je nu minder belasting betaalt omdat je fiscale inkomen lager is. Nadeel van BRIGHTNL en het zzp-pensioenfonds is dat zij weinig flexibel zijn en dat erop gericht dat je langere periode inlegt en je geld echt apart staat.

Welke stappen passen bij je leeftijd?

Onder de 40
Als je onder de veertig bent, heb je doorgaans nog meer dan dertig arbeidsjaren te gaan en is het pensioen nog ver weg. Dat betekent niet direct dat het niet belangrijk is om ook te sparen, want juist deze jaren tellen qua rentecumulatie (rente over rente) dubbel zo hard mee. Banksparen is hiervoor een goede optie, en gewoon sparen al dan niet gekoppeld aan een beleggingsrekening. Deze optie is flexibeler en omdat je dit nog lang vol kunt houden, kan het rendement over een aantal jaar behoorlijk oplopen.

40+er
Wellicht dat er bij eerdere banen waarbij je wel in loondienst hebt gewerkt, pensioen is opgebouwd. Als 40+er is het een goed moment om na te gaan hoeveel je hebt opgebouwd en wat je wensen zouden zijn voor je pensioen. Omdat je nog minstens twintig arbeidsjaren te gaan hebben, zijn de opties die genoemd zijn bij  ‘onder de 40’ ook nog prima van toepassing.

50+er
Als je als vijftigplusser in loondienst werkt, heb je behoorlijk wat pensioen opgebouwd. Als vijftigplussers doe je er wellicht verstandig aan om bij jezelf na te gaan hoelang je nog wil werken en wat daarvoor qua financiën nog voor nodig zijn. Zaken die ook een rol spelen bij de bepaling van welke inleg nodig en producten nodig zijn: zijn overwaarde op het huis, aandelen, een aankomende erfenis.

60+er
Ben je nu zestigplusser, dan nadert het pensioen met rasse schreden. Of je nu veel hebt opgebouwd of niet, heel veel is daar niet direct meer aan te veranderen. Mocht je geld over hebben, dan kun je zelf bepalen hoe je dit eventueel kunt besteden, afhankelijk van je wensen. Een optie is bijvoorbeeld om de hypotheek (gedeeltelijk) af te lossen of te sparen in box 3. Een pensioenverzekering of andere polis is op deze leeftijd een minder voordelig alternatief.

Bron: Personal Finance, uitgave van het FD #2, 2014.