Fiets van de zaak voor ondernemers

Fiets van de zaak voor ondernemers

Ben je ondernemer in de inkomstenbelasting en wil je (vaker) fietsen? Dan kun je gebruik maken van voordelen, waarmee de overheid jouw voornemen  -want fietsen is goed voor mens en milieu- probeert te stimuleren. Zo kun je als ondernemer een fiets ‘op de zaak’ kopen. Er zijn daarbij verschillende voorwaarden en regelingen voor verschillende situaties. Artlupa zet ze op een rij.

Als ondernemer kan je een fiets die je voor zakelijke doeleinden gebruikt 'op de zaak’ zetten. Dit heeft gevolgen voor je aangifte inkomstenbelasting en de  omzetbelasting.

In de inkomstenbelasting zijn er verschillende mogelijkheden voor de fiscale behandeling van een fiets van de zaak voor ondernemers. Iedere optie werkt fiscaal net wat anders. Per optie hebben we de gevolgen samengevat:

a. Je gebruikt je privéfiets voor zakelijke ritten

Heb je je fiets privé gekocht en rij je er nu en dan een zakelijke rit mee? Dan trek je van deze ritten een kilometervergoeding af in de inkomstenbelasting. Van alle zakelijk gereden kilometers mag je een bedrag van € 0,23 per kilometer (was tot 2024 € 0,21) als kosten opvoeren en in aftrek brengen van de winst. Deze kilometers moet je kunnen verantwoorden in een kilometeradministratie.

b. Je gebruikt je zakelijke fiets niet privé 

Als je een fiets aanschaft op het bedrijf en deze enkel gebruikt voor werkdoeleinden, dan geldt de fiets voor de inkomstenbelasting volledig tot de bedrijfsadministratie. Alle kosten die betrekking hebben op de fiets (zoals bijvoorbeeld verzekeringen, onderhoud, schade) worden dan in aftrek gebracht op de winst. Er vindt dus geen bijtelling plaats.

c. Je gebruikt je fiets-op-de-zaak ook privé 

Wanneer je een fiets koopt op de zaak en deze zowel zakelijk als privé gebruikt, zijn kosten die betrekking hebben op de fiets aftrekbaar van je winst in de inkomstenbelasting. Als ondernemer kun je een (elektrische) fiets kopen vanuit je bedrijf als je deze voor 10% of meer zakelijk gebruikt.  Het overige gebruik is privé en je moet hierover daarom 7% bijtelling over de cataloguswaarde van de fiets betalen. De bijtelling geef je op aan de belasting als winst. Je mag de kosten voor de fiets, net als bij andere zakelijke aankopen, aftrekken van de winst en de btw terugvorderen.

Let op: als je de fiets zowel zakelijk als privé gebruikt, dan mag je slechts een deel van de btw terugvorderen als voorbelasting. Hoe dat werkt lees je hier. Je hebt als zzp’er geen recht op kilometervergoeding.

                                                             Fiets van de zaak voor ondernemers

Meer weten?

Ons zusterbedrijf Lexlupa schreef ook over de fiscale regels voor een fietsplan voor werknemers en DGA. Als je als werkgever bij wilt dragen aan het stimuleren van fietsverkeer voor werknemers, dan kun je meedoen aan de campagne ‘Da’s zo gefietst’. In dit artikel van de NFP Groep lees je meer over een fietsplan en belastingvoordeel voor werknemers. Lees hier verder informatie over  de auto van de zaak en fiscale voordelen voor ondernemers in de inkomstenbelasting.

 

Nieuw voor ondernemers: Wetswijzigingen per 1 januari 2024

Nieuw voor ondernemers: Wetswijzigingen per 1 januari 2024

De belangrijkste nieuwe (fiscale) regels op een rij

Op 1 januari 2024 zijn er zestien nieuwe wetten/wetswijzigingen ingegaan die betrekking kunnen hebben op de fiscale situatie van je bedrijf. Lupacompany schreef hier al over in de vorige nieuwsbrief: er werd uitgelegd wat er te verwachten was naar aanleiding van het belastingplan 2024. Nu het nieuwe jaar is begonnen, zetten we de definitieve wetswijzigingen die zijn doorgevoerd voor bedrijfsbelastingen en -heffingen op een rij:

1.      Bedrijfsopvolging en -overname

Regelingen bij overname van een bedrijf Bedrijfsopvolging (BOR) en doorschrijfregeling (DSR) gelden alleen nog voor ondernemingsvermogen. Vermogen uit verhuur van onroerende zaken, valt niet meer binnen de regeling. In 2025 worden oom beleggingsvermogen en bedrijfsmiddelen van meer dan € 100.00 die ook privé gebruikt worden, uitgesloten van de BOR en DSR.

2.      Winstvrijstelling

De winstvrijstelling voor zzp’ers en mkb’ers in de inkomstenbelasting, gaat omlaag van 14% in 2023, naar 12,7% in 2024. Ondernemers gaan dus meer belasting over hun winst betalen.

3.      Aftrek giften

Het aftrekken van giften in de Vennootschapsbelasting verandert. Per 2024 wordt het doen van schenkingen aan een ANBI/SBBI niet langer als verkapte winstuitkering gezien. Hiermee wordt er niet langer een heffing (in de inkomsten- of dividendbelasting) over deze giften gedaan en zijn deze niet langer aftrekbaar van de winst (in de VPB).

4.      Tarieven Box 3

Het tarief van Box 3 in de inkomstenbelasting is met ingang van 1 januari verhoogd van 32% naar 34%. Het heffingsvrije vermogen in box 3 blijft met € 57.000 gelijk aan vorig jaar.

5.      Derdenrekening

Geld van ondernemers (zzp, vof, cv en mts) op een derdenrekening bij een notaris- of advocatenkantoor, wordt voortaan fiscaal gezien als banktegoed, in plaats van belegging. Hierdoor wordt dit tegoed minder zwaar belast.

Let op: deze regeling gaat per 1 januari 2024 met terugwerkende kracht in. Het lagere belastingtarief wordt al toegepast bij de aangifte van 2023. Dit kan aanzienlijk schelen: Het tarief dat voor het afgelopen jaar gerekend wordt over geld op een derdenrekening is hiermee geen 6,17%, maar 0,36%.

6.      Herinvesteringsreserve

Met de herinvesteringsreserve (HIR) mag je onder voorwaarden het betalen van belasting over winst uit verkoop van bedrijfsmiddelen, uitstellen. Deze regel is per 1 januari ook van toepassing op ondernemers die stoppen met een deel van de onderneming door een overheidsmaatregel. Zij kunnen de reserve gebruiken om een nieuwe investering te doen in een ander bedrijf.

7.      Caribisch Nederland

Het belastingstelsel in Bonaire, Sint Eustatius en Saba, is met ingang van het nieuwe jaar meer op het Nederlandse stelsel gaan lijken.  Is jouw onderneming gevestigd in Caribisch Nederland? Dan kun je hier lezen wat de wijzigingen inhouden.

8.      Vergoedingen bezwaar WOZ en bpm

Per 1 januari betaalt de gemeente of belastingdienst proceskostenvergoedingen voor bezwaar tegen WOZ en bpm-bepalingen rechtstreeks aan de bezwaarmaker en niet langer aan de bezwaarbureaus.

9.      Energie-investeringsaftrek

De aftrekregeling voor investeringen in energiebesparende/duurzame bedrijfsmiddelen (EIA), wordt verlengd tot 2029. Het aftrekpercentage is in deze periode lager dan daarvoor: deze daalt in 2024 van 45,5% naar 40%. 

10.    OV kaart

Werkgevers mogen vanaf 1 januari 2024 zonder loonheffing een (deels) zakelijke ov-kaart vergoeden of verstrekken aan een werknemer. Ook als de werknemer de kaart deels persoonlijk gebruikt is het gebruik vrijgesteld van loonheffing.

11.  Accijns alcohol

Ondernemers die alcoholhoudende dranken verkopen, hebben per 2024 te maken met een accijnsverhoging van 16,2%.

12.  Zelfstandigenaftrek

Het bedrag dat je als zelfstandige mag aftrekken van de winst is ook in 2024 onderhevig aan een jaarlijkse verlaging. In 2024 is het drempelbedrag € 3.750. In 2023 was dit € 5.030.

13. Reiskostenvergoeding

Werkgevers mogen per 1 januari € 0,23 per kilometer als reiskostenvergoeding belastingvrij vergoeden. Zzp’ers kunnen eenzelfde tarief over zakelijk gereisde kilometers aftrekken van hun winst.

14. Betalingskorting IB

Ondernemers in de inkomstenbelasting die eerder een betalingskorting kregen als zij hun voorlopige aanslag in één keer (in plaats van meerder termijnen) betaalden, hebben geen recht meer op deze korting. De betalingskorting op de voorlopige aanslag is per 1 januari komen te vervallen.

15.  Box 2

Voor vennoten en dga’s met een aanmerkelijk belang (> 5% aandelen), gelden vanaf 2024 2 tarieven in box 2 van de inkomstenbelasting. Er wordt vanaf nu een basistarief van gehanteerd van 24,5% voor inkomsten tot € 67.000. Inkomsten boven dit bedrag vallen over een hoog tarief van 31%.

16. Nieuwe bronbelasting

Geldstromen van of via Nederland, naar zogenoemde ‘belastingparadijzen’ zullen per 1 januari belast worden met een nieuwe bronbelasting.

Niet fiscaal, wél relevant

Naast fiscale wijzigingen, zijn er ook andere wetten aangepast en ingevoerd waar je als ondernemer mee te maken kunt krijgen. Goed om te weten:

Oprichting bv

Per 1 januari is het mogelijk een bv online op te richten. Een fysiek bezoek aan de notaris is niet langer verplicht.

Omgevingswet

Met ingang van 2024 gaat het omgevingsrecht op in de Omgevingswet: Om makkelijker en sneller een vergunning te kunnen aanvragen, worden 26 eerdere wetten met betrekking tot o.a. ruimte, wonen en infrastructuur, gezamenlijk ondergebracht in één overkoepelende Omgevingswet.

Duurzaamheid

Op het gebied van klimaat en duurzaamheid zien we een aantal opvallende veranderingen per 1 januari. Zo moet je als je meer dan 100 werknemers hebt, jaarlijks gaan rapporteren over het zakelijk- en woon-werkverkeer van je personeel. Ook moeten beursgenoteerde bedrijven/grote ondernemingen verslag gaan uitbrengen over hun duurzaamheidsbeleid.

Minimumloon

De Wet minimumloon en minimumvakantiebijslag is gewijzigd: in plaats van een wettelijk maandloon, wordt er nu een wettelijk uurloon verplicht gesteld. Hiermee wordt het minimumloon per uur voor iedereen -ongeacht het aantal gewerkte uren- hetzelfde.

30% regeling

Als je een buitenlandse werknemer met een specifiek talent of expertise aanneemt, is het niet langer mogelijk zijn of haar kosten voor een verhuizing naar Nederland onbeperkt belastingvrij te vergoeden. Daarentegen komt er een maximum van 30% van de Wet Normering Topinkomens.

AOW-leeftijd

Op 1 januari 2024 is de AOW-leeftijd verhoogd naar 67 jaar.

Meer weten

Als je meer wilt weten over de (fiscale) regels voor ondernemers per 2024 in de inkomstenbelasting, dan kun je bij op deze pagina van de Belastingdienst terecht. Veranderingen in de vennootschapsbelasting vind je hier. Heb je vragen over de gevolgen van een van de nieuwe regelingen voor jouw bedrijf? Neem gerust contact met ons op. We helpen je graag vooruit.

                                                     

Stichting opheffen? Dit moet je regelen

Stichting opheffen? Dit moet je regelen

Als je een stichting wilt opheffen, kan dat snel en eenvoudig: bij geen bezittingen, schulden, personeel en ondernemingsstatus, is het met een bestuursbesluit en een uitschrijving bij de KvK zo geregeld. Maar als er wel bezittingen, schulden of belastingplichten zijn, is het traject dat je moet doorlopen meer omvangrijk en soms complex. We maken het je graag makkelijk(er) en leggen hieronder uit welke stappen je moet nemen.

Bestuursbesluit

Het formele besluit om een stichting te ontbinden, moet genomen worden in de bestuursvergadering van de stichting. Als er een Raad van Toezicht is, dan moet deze eerst goedkeuring geven voor het voorstel tot ontbinding. Zorg dat het formele besluit tot ontbinding wordt genomen in overeenstemming met je statuten. Hierin zijn vereisten voor opheffing geformuleerd. Zo kan er bijvoorbeeld statutair zijn vastgesteld dat een ruime meerderheid moet instemmen met het voorstel, en/of dat er een minimumaantal bestuursleden aanwezig moet zijn bij de stemming. Het bestuursbesluit is ongeldig als er niet op de vastgestelde manier tot overeenstemming is gekomen.

Uitschrijven

Zoals hierboven al even genoemd, kan de opheffing van een stichting snel en eenvoudig. Heeft de stichting bezittingen noch schulden en geen belastingplichten voor de btw, vennootschapsbelasting of loonheffingen? Dan vul je dit formulier in en stuur je het per post op naar de Kamer van Koophandel in jouw regio. Belangrijk is dat je het ontbindingsbesluit meestuurt. In principe zijn dit de notulen van de bestuursvergadering (zie hierboven) waarin tot overeenstemming is gekomen over de opheffing. Vervolgens krijg je een bevestiging van ontbinding en is de stichting officieel opgeheven.

Vereffenen schulden of bezittingen

Als de stichting schulden of bezittingen heeft, dan moeten deze vereffend worden, voordat er tot ontbinding over kan worden gegaan. Hiervoor ben je verplicht om een vereffenaar aan te stellen: iemand die de eindbalans opmaakt en bepaalt wat er gebeurt met de schulden of het vermogen dat er onder de streep overblijft.

a.     Vereffenen van schulden

Slaat de balans negatief uit? Dan moet vastgesteld worden hoe openstaande kosten afbetaald worden. Dit stroomschema kan je helpen om te bepalen op welke manier schulden vereffend kunnen worden. Als er schulden bij de Belastingdienst openstaan die niet tijdig voldaan kunnen worden, moet je melden dat er sprake is van betalingsonmacht. Je krijgt met deze melding niet automatisch kwijtschelding. Daarvoor kun je hier terecht. Is de stichting niet in staat om de schulden te vereffenen? Dan moet je faillissement aanvragen.

b.     Vereffenen van bezittingen

Een balans met een positief resultaat, moet bij stichtingen vereffend worden zoals is vastgesteld in de statuten. Heeft de stichting een ANBI-status? Volgens de liquidatiebepaling voor culturele ANBI’s, moet een batig liquidatiesaldo besteed worden aan een (vergelijkbare) ANBI (zie kader).

Als je wel schulden of bezittingen zijn vereffend, dan ontbind je de stichting met een uitschrijving bij de Kamer van Koophandel. Je doet dat door dit formulier te deponeren bij het KvK kantoor in jouw regio. Ook stuur je hier het ontbindingsbesluit mee (zie hierboven), waarin ook is opgenomen wat er met het eventuele overgebleven saldo gebeurt en wie als vereffenaar verantwoordelijk is voor de afhandeling hiervan.

Opzeggen ANBI-aanwijzing

ANBI’s zijn zelf verplicht het te melden als de ANBI-aanwijzing beëindigd moet worden. Dit kan het geval zijn bij opheffing, fusie of het veranderen van de doelstelling en het niet langer voldoen aan de voorwaarden. Beëindiging van de ANBI-status regel je schriftelijk door een brief te sturen naar het ANBI Expertisecentrum.

Wordt of werd een aanwijzing als ANBI in 2013 of later beëindigd en beschikt(e) de instelling over een vermogen van €25.000 of meer? Dan ben je na de beëindiging verplicht tot het verstrekken van informatie over het verloop van het vermogen. Om te voldoen aan de informatieplicht vul je jaarlijks een formulier in (hier te vinden).

In dit artikel leggen we meer uit over (het aanvragen, wijzigen of opheffen van) de ANBI-status.

Fiscale gevolgen opzeggen stichting

Als de stichting voor de belasting als onderneming werd gekenmerkt, dan ben je mogelijk belastingplichtig voor de btw en de vennootschapsbelasting en wil je uiteraard dat deze plicht vervalt bij ontbinding. Ook zul je, wanneer de stichting personeel in dienst heeft, een procedure moeten starten om loonheffingsplicht te beëindigen.

a.     Btw en vennootschapsbelasting

Als je je stichting ontbindt bij de Kamer van Koophandel, dan geeft de KvK je uitschrijving door aan de Belastingdienst. Je ontvangt vervolgens een brief van de Belastingdienst waarin staat per wanneer de aangifteplicht vervalt. Let op dat je tot dit moment aangifte blijft doen, ook als je niets aan te geven hebt. Je voorkomt dan middels een nihilaangifte dat je in gebreke blijft met betrekking tot je belastingplichten. Stichtingen in de vennootschapsbelasting moeten bij de laatste VpB-aangifte een eindafrekening doen. Je boekhouder kan je hierbij helpen. 

b.     Loonheffingen

Voor een stichting met personeel in dienst, heeft ontbinding tot gevolg dat medewerkers ontslagen worden. Hiervoor moet je verschillende zaken regelen: er moet aangezegd worden, een ontslagvergunning aangevraagd worden, een sociaal plan opgesteld, transitievergoedingen voldaan worden. In dit artikel leggen we uitgebreider uit welke stappen een werkgever moet nemen bij ontslag.
Met betrekking tot de fiscale gevolgen van het opheffen van de stichting is het belangrijk dat je doorgeeft aan de Belastingdienst dat de loonheffingsplicht niet langer van toepassing is. Je stuurt daarvoor dit formulier op naar de Belastingdienst. Blijf, net als bij de btw en VpB, aangifte doen totdat je een officiële bevestiging hebt van de datum per wanneer de loonheffingsplicht eindigt. Als je niets aan te geven hebt -want, geen personeel meer- doe je een nihilaangifte.

Twijfel je of de opheffing van je stichting fiscale gevolgen heeft? Met deze check voor stichtingen en verenigingen van de Belastingdienst weet je het zeker.

Meer weten

Verder lezen over het ontbinden van een stichting doe je bij de Kamer van Koophandel en de Belastingdienst. Check de links als je onze artikelen over de stichting, de ANBI-status, Wbtr wetgeving of een stappenplan voor ontslag wilt lezen. Natuurlijk kun je met vragen of voor meer informatie ook bij ons terecht. We helpen je graag verder.

  

Wettelijke betaaltermijn verkort

Wettelijke betaaltermijn verkort

Lever je als ZZP-er of MKB-er goederen of diensten aan een grote onderneming? Per 1 juli 2022 is de wettelijke betaaltermijn verkort van geldvorderingen door jouw bedrijf van 60 naar 30 dagen. Grote bedrijven moeten je facturen dus sneller betalen.

Voor wie is de wettelijke betaaltermijn verkort?

Om te onderzoeken of jouw afnemer verplicht is om de maximale betaaltermijn te verkorten naar 30 dagen, en jij dus de betalingstermijn op je factuur kunt aanpassen, check je of het bedrijf aan onderstaande criteria voldoet: 

  • de onderneming heeft een balanstotaal van meer dan € 20 miljoen;
  • de onderneming heeft een netto-omzet van meer dan € 40 miljoen;
  • de onderneming heeft 250 werknemers of meer in dienst.

Voldoet een bedrijf waar je goederen of diensten aan levert aan tenminste twee van de drie bovenstaande criteria? Dan is deze verplicht de kortere betaaltermijn in acht te nemen. Als jouw onderneming volgens bovenstaande definitie een grote onderneming is, dan moeten inkomende facturen van kleinere organisaties binnen 30 dagen voldaan worden.

Verlengen betaaltermijn

Hoewel uiterste betaaltermijnen wettelijk zijn vastgesteld, kun je in bepaalde situaties een langere betaaltermijn overeenkomen. De maatstaven voor het verlengen van een betaaltermijn zijn als volgt:

  • de vraag of de schuldenaar objectieve redenen heeft om af te wijken van de termijn;
  • de aard van de prestatie;
  • elke aanmerkelijke afwijking van goede handelspraktijken.

Wettelijke betaaltermijn kleinere bedrijven

Als je wettelijk gezien een ‘kleiner bedrijf’ hebt, dan verandert er niets in de betaaltermijn voor inkomende facturen.  Voor deze bedrijven had de wetgever een uiterste betaaltermijn voor geldvorderingen opgenomen van 60 dagen. Deze termijn blijft van kracht.

Overgangsperiode bestaande overeenkomsten

Voor bestaande overeenkomsten is vastgesteld dat er een overgangstermijn van een jaar van toepassing is. Daarmee hoeven betalingstermijnen op lopende overeenkomsten van voor 1 juli 2022 niet meteen te worden verkort. Met ingang van 1 juli 2023 moeten ook deze overeenkomsten zijn aangepast naar de verkorte betalingstermijn. Regelt je afnemer niet op tijd dat de betaaltermijn van 30 dagen in acht wordt genomen? Dan wordt het beding in de overeenkomst dat een langere betalingstermijn vaststelt, juridisch ongeldig.

Achterstallige betalingen

Indien de facturen die je als ZZP-er of MKB-er naar een grote onderneming stuurt, niet binnen de wettelijke betaaltermijn worden voldaan, dan heb je recht op boeterente. De afnemer is voor de periode dat de betaling te laat is 8% rente over het factuurbedrag verschuldigd. Je kunt tot 5 jaar na de uiterste betaaldatum aanspraak maken op deze handelsrente. Ook zijn eventuele incasso/procedurele kosten voor rekening van de wanbetaler (mits deze geen gegronde redenen -zoals wanprestatie- heeft om de betalingstermijn te overschrijden). Bij het Meldpunt achterstallige betalingen kun je (anoniem) melding doen bij wanbetaling door een grootbedrijf. Er wordt dan een inschatting gemaakt of het bedrijf onder toezicht moet worden gesteld.

Betaaltermijn verkort naar buitenlandse leveranciers

Wanneer je als niet-Nederlands bedrijf goederen of diensten aan een Nederlands grootbedrijf verkoopt, dan is dit bedrijf aan de Nederlandse wet gebonden. Daarom moet hij ook buitenlandse MKB-bedrijven die aan hem leveren binnen 30 dagen betalen. Neem je als grootbedrijf af van buitenlandse MKB-ers? Zorg dan dat je je facturen binnen de nieuwe termijn voldoet, of dat je langlopende overeenkomsten binnen een jaar aanpast.

Verder lezen

Op het Ondernemersplein van de Kamer van Koophandel vind je meer informatie over de gehalveerde betalingstermijn. Wil je verder de diepte in? In Artikel 119 Burgerlijk Wetboek Boek 6 lees je wat de exacte wettelijke bepalingen zijn met betrekking tot de verkorte betaaltermijn. De Autoriteit Consument en Markt publiceerde een nieuwsbericht over het door hen opgerichte Meldpunt achterstallige betalingen. Lexlupa schreef dit artikel over facturering.

 

Eindejaarstips 2022: bereid je voor op fiscale veranderingen in 2023

Eindejaarstips 2022: bereid je voor op fiscale veranderingen in 2023

Wil je fiscaal goed voorbereid het nieuwe jaar in? Met onze eindejaarstips ben je goed op weg! In dit artikel zetten we een zestal verwachte wijzigingen uiteen, waar je de komende periode mogelijk op wilt participeren. 

Onderstaande fiscale plannen voor 2023, zijn pas definitief nadat deze eind december door de eerste kamer zijn goedgekeurd. Een overzicht van de definitieve veranderingen publiceren we begin 2023 op onze website.

Tip 1
Los bovenmatige schulden DGA af

Leen je geld bij je eigen vennootschap? Met ingang van 2023 gaat er een bovengrens van 700.000 in als belastingvrije som. Geleend geld boven dit bedrag wordt belast met 26,9% inkomstenbelasting. We adviseren daarom om schulden boven dit bedrag voor 31 december 2023 (het eerste toetsingsmoment) af te lossen.

Tip 2
Optimaliseer verdeling fiscale partners Box 3

Door gebruik te maken van de mogelijkheid voor fiscale partners om vermogen op papier naar elkaar gelijk te trekken, kunt je fiscaal voordeel in box 3 behalen. Lupacompany houdt met de aangiften rekening met de mogelijkheid om het belastbaar Box 3 vermogen fiscaal zo aantrekkelijk mogelijk aan te geven.

Tip 3
Participeer op oplopende invorderingsrente

De verlaging van invorderingsrente als gevolg van corona, wordt stapsgewijs omhoog bijgesteld. Om gebruik te maken van een lager tarief, is het dus zaak om -indien mogelijk- tijdig af te lossen. Op 1 juli jl. is de rente al verhoogd van 0 naar 1%. Jaarlijks (per 1 januari) komt hier een procent bij, totdat deze vanaf 2024, 4% bedraagt.

Tip 4
Houd rekening met een verlaging van schijf 1 in de Vpb

Per 2023 wordt de grens voor de eerste schijf in de vennootschapsbelasting flink verlaagd. Deze is dan niet langer €395.000, maar wordt teruggebracht naar €200.000. Boven dit bedrag betaalt je bedrijf het hoge tarief (25,8%). Daarbij wordt het tarief over de eerste €200.000 (schijf 1) verhoogd van 15 naar 19%.

Tip 5
Onbelast schenken voor woning? Wacht niet te lang!

Wil je gebruik maken van de regeling waarbij je tot 106.671 euro onbelast mag schenken voor een eigen woning? Dan moet je dat nog dit jaar doen. Want per 2023 is het nog maar mogelijk om tot €28.947 belastingvrij te schenken voor de aanschaf van woonruimte. Per 1 januari 2024 wordt de regeling zelfs in het geheel afgeschaft. Eerder verstrekte belastingvrije schenkingen moeten voor 2025 besteed worden.

Tip 6
Check veranderingen fiscale oudedagsreserve (FOR)

Het kabinet is voornemens om door te voeren dat per 1 januari 2023 de oudedagsreserve niet meer kan worden opgebouwd. Nieuwe opbouw van de reserve is dan dus niet meer mogelijk. Als je momenteel een FOR opbouwd, zal dit inhouden dat je hier niet mee verder kan. Reeds opgebouwde oudedagsreserve kan volgens de huidige regels worden afgewikkeld. Dat betekent dat het hele bedrag in één keer vrijkomt of kan worden omgezet in een lijfrente product. 

Belastingplan 2022

Belastingplan 2022

In dit artikel de volgende onderwerpen aangaande belastingheffing in 2022 volgens de wet belastingplan 2022. Dit betreft nog geen definitieve wetgeving. En verder een aantal corona maatregelingen die in 2020 al liepen zijn in dezelfde wet opgenomen.

  1. Inkomstenbelastingtarief en kortingen
  2. Afbouw zelfstandigenaftrek in 14 jaar
  3. Loonheffingen: werkkostenregeling
  4. Coronamaatregelingen
  5. Vennootschapsbelasting
  6. Aandelenoptie
  7. Hybride entiteiten en voorkoming niet heffing

 

1. Inkomstenbelastingtarief en kortingen 2022

Schijven en tarieven

De inkomstenbelasting kent nu twee schijven. De eerste schijf kent een tarief van 37,07% en vanaf een inkomen van  €69.398 is er de tweede schijf en dan is het tarief 49,5%.

Voor ouderen is het tarief in de eerste schijf 19,2%, vanaf €35.000 is het tarief 37,1% en vanaf €68.507 inkomen is er de derde schijf en dan is het tarief 49,5%.

Aftrektarief maximaal 40% in 2022

Aftrektarief is maximaal 40% voor een reeks aftrekposten, in 2021 was dit nog 43% en in 2023 wordt dat 37,07%. Hieronder een lijst van aftrekposten onder deze beperking.

Ondernemers
MKB winstvrijstelling, speur- en ontwikkelingswerk, meewerkaftrek, zelfstandigenaftrek, startersaftrek bij arbeidsongeschiktheid, stakingsaftrek en de terbeschikkingstellingsvrijstelling.

Alle belastingplichtigen

Hypotheekrente aftrek,  alimentatie-aftrek, giftenaftrek, weekend uitgave voor gehandicapte kinderen en aftrek van specifieke zorgkosten.

Scholingsuitgaven in de inkomstenbelasting

LET OP: scholingsuitgaven zijn niet meer aftrekbaar voor de inkomstenbelasting in 2022. Vanaf 1 maart kun je STAP budget aanvragen voor studiekosten bij het UWV.

Voor ondernemers zijn er andere regels, namelijk zakelijke studiekosten zijn aftrekbaar voor de winst.

Algemene heffingskortingen

De algemene heffingskortingen stijgen met €51 naar €2.888. Het maximale bedrag aan heffingskorting ontvang je bij €21.318 inkomen en daalt naar mate je meer inkomen hebt. De korting daalt naar nul bij een inkomen van 69.399 euro. Voor iedereen met een AOW vanaf 1 januari 2022 is de korting maximaal €1.494,-.

Arbeidskorting

De arbeidskorting stijgt met €55 naar €4.260 euro. De maximale arbeidskorting ontvang je bij een inkomen van €36.360 en daalt naar nul bij een inkomen van €109.347. Voor iedereen met een AOW vanaf 1 januari 2022 is de korting maximaal €2.204,-.

Combinatiekorting (IACK = inkomensafhankelijke combinatiekorting)

Een korting voor iedereen met kinderen beneden de 12 jaar en die daarnaast werken. Het maximum bedrag is €2.534, en loop van nihil bij een inkomen van €5.220 naar het maximum bij een inkomen van €27.350.

Ouderenkorting

De ouderkorting gaat omhoog naar €1.726. De vermindering van de korting boven een inkomen van €38.465 gaat geleidelijk omlaag naar nihil bij een inkomen van €49.324.

Uitbetalen heffingskortingen

Wanneer de heffingskortingen door de minstverdienende partner niet of niet geheel wordt verzilverd worden deze, mits de meestverdienende partner voldoende belasting betaald, aan de minstverdienend partner uitbetaald. Wanneer je voldoet aan de voorwaarden dan is het recht zelf afhankelijk van je leeftijd. Ben je geboren voor 1963 dan heb je recht op de volledige heffingskorting van €2.888. Ben je na 1963 geboren dan is het bedrag lager namelijk €193 (2021 was dit nog €379).

Aanpassing Box 3

Het heffingsvrijvermogen wordt in 2022 verhoogd naar €50.650. Het belastingtarief blijft 31%. De heffingskorting voor Groen beleggen is 0,7% van de vrijstelling (geen fiscaal partner is de vrijstelling €61.215, met een fiscaal partner is de vrijstelling €122.430).

2. Afbouw zelfstandigenaftrek in 14 jaar.

De zelfstandigenaftrek is in 2021 €6.670, maar daalt in 2022 met €360 naar €6.310 en ook daarna daalt het door naar uiteindelijk €3.240 in 2036.

3. Loonheffingen

Gerichte vrijstelling voor thuiswerkkosten

Voor medewerkers die geheel of gedeeltelijk gedurende de dag thuiswerken mogen van de werkgever een onbelaste vergoeding ontvangen van €2,- per dag.

Gerichte vrijstelling voor scholingskosten

Als de werkgever scholingskosten vergoed van een (oud) werknemer dan is dat belastingvrij. Vanaf 1 maart kun je STAP budget aanvragen voor studiekosten bij het UWV. Het uitruilen van bruto loon tegen studiekosten is ook mogelijk.

4. Corona maatregelen

De inkomsten uit de TVL en de regeling TONK zijn niet belast voor de inkomstenbelasting of de vennootschapsbelasting.  De vergoedingen uit de NOW regeling is wel belast.

5. Vennootschapsbelasting

Aanpassing tarief

Het VPB tarief blijft 15% in 2022, boven de schijfgrens van €395.000 is het tarief 25,8%. Zie hieronder het schema:

Jaar

Indien de winst kleiner is dan de schijfgrens dan is het VPB tarief:

Schijfgrens

Indien de winst groter is dan de schijfgrens dan is het VPB tarief:

2021

15%

€245.000

25%

2022

15%

€395.000

25,8%

 

Aanmerkelijk belang – BOX 2

Wanneer er sprake is van een aanmerkelijk belang dan is het tarief in Box 2 net zo als in 2021 26,9%.

 

Aanpak informele kapitaalstructuren

Vanaf 2022 is het niet meer mogelijk om binnen concerns kosten af te trekken van winst in Nederland als daar bij de andere partij in het buitenland daar op de inkomsten/voordeel te weinig belasting wordt betaald.

Innovatie box

Het verlaagde tarief aangaande inkomsten uit hoofde van de innovatie box blijft netals in 2021 9%. Dat was eerder 7%.

Teruggaaf dividend- en kansspelbelasting

Vanaf 2022 is er geen teruggaaf meer mogelijk van betaalde dividend- en kansspelbelasting. Dit was tot 2021 mogelijk wanneer de winst van een onderneming nihil was. Vanaf 2022 is de betaalde dividend- en kansspelbelasting wel te verrekenen met toekomstige winsten.

6. Aandelenopties

Er is een plan om het heffingsmoment voor de belastingen (loonheffingen) te verplaatsen naar een later moment. Een aandelenoptie is een recht om een aandeel te kopen op een later moment tegen betaling van vooraf vastgestelde prijs.  Nu is het zo dat bij het uitoefenen van het recht (dwz aandelenkoop) er dan sprake het betalen van loonheffingen, echter als de aandelen niet verkocht kunnen worden bijvoorbeeld omdat er sprake is van een plicht tot aanhouden van de aandelen (lockup) dan moet het geld uit eigen middelen worden voor gefinancierd. Dit kan voor bepaald soort bedrijven een probleem zijn. De bedoeling is om het heffingsmoment te verplaatsen van de koop van aandelen naar de verkoop van aandelen. De verwachting is dat er in 2022 een wetsvoorstel komt.

7. Belastingplicht samenwerkingsverbanden

Vanaf 2022 is het voor hybride ondernemingen die in Nederland gevestigd zijn verplicht om belastingaangifte te doen. Hiermee wordt beoogd dat hybride mismatches die kunnen leiden tot het niet betalen van belasting wordt voorkomen.

 

Verlaagd btw-tarief

Verlaagd btw-tarief

Het standaard btw-tarief in Nederland is 21%. Dus als ondernemer ga je er in principe vanuit dat je 21% btw op je uitgaande facturen in rekening brengt, en hetzelfde percentage btw als voorbelasting betaalt over inkomende facturen. Maar om bepaalde goederen en diensten aantrekkelijker te maken, is hierop een verlaagd btw-tarief van 9% van toepassing. Zo stimuleert de overheid de toegankelijkheid van producten en activiteiten. Omdat het niet altijd duidelijk is over welke goederen en diensten je een verlaagd btw-tarief mag berekenen, zetten we deze in dit artikel op een rij.

Goederen belast met 9% btw

  1. Voedingsmiddelen: Alle voedingsmiddelen voor menselijke consumptie vallen onder het lage tarief. Alcoholhoudende dranken, tabak en voedingsmiddelen voor dierlijke consumptie zijn uitgezonderd.
  2. Water: Sommige soorten water (zoals leidingwater en gedestilleerd water) vallen onder het lage tarief. Over andere soorten (zoals bijvoorbeeld zeewater of stoom) moet 21% btw afgedragen worden. Om te zien welk tarief van toepassing is op het water dat jij levert of afneemt kijk je hier.
  3. Agrarische goederen zoals veevoer, stro en zaden vallen onder het verlaagde tarief.
  4. Om de toegankelijkheid van genees-, en hulpmiddelen te vergroten vallen ook deze producten onder het verlaagde btw-tarief. Geneesmiddelen en aanverwante goederen als voorbehoedmiddelen, infusievloeistoffen en inhalatiegassen zijn belast met 9% btw.
  5. In een aantal gevallen vallen kunst, verzamelvoorwerpen en antiek onder het 9%-tarief. Check hier onder welke voorwaarden.
  6. Boeken, dagbladen, weekbladen, tijdschriften vallen onder 9% btw. Periodieke uitgaven moeten wel minstens drie keer per jaar verschijnen om onder het gereduceerde btw-tarief te vallen.

Heb je nog vragen?  Hier  lees je in meer detail over goederen in het 9% tarief.

 

Diensten belast met 9% btw

  1. Reparatiewerkzaamheden aan fietsen, schoeisel, lederwaren, kleding en huishoudlinnen zijn met het lage tarief van 9% belast.
  2. Kappersdiensten. Let op, de verkoop van haarverzorgingsproducten, het verzorgen van haar van dieren en andere schoonheidsbehandelingen vallen niet onder het verlaagde tarief.
  3. Werkzaamheden aan woningen. Stukadoren, schilderen, isoleren, behangen en schoonmaken bij woningen die ouder zijn dan twee jaar vallen zijn met 9% belast.
  4. Het verstrekken van kampeergelegenheid en logies voor kort verblijf (maximaal 6 maanden per jaar).
  5. Optredens door uitvoerende kunstenaars  waar publiek direct (bijvoorbeeld een dansvoorstelling) of indirect (bijvoorbeeld een cd-opname) deel van uitmaakt. Het btw tarief voor kunstenaars verschilt per dienst. Kijk hier om zeker te weten dat je het juiste tarief hanteert.
  6. Bij sportwedstrijden, het aanbieden van sportgelegenheid, zwembaden en sauna’s is het btw-tarief 9%.
  7. Personenvervoer, zoals taxivervoer en openbaar vervoer zijn laag belast.
  8. Het opleveren van goederen die met 9% belast zijn (zie hierboven) valt onder hetzelfde lage btw-tarief.

Heb je nog vragen?  Hier  lees je in meer detail over diensten in het 9% tarief.

 

Combinaties

Het kan voorkomen dat je als ondernemer een combinatie van goederen en diensten levert waarbij verschillende tarieven gelden. In sommige gevallen moet je dan de verschillende tarieven apart berekenen en factureren, maar in andere situaties valt de combinatie onder één tarief. De stelregel hierbij is dat de consument de goederen en diensten als één geheel ziet, of als de goederen en diensten deel van elkaar uitmaken. Zo vallen de reparaties van een fietsmaker en de daarbij gebruikte materialen onder hetzelfde lage tarief. Omdat het niet altijd duidelijk is of combinaties wel of niet onder hetzelfde tarief vallen is het altijd raadzaam om de eigen situatie voor te leggen bij de Belastingdienst of jouw financieel adviseur.

 

0% btw-tarief

Tot slot zijn er nog een aantal situaties waarin helemaal geen btw berekend hoeft te worden. Onder dit zogenoemde 0% tarief vallen bijvoorbeeld diverse internationale tansacties en internationaal personenvervoer. De btw kan dan onder bepaalde voorwaarden worden   verlegd. Ook kun je als kleine ondernemer onder bepaalde voorwaarden   vrijstelling van de btw-administratie   krijgen.

 

Meer weten?

Lees meer over de omzetbelasting, het  verleggen van btw  of  betalingskenmerken  bij de btw-aangifte. Of ga naar  de site van de Belastingdienst  om je verder te verdiepen in de verschillende btw-tarieven.

Vermogen in 2021 en tips om belasting te besparen

Vermogen in 2021 en tips om belasting te besparen

In deze tekst behandelen we de box 3 belasting, het toetsingsvermogen voor de toeslagen en hebben we een aantal tips om belasting te besparen in box 3.

Box 3 vermogen

Maar eerste even, waar hebben we het over. Je moet belasting betalen over het rendement op je vermogen. Het rendement is fictief en wordt door de wetgever bepaald. Over het een deel van het vermogen betaal je geen belasting daarboven betaal je wel belasting. Tot het jaar 2017 was het fictieve rendement altijd 4%, en vanaf 2017 zijn er verschillende rendementen. En hoe hoger het vermogen hoe hoger het fictieve rendement, en hoe hoger… nou ja je snapt het.

De staffel voor 2021 (peildatum 1 januari 2021) per volwassene:

Dat is 0,00% voor vermogen tot 50.000 euro (heffingsvrijvermogen)
Dat is 1,9% voor vermogen tussen de 50.000 en 100.000
Dat is 4,5% voor vermogen tussen de 100.000 en 1 miljoen
Dat is 5,69% voor vermogen boven de 1 miljoen

Het belastingtarief is 31% over het fictieve rendement.

Toetsingsvermogen toeslagen

Uitgezonderd de zorgtoeslag en de kinderopvangtoeslag kennen de toeslagen een vermogenstoets. In de zin dat je recht op toeslag daarvan afhankelijk is, zit je boven de grens dan heb je geen recht op die specifieke toeslag.

Vermogensgrenzen 2021 (peildatum: 1 januari 2021) toeslagen

 

Geen toeslagpartner

Toeslagpartners

Huurtoeslag*

€31.340

€62.680

Zorgtoeslag

€118.479

€149.819

Kindgebonden budget

€118.479

€149.819

*let op heb je medebewoners dan per medebewoner €31.340,- vermogen.

Belasting besparen Box 3

Hieronder volgen tips. Alleen gebruiken wanneer  je vermogen boven de €50.000 is.

Tips: makkelijk te doen

Je moet belasting betalen over je vermogen. Er wordt gekeken naar je saldo op je bankrekening op 1 januari 2021. Dus als het saldo lager is betaal je minder belasting.

Tip 1: Geld uitgeven voor het einde van het jaar: koop die auto, jas of vakantiereis

Tip 2: Geld opnemen voor het einde van het jaar: je mag €534 contant geld hebben per persoon

Tip 3: Verminder je schulden: los kleine schulden af bijv.: je studieschuld, aanslag of credit card.

Tip 4: Geef geld weg: doe een donatie of gift aan een goed doel

Tips: Makkelijk maar wel opletten

Tip 5: Verminder je schulden: los je hypotheek af van je woonhuis (hoofdverblijf).

Let op: er kan een boete zitten op aflossen, check het met je bank.

Tip 6: Doe een schenking

Let op: tot 2.208 euro kun je sowieso aan iedereen onbelast schenken, meer dan moet je de regels nazoeken en schenk niet aan je eigen minderjarige kinderen.

Tip 7: Betaal vooruit: zorgpremie, rente, belastingaanslagen

Let op: je moeten wel erachteraan anders betaal je onverschuldigd.

Tips: Lastige tips wanneer het al december is.

Tip 8: Verkoop je huis na 1 januari 2021. Verkoop je je huis in december dan zal de overwaarde op je bankrekening staan en meegenomen worden in Box 3.

Tip 9: Verhuur je huis niet: verhuur je eigen woning niet t/m 1 januari 2021. Doe je dat wel dan wordt het verhuurde huis meegenomen in Box 3.

Tip 10: Ga een relatie aan: Trouw of ga een geregistreerd partnerschap aan met een arm iemand en verhoog zo je heffingsvrijvermogen.

Tip 11: Beleg via een groenfonds, de overheid heeft een fondsen aangewezen waar een belastingvoordeel is. Let op er zijn maximale vrijstellingen en het vermogen telt wel mee bij de toeslagen. Je moet er wel op tijd bij zijn.

 

Dit zijn de aangewezen fondsen:

 

- ABN AMRO Groenbank bv

- ASN Groenprojectenfonds

- Regionaal Duurzaam 1

- Stichting Groenfonds

- Stichting NOTS RE Investments

- Triodos Groenfonds nv

- Groenwoningen Fonds

 

https://download.belastingdienst.nl/belastingdienst/docs/overzicht_fonds_belegging_belastingvoordeel_ib2001z2pl.pdf

Belastingplan 2021 en lijst met fiscale coronamaatregelen

Belastingplan 2021 en lijst met fiscale coronamaatregelen

In dit artikel de volgende onderwerpen aangaande belastingheffing in 2021 volgens de wet belastingplan 2021. Dit betreft nog geen definitieve wetgeving. En verder een aantal corona maatregelingen die in 2020 al  liepen zijn  in de zelfde wet zijn opgenomen.

  1. Inkomstenbelastingtarief en kortingen
  2. Afbouw zelfstandigenaftrek in 16 jaar
  3. Loonheffingen: scholingskosten oud werknemers
  4. Coronamaatregelingen
  5. Vennootschapsbelasting
  6. Baangerichte investeringskorting (BIK)

 

Bijlage: coronamaatregelen en  overzicht looptijd (status 1 december)

 

1. Inkomstenbelastingtarief en kortingen 2021

Schijven en tarieven

De inkomstenbelasting kent nut twee schijven. De eerste schijf kent een tarief van 37,1% en vanaf €68.507 inkomen is er de tweede schijf en dan is het tarief 49,5%.

Voor ouderen is het tarief in de eerste schijf 19,2%, vanaf €35.000 is het tarief 37,1% en  vanaf €68.507 inkomen is er de derde schijf en dan is het tarief 49,5%.

Kortingen

Heffingskorting

De algemene heffingskortingen stijgen met €126 naar €2.837. Het maximale bedrag aan heffingskorting ontvang je bij €21.043 inkomen en daalt naar mate je meer inkomen hebt. De korting daalt naar nul bij een inkomen van 68.507 euro.

Arbeidskorting

De arbeidskorting stijgt met €386 naar €4.205 euro. De maximale arbeidskorting ontvang je bij een inkomen rond de €35.000 en daalt naar nul bij een inkomen van €110.000.

Combinatiekorting (IACK = inkomensafhankelijke combinatiekorting)

Een korting voor iedereen met kinderen beneden de 12 jaar en die daarnaast werken. Het maximum bedrag is €2.815, en loop van  nihil bij een inkomen van €5.153 naar het  maximum bij een inkomen van €30.000.

Ouderenkorting

De ouderkorting gaat omhoog naar €1.703. De vermindering van de korting boven een inkomen van €37.970 gaat geleidelijk omlaag naar nihil bij een inkomen van €50.000.

Uitbetalen heffingskortingen

Wanneer de heffingskortingen door de minstverdienende partner niet of niet geheel wordt verzilverd worden deze, mits de meestverdienende partner voldoende belasting betaald, aan de minstverdienend partner uitbetaald. Wanneer je voldoet aan de voorwaarden dan is het recht zelf afhankelijk van je leeftijd. Ben je geboren voor 1963 dan  heb je recht op de volledige heffingskorting van €2.837. Ben je na 1963 geboren dan is het bedrag lager namelijk €379.

Aanpassing Box 3

Het heffingsvrijvermogen wordt in 2021 verhoogd naar €50.000.  Let op het belastingtarief gaat naar (van 30%) naar 31%. Lees meer in dit artikel.

2. Afbouw zelfstandigenaftrek in 16 jaar.

De zelfstandigenaftrek is in 2020 €7.030, maar daalt in 2021 met €360 naar €6.670 en ook daarna daalt het door naar uiteindelijk €3.240 in 2036.

3.  Loonheffingen

Als de werkgever scholingskosten vergoed van een werknemer dan is dat belastingvrij. Dat geldt nu ook voor oud-werknemers.

4. Corona maatregelen

Er zijn heel veel maatregelingen, die op het moment van schrijven alweer oud nieuws zijn. In de bijlage de hele lijst. Om een paar onderwerpen er uit te halen. Het urencriterium voor de zelfstandigenaftrek is voor de periode 1 maart t/m 1 oktober zo geregeld dan je voor die periode gemiddeld 24 uur  per week hebt gewerkt, ook al was dat niet zo. Voor arbeidsongeschikten gaat het dan om 16 uur per week.

De inkomsten uit TOGS en TVL zijn niet belast voor de inkomstenbelasting of de vennootschapsbelasting. En BTW vrijstelling voor het uitlenen van zorgpersoneel.

5. Vennootschapsbelasting

Aanpassing tarief

Het VPB tarief gaat van 16,5% naar 15% in 2021, boven de schijfgrens van €245.000 is het tarief 25%.  Zie hieronder het schema:

Jaar

Indien de winst kleiner is dan de schijfgrens dan is het VPB tarief:

Schijfgrens

Indien de winst groter is dan de schijfgrens dan is het VPB tarief:

2020

16,5%

€200.000

25%

2021

15%

€245.000

25%

2022

15%

€395.000

25%

 

Aanpassing verliesverrekening

 

De verliesverrekening wordt onbeperkt vooruit + 1 jaar terug. Dit was 1 jaar terug en 6 jaar vooruit. Echter de verrekbaarheid hangt af van de hoogte van de winst, de winst tot 1 miljoen is voor 100% inzetbaar voor verrekening maar vanaf 1 miljoen is de winst voor 50% inzetbaar voor verrekening.

 

Aanpak informele kapitaalstructuren

 

Van 2022 is het niet meer mogelijk om binnen concerns kosten af te trekken van winst in Nederland als daar bij de andere partij in  het buitenland daar op de inkomsten/voordeel te weinig belasting wordt betaald.

 

Innovatiebox

 

Het verlaagde tarief gaat omhoog aangaande inkomsten uit hoofde van de innovatiebox. Het tarief gaat in 2021 naar 9%. Dat was eerder 7%.

 

6. Baangerichte investeringskorting (BIK)

 

Bedrijven die een investering doen in 2021 en 2022 krijgen een investeringskorting en die korting is te verrekenen met de af te dragen loonheffing. De korting is 3,9% voor investeringen tot €5.000.000 erboven is het 1,8%.

 

Bijlage: coronamaatregelen en  overzicht looptijd

Om ondernemers zo goed mogelijk te helpen tijdens de coronacrisis zijn vanaf maart dit jaar meerdere belastingmaatregelen tijdelijk versoepeld. Een groot deel van deze versoepelingen loopt op 1 oktober 2020 af. De gevolgen van het coronavirus zijn niet zomaar opgelost. Het kabinet heeft daarom enkele maatregelen verlengd. Deze zijn tot eind 2020 nodig in de huidige 1,5 meter samenleving. Ook legt het kabinet een aantal regelingen wettelijk vast via het Belastingplan 2021, zoals de netto zorgbonus. Daarmee hebben ondernemers een wettelijke basis voor onder andere administratie en toekomstige aangiften.

Notitie: per 14 december is Nederland opnieuw in lockdown gegaan, de onderstaande maatregelen zullen deels worden verlengd. Zoals verlenging van de uitstel van belastingbetaling en ook de start van terugbetaling. 

 

Coronamaatregelen overzicht looptijd (status 1 cecember)

Maatregel

Einddatum

Bijzonder uitstel betaling
belastingen

1 oktober 2020 (uitstel loopt
daarmee tot uiterlijk
31 december 2020)

Terugbetaling uitstel belastingen

Vanaf 1 januari 2021 voor
maximaal 24 maanden

Verlaagde invorderingsrente

Verlengd t/m
31 december 2021

Verlaagde belastingrente

1 oktober 2020

Belastingrente vpb 4%

Verlengd t/m
31 december 2021

Urencriterium zzp’ers versoepeld

1 oktober 2020

Uitstel energiebelasting/ODE

1 oktober 2020

Hypotheekbetaalpauze

Verlengd t/m 31 december 2020
+ maximale termijn 12 maanden

Btw-vrijstelling voor medische
hulpgoederen

Verlengd t/m
31 december 2020

Btw-vrijstelling voor uitlenen
zorgpersoneel

Verlengd t/m
31 december 2020

Btw-nultarief op mondkapjes

Verlengd t/m
31 december 2020

Uitstel administratie gegevens
nieuwe werknemer

Verlengd t/m
31 december 2020

Versoepeling onbelaste
kostenvergoeding

Verlengd t/m
31 december 2020

Overeenkomsten met Duitsland en
België voor grenswerkers

(Intentie) verlengen
t/m 31 december 2020

Vrijstelling kortstondig gebruik
buitenlandse kenteken

1 oktober 2020

Verlengde termijn bpm-teruggaaf voor
taxibranche bij ombouw

1 oktober 2020

Verlengde termijn geldigheid taxatierapport
voor aangifte bpm

1 oktober 2020

Uitstel publicatieplicht financiële
gegevens anbi’s

1 oktober 2020

Netto zorgbonus vrijstellen van
belastingheffing*

Vanaf 1 oktober 2020

Fiscale coronareserve*

31 december 2020

Verlaging gebruikelijk loon dga’s bij
omzetdaling

31 december 2020

Vrijstelling van belastingheffing
TOGS en TVL*

Einddatum nog niet bekend

Vrijstelling Duitse netto-uitkeringen in
verband met corona

31 december 2020

Verhoging vrije ruimte in werkkostenregeling
2020*

31 december 2020

Reiskostenaftrek voor werknemers
zonder vergoeding van werkgever

31 december 2020

Verruimde deblokkering g-rekening

1 januari 2023

Tijdelijke Overbruggingsregeling voor
Flexibele Arbeidskrachten (TOFA)*

31 mei 2020

*Deze maatregel is vastgelegd via het Belastingplan 2021 

Nieuw BTW-id nummer voor ondernemers, ter vervanging van het BTW-nummer op de factuur.

Nieuw BTW-id nummer voor ondernemers, ter vervanging van het BTW-nummer op de factuur.

In juli 2019 is er na een onderzoek besloten dat het huidige btw-nummer voor zzp’ers en eenmanszaken een risico vormt voor identiteitsfraude. Het huidige btw-nummer bevat namelijk het BSN-nummer van de ondernemer. Het BSN-nummer is een persoonlijk nummer dat voornamelijk dient als referentie tussen burger en overheid. Vanwege de verscherpte wetgeving met betrekking tot de AVG heeft staatssecretaris Snel van financiën besloten dat er een alternatief gevonden moest worden.

 

Dat alternatief is nu gevonden en ondernemers zullen in het najaar van 2019 hun nieuwe BTW-nummer ontvangen.

 

Ingang per 1 januari 2020

De nieuwe BTW-id is een reactie op de Europese AVG-wetgeving die in 2018 is geïnitieerd. De AVG heeft als hoofddoel de privacy van Europese burgers beter te beschermen met één overkoepelende Europese regelgeving. De Autoriteit Persoonsgegevens (AP) heeft naar aanleiding hiervan besloten dat een BSN-nummer dat openbaar gemaakt moet worden bij facturatie niet voldoet aan de AVG-wetgeving. Staatssecretaris Snel heeft toen juli 2019 een onderzoek laten uitvoeren naar andere alternatieven. In oktober is toen bekend gemaakt dat dat alternatief niet langer het BSN-nummer van de ondernemer zal bevatten. Vanaf het najaar van 2019 zullen ondernemers een brief ontvangen met daarin hun nieuwe BTW-id. Zij moeten dan vanaf 1 januari 2020 het BTW-id toepassen op hun facturatie en administratie. Het BTW-nummer voor contact met de belastingdienst blijft hetzelfde en ook op het BTW-nummer zal aangifte gedaan moeten worden, dat blijft dus zoals het is.

 

BTW-id vervangt het BTW-nummer op de verkoopfactuur

Het nieuwe BTW-id, zal niet langer het BSN-nummer van de ondernemer bevatten. Een ander, willekeurig, 9-cijferig controle nummer zal dit nummer vervangen. Deze nieuwe regelgeving zal alleen gelden voor ondernemers met een eenmanszaak. Dit is omdat zij degene zijn die in hun huidige btw-nummer een persoonlijke BSN-nummer hebben staan. Deze regeling is voor andere ondernemingen zoals een B.V of VOF dus niet toepasbaar.

 

Een ZZP’er of iemand met een eenmanszaak zal het één en ander moeten veranderen in de administratie. Zo moet de facturatie aangepast worden met het nieuwe BTW-id en ook op hun website zal het juiste, nieuwe nummer moeten worden gebruikt.

 

Voor wie belangrijk?

Het is de verantwoordelijkheid van de ondernemer om zijn of haar administratie aan te passen zodat alle facturen vanaf 1 januari 2020 het BTW-id nummer bevat. Ook leveranciers van de ondernemer moeten het nieuwe nummer op hun facturen zetten en gebruiken bij de opgaaf intracommunautaire prestaties (ICP).

 

Let op: Als de ondernemer een factuur krijgt van een leverancier in 2020, die komt uit 2019 met het oude BTW-nummer dan hoeft er geen nieuwe factuur aangevraagd te worden met het nieuwe BTW-id nummer.

 

Een samenvatting van de nieuwe regeling:

Wat?

Een extra btw-nummer genaamd BTW-id, zonder het BSN-nummer van de ondernemer, bedoeld om het BTW-nummer te vervangen op de factuur.

Voor wie?

Momenteel bevat het BTW-nummer van een eigenaar van een eenmanszaak of zzp’er hun BSN-nummer. Zij zullen bericht ontvangen met hun nieuwe BTW-id.

Wanneer?

Je ontvangt je BTW-id in het najaar van 2019 en zal van toepassing zijn vanaf 1 januari 2020.

Wat moet ik doen?

Vanaf 1 januari 2020 moet alle facturatie en administratie gecorrigeerd zijn.

Wat moet ik aangeven bij Lupacompany?

Je hoeft alleen het nieuwe nummer door te geven aan ons, je moet zelf op je factuur je BTW-nummer veranderen in het BTW-id nummer.

Geldt dit ook voor mijn loonheffingennummer?

Nee, het loonheffingennummer zal niet veranderen omdat dit nummer niet op de factuur staat.

Waar gebruik ik het oude BTW-nummer voor?

Het BTW-nummer, bestaande uit je BSN-nummer, gebruik je voor je BTW-aangifte. Je huidige BTW nummer heet vanaf nu omzetbelasting(aangifte)nummer. Ook voor communicatie met de belastingdienst gebruik je dit nummer.

Wat moet ik doen met mijn leveranciers

Controleer de factuur, en zorg ervoor dat het BTW-id erop staat. Dit nummer is zeer belangrijk voor de bouw en bij prestaties van/naar andere EU-landen.

Laat van tevoren weten dat je nummer veranderd is.

In andere EU-landen weten ze niet van deze verandering, maar het niet opnemen van het juiste BTW-id nummer in hun aangifte leidt tot problemen.

Hoe ziet het nummer eruit?

Je BTW id is totaal 14 tekens lang, bestaande uit landcode NL, 9 cijfers, de letter ‘B’ en een controle getal van 2 cijfers. Voorbeeld: van het nieuwe nummer NL000099998B57.

 

 

 

Pagina's