INTERVIEW met Meera Nankoe,Creative storyteller, Taboe- en lifecoach - STAGE & STORIES

INTERVIEW met Meera Nankoe,Creative storyteller, Taboe- en lifecoach - STAGE & STORIES

Stage & Stories helpt  maatschappelijke vraagstukken en

 taboe gerelateerde thema’s 

te doorbreken en

 bespreekbaar te maken.

Meera Nankoe (1989) is een zeer oprecht bevlogen jonge vrouw, die het onrecht voor vele vrouwen zeer scherp wil belichten. Dat doet zij door workshops te geven over heikele thema’s als onderdrukking en onvrijheid en als coach op te treden van vrouwen die in de knoop zitten. Als geëngageerd podiumkunstenaar roert zij ook grote maatschappelijke onderwerpen aan, zoals eenzaamheid onder ouderen. En ze geeft theaterlessen op basisscholen. Zowel in haar persoonlijke leven als die van vele vrouwenlevens, ziet ze in, dat je eerst  jezelf moet overwinnen om zo vrijheid en zelfrespect te herwinnen. Meera is heel medelevend en zeer talentvol en gebruikt zó al haar mogelijkheden om  dit doel te bereiken . Een zeer opmerkelijk moedige vrouw, die weet waar ze voor staat en  dat in haar onderneming tot uitdrukking wil brengen.'

WAT IS JOUW ACHTERGROND, VOORDAT JE DIT BEDRIJF STARTTE?

‘Ik ben begonnen met een mbo-opleiding Medewerker Maatschappelijke Zorg, waarna ik toen naar het Conservatorium in Rotterdam ben gegaan om Indiase Klassieke Zang te studeren. Ik ben maar een jaartje op het Conservatorium geweest, omdat ik  toch het maatschappelijke aspect in deze studie miste. Dat betekent voor mij, dat ik met mensen wil werken, iets wat mij altijd al heeft geboeid en geïnteresseerd. Zo ben ik daarna op zoek gegaan naar een combi daarvan en zo uiteindelijk maatschappelijk werk en dienstverlening gaan doen. Maar uiteindelijk was dat het ook niet helemaal voor mij, ik miste het creatieve aspect hierin en zo ben ik toen bij de studie Culturele Maatschappelijke Vorming terecht gekomen. Hier kon ik mijn passies en het maatschappelijke aspect heel goed combineren.’

HOE BEN JIJ AAN JE WERKERVARING GEKOMEN, OM DE STAP TE ZETTEN TOT JOUW ONDERNEMING?

‘In de loop van mijn studietijd, vanaf het mbo , heb ik heel veel werkervaring opgedaan, doordat ik met veel verschillende doelgroepen in aanraking kwam en mee heb gewerkt. Zoals met mensen met een verstandelijke beperking, met kinderen die in een crisisopvang zaten, bij Jeugdzorg, vrouwen gecoacht met verschillende problematiek, enz. Deze ervaringen deed ik op in mijn stageperioden van die verschillende studies. Hoewel ik nog best heel jong was, was mijn interesse hiervoor al heel groot. Ik heb daar ook echt een passie voor, maar ik zie ook mijn hele leven als één grote  inspiratiebron voor mijn onderneming Stage & Stories.’

JIJ HEBT DUS AL JE OPLEIDINGEN OOK AL AFGEROND?

‘Nee, nog niet.  Met mijn opleiding Culturele Maatschappelijke Vorming ben ik bijna  klaar . Mijn volgorde is dus precies andersom. Ik heb eerst mijn onderneming opgezet tijdens deze studie. Zodoende heb ik ook wat langer over mijn studie gedaan dan normaal.’

WAAROM BEGON JE NOG DEZE STUDIE, ALS JE AL EEN EIGEN ONDERNEMING HEBT OPGEZET?

‘Ik was al bezig met deze studie toen ik mijn onderneming  in 2016 officieel had gestart. Ik vond deze studie heel belangrijk voor mezelf om die af te ronden, omdat ik die zo boeiend vind en zo passend bij mij als persoon én bij mijn onderneming. Maar ook gewoon als bevestiging voor mijzelf, dat ik dit diploma zal halen. Deze studie heeft ook mij heel veel meegegeven.’

WAAROM HEEFT DEZE STUDIE VOOR JOU ZOVEEL BETEKEND?

‘Ik moet hierover even nadenken,  dit vind ik best een lastige vraag. Deze studie bood  mij de theorie, die ik nog miste  en ik heb er ook  veel persoonlijke leringen uit getrokken. Juist daar waar mijn passies liggen, daar heb ik  veel geleerd. Zo heb ik  veel geleerd over mensen, met wie  ik  te maken had, zowel de docenten als medestudenten, over relaties en banden tussen mensen. Zowel privé als in mijn studietijd ging het er turbulent aan toe.  Dit diploma zal echt een bevestiging zijn   van alles wat er in mijn leven gebeurd is.’

WAT ZIJN JOUW PASSIES?

‘Mijn passies zijn mensen, verhalen en podiumkunst. Ik ben altijd gefascineerd geweest door de verhalen die achter mensen schuilen. Zang, dans, schrijven en theater zijn uitlaatkleppen voor mij. Op deze wijze vind ik de balans en het contact met mezelf terug. Mijn passies helpen mij bij mijn verwerkingsproces, ook in turbulente tijden.'

HOE IS JOUW BEDRIJF ONTSTAAN?

‘Ik had dus al zoveel werkervaring opgedaan, dat ik zeker wist, dat ik iets op mezelf wilde gaan doen. Mensen in mijn omgeving raadden mij ook aan zelfstandig te gaan werken in plaats van voor een ander. Maar op mijn eigen manier. Daar ben ik toen over gaan nadenken en ben toen gewoon een onderneming gestart, zonder daar verder heel goed bij stil te staan. Ik wilde graag mensen helpen met vraagstukken  waar ik zelf ook tegenaan ben gelopen in mijn leven. Ik wilde mensen een stem geven die normaliter niet gehoord worden. Dat vond ik natuurlijk in eerste instantie heel eng en die periode was ik ook nog heel onzeker over mijzelf. Ik had toentertijd ook nog echt faalangst, maar daar kan ik nu veel beter mee omgaan. Kortom het was best wel een hele uitdaging voor mij, deze onderneming te starten. Maar ik wilde gewoon het leven uitdagen, daarin groei je juist ook als persoon en daar leer je het meest van. Zo ben ik dus mijn bedrijf Stage & Stories gestart. En op deze manier kon ik al mijn passies op mijn manier in deze onderneming uitwerken.’

HOE GAF JIJ DEZE PASSIES VORM BINNEN JE BEDRIJF?

‘Mijn passies zijn de mensen, het maatschappelijke aspect, zang, dans, theater en schrijven. Dat is voor mij de echte podiumkunst, zeg maar. Zo heb ik op verschillende podia gestaan met zang en dans, maar ook met theater, in de vorm van theatervoorstellingen. Ik schrijf bijvoorbeeld al mijn sketches zelf, ook mijn songteksten. Dat is voor mij gelijk een uitlaatklep.’

HOE IS, FINANCIEEL GEZIEN, JOUW ONDERNEMING BEGONNEN?

‘Ik hoefde vrijwel niets op te zeggen. In  eerste instantie heb ik deze onderneming er gewoon bij gedaan, naast mijn studie. Als eerste begon ik met het geven van workshops en via mond op mond reclame, met mensen in gesprek gaan, organisaties benaderen is het balletje gaan rollen.’ 

HOE ZIET ZO’N WORKSHOP ERUIT?

‘Dat is verschillend, de workshops zijn afgestemd op de vraag en de doelgroep. De eerste workshop was in Rotterdam, eind 2016. Deze workshop was met ouderen en ging over eenzaamheid, waarna  ik met deze mensen in gesprek ben gegaan, na het opvoeren van mijn theatersketch en lied. Via dit gesprek hebben we verhalen over dit onderwerp met elkaar uitgewisseld. Met Stage & Stories creëer ik een podium met een verhaal of thema. Ik gebruik dan de podiumkunst, die ik bezit, waarmee ik mij met name richt op de vorm en inhoud. Het moet mensen raken om in gesprek te komen.’

HOE IS HET VERDER GEGAAN MET DE ONTWIKKELING VAN JE BEDRIJF?

‘Daarna heb ik verschillende workshops gegeven. Onder andere aan studenten. Dat waren een soort van schijfworkshops. Een organisatie had mij daarvoor gevraagd om studenten te begeleiden met een vraag van “wat een keerpunt was is hun leven.” Ook heb ik workshops gegeven in de OBA, de bibliotheek, in Diemen. Eén van de workshops was een bijeenkomst, die over rouwverwerking ging. In mijn workshops vind ik het belangrijk dat er verbinding tussen de deelnemers is. Soms is deze er al, maar vaak moet deze tijdens een workshop gecreëerd worden. Zo heb ik een workshopreeks gegeven waarbij de verbinding tussen verschillende generaties en culturen centraal stond. De verbinding werd gelegd door het maken van een verhalenreis met creatieve opdrachten.

In 2018 heb ik aandacht gevraagd voor de vrouwenonderdrukking binnen de Hindoestaanse gemeenschap. Hier is een reportage over verschenen in de Telegraaf.  Ook ben ik te gast geweest bij Nieuws BV en NPO radio 1. Samen met drie andere vrouwen ben ik ook  een initiatief gestart op Twitter over de vrijheid van de vrouw, waarin de vrouwenonderdrukking belicht wordt en dat deze vrouwenonderdrukking  een halt toegeroepen moet worden.  En heb ik een fotoserie gemaakt van vrouwen over de betekenis van vrijheid voor hen. Dit heeft aardig wat aandacht in de media gekregen. Het Parool heeft er bijvoorbeeld een heel artikel over geschreven, maar ook verschillende magazines en vakbladen hadden er aandacht aan gewijd. Zodoende heeft Stage & Stories steeds meer naamsbekendheid gekregen.’

ONLANGS BEN JE HEEL ERG GEGROEID IN JE BEDRIJF EN WAT HEEFT DAT VOOR JOU VERANDERD?

‘Dat ik mij nu met name wil richten op vrouwen, dat deze vrouwen weer in hun kracht komen. Vrouwen, die met verschillende problematiek en thema’s te maken hebben, waar zij heel moeilijk over kunnen praten. Dat is nu mijn doelgroep. Omdat ik zelf ook een vrouw ben, die ook het één en  ander heeft meegemaakt in mijn privéleven, weet ik hoe het voelt, als jou de vrijheid niet gegund wordt. Vrijheid is nu een heel belangrijk thema en benoem ik nu ook overal.’ 

HOE GEEF JE DIT VORM IN JE BEDRIJF?

‘Ik ben een fotoserie gestart met verhalen van vrouwen, die  in het teken van Vrouwendag stond. Het werd buiten verwachting  goed ontvangen, reden om  het de hele maand maart te laten doorlopen.  Deze fotoserie laat vrouwen zien  dat er altijd een keuze is. Hoe moeilijk een bepaalde situatie soms ook is, waarin je het gevoel hebt geen keuze te hebben, is er wel degelijk  een mogelijkheid om uit je situatie te komen. Het was heel belangrijk, dat deze vrouwen de vrijheid voelden om hun verhaal te vertellen. Deze hele fotoserie maakt duidelijk  wat vrijheid voor hén betekent. De verhalen waren heel uiteenlopend, maar ze hadden allemaal één ding gemeen en dat was, dat zij allemaal vochten voor hun vrijheid.’

WAAR PUBLICEER JIJ DEZE FOTO- EN VERHALENSERIE?

Ik publiceer deze series op Facebook en Instagram, daar zijn deze foto’s en verhalen ook te zien van Stage & Stories. Zo heb ik nu al 16 vrouwen geportretteerd, maar door de coronacris moest ik stoppen. Over een maand ga ik weer beginnen om de rest van de vrouwen te portretteren. '

KAN JIJ VAN DIT BEDRIJF OOK LEVEN?

‘Ik ben het nu heel bedrijfsmatig aan het opbouwen. Eigenlijk ben ik mijn onderneming nu ook anders vorm gaan geven. Ik zit nu in een proces. Ik zit nu in een fase het goed op te bouwen, d.m.v. mijn coaching en de diensten. Door de verscherpte diensten die ik ga aanbieden, kan ik er zeker van leven. Ik geef bijvoorbeeld theaterlessen op basisscholen. Dat zijn geen standaard theaterlessen, maar lessen met een maatschappelijk thema of taboe. Ik doe dat met kinderen, wat er in hun leef- en belevingswereld gebeurt , dus voor hen heel dichtbij en herkenbaar. Deze thema’s kaart ik dan aan en dan maken we er samen een theatervoorstelling van. Daar werken we dan met zijn allen naar toe. En ik coach vrouwen waarbij ik met hen terugga naar de kern van een probleem. Vaak is het probleem waar zij tegen aan lopen een gevolg van iets anders. Iets wat ze hebben meegemaakt. Het probleem waarmee zij naar mij komen is zichtbaar, maar onder dat probleem zit een diepere laag. Daar wordt dan meestal helemaal geen aandacht aan gegeven. Als je dat probleem zo aanpakt bij de kern, dan hoef je helemaal niet meer alle andere aspecten verder aan te pakken, die lossen dan vanzelf op.’

WAT IS JOUW VERDERE VISIE OP JE BEDRIJF? 

Waar ik nu voor sta is, dat ik Stage & Stories zichtbaar wil maken, door ook steeds meer nieuwe programma’s en concepten te ontwikkelen. Maar in ieder geval ligt mijn focus op thema’s, die te maken hebben met de vrouw en haar vrijheid. Het moet absoluut taboe doorbrekend zijn, want daar staat Stage & Stories voor.’ 

WAT BETEKENT HET VOOR JOU, ALS JE ZEGT TABOE DOORBREKEND WERKEN?

‘Als eerste is het belangrijk, dat je vertrouwen geeft aan een vrouw. Want ook bij de fotoserie was het een emotionele doorbraak voor veel vrouwen. De meeste vrouwen hadden nog nooit eerder hun verhaal verteld en dan ook nog eens op zo’n platform, daar heb je heel veel moed voor nodig. Dat bewonder ik enorm en dat geeft mij ook een motivatie om door te gaan. Ten tweede is het heel belangrijk, dat je ze in vrijheid hun verhaal laat vertellen en daarin niet beperkt. Ten derde vind ik het ook belangrijk, dat je even moet intunen, checken bij ze, hoe het tijdens het gesprek gaat en of ze zich er nog goed bij voelen door je medeleven te tonen. Niets mag geforceerd gaan.’

GEBEURT  DIT IN ÉÉN GESPREK OF ZIJN ER MEERDERE GESPREKKEN EN IS ER OOK DAARNA OPVANG VOOR DEZE VROUWEN?

‘Ik heb eerst een voorgesprek en tijdens het project heb ik  natuurlijk ook al gesprekken off-line met ze. Met de meeste vrouwen houd ik daarna altijd nog wel contact. . Dat vind ik heel belangrijk om mee te kijken, hoe het verder met ze gaat. En zijn er momenten, dat vrouwen wel extra hulp nodig hebben of als het tė confronterend voor ze wordt, dan verwijs ik ze door of verleen zelf hulp. Dat hangt ervan af. Dezelfde methode pas ik ook toe in mijn coaching.’

HOE GA JIJ MET DE WEERSTANDEN OM DIE JE ONGETWIJFELD MET JOUW BEDRIJF TEGEN KOMT?

‘In de tijd dat ik het project over de onderdrukking van de Hindoestaanse vrouwengemeenschap belichtte, heb ik  veel weerstand gehad. Dat is ook heel ver gegaan, in de zin van bedreigende en vervelende dingen die over mij geschreven werden op social media, maar ook in een Surinaamse krant. Het gekke is dat ik heel veel weerstand heb gekregen van vrouwen, die zelf voor dit onderwerp staan en zelfs bij maatschappelijke organisaties betrokken zijn. Dat vond ik wel heel apart.’

WAT WAS DE WEERSTAND VAN DEZE VROUWENGROEPEN NAAR JOU?

‘Ik werd door hen op de persoon aangevallen op het moment dat ik mij uitsprak over diverse vraagstukken  en hierdoor in de media kwam. Zo werd er door sommigen  gezegd dat ze mij te jong vonden en ik meer een modepoppetje was en niet wist waar ik over sprak. De opmerkingen waren dus vooral persoonlijk en zij gingen volledig voorbij aan hetgeen waarvoor ik in eerste instantie in de media kwam, namelijk de problemen die ik aankaartte. Dat was natuurlijk jammer en het verschoof de focus van waar ik het liever echt over met ze had willen hebben, over het samenwerken met als doel verbetering te brengen in de vervelende situaties die ik bespreekbaar wilde maken. ik geloof, dat je een veel grotere groep kan bereiken, als je samenwerkt. Je bundelt dan je krachten.’

HOE HEB JE DEZE SITUATIE  VOOR JEZELF OPGEVANGEN?

‘Ik accepteerde het en bleef heel erg bij me zelf. Ik had mijn doel nog heel sterk  voor ogen en wist waarvoor ik dit zo doe en waarvoor ik sta. Ik liet het erbij. Maar dat is ook voor mij wel een  leerproces geweest. Niet iedereen hoeft dezelfde mening te hebben, maar ik vind het wel  belangrijk om met elkaar in gesprek te kunnen blijven. Alleen met respect voor de ander kom je nader bij elkaar. Daar gaat het in feite allemaal over. Het overwinnen van jezelf.’

ADVIES:

  • Blijf heel dicht bij jezelf met datgene waarin je gelooft, houd je visie vast.
  • Laat je niet beperken door je kwetsbaarheid, maar die moet je leren omzetten naar je kracht.
  • Op deze manier creëer je de mooiste kansen voor jezelf.

 

MEERA NANKOE

-  Creative Story teller 

Taboe- en life coach –

STAGE & STORIES

 

Telefoon: 06 341 03 333

Website: www.stageandstories.nl

Email:   info [at] stageandstories.nl

 

 

 

 

INTERVIEW met JOHN de MEIJER, directeur Schildersbedrijf SAN BV

INTERVIEW met JOHN de MEIJER, directeur Schildersbedrijf SAN BV

 

Wij kunnen goede kwaliteit leveren,

 dat is echt heel belangrijk.

Zo hebben wij ook altijd veel mensen

opgeleid.

Wij zijn echt een leerbedrijf.

John de Meijer (1964) is directeur van een groot schildersbedrijf SAN BV. SAN BV is een familiebedrijf van nu al vier generaties. Zijn grootvader is met dit bedrijf begonnen en ook zijn zoon Job en zijn broer, Rick, werken nu in het bedrijf. John heeft het van zijn vader overgenomen, toen hij nog vrij jong was. Een hele grote stap, die hij heeft gezet, doordat hij al heel gauw vele bedrijfsveranderingen doorzette. Ook zijn vrouw, Inge, werkt mee in het bedrijf. Vroeger deed ze voornamelijk de administratie en boekhouding en later alle planning en contacten voor het serviceonderhoud. Een verhaal van een ondernemer, die van het begin het overzicht al had en heeft uitgewerkt. Ik werd heel gastvrij ontvangen op hun kantoor op de Sniep in Diemen en voorgesteld aan zijn zoon, Job. Hardwerkende ondernemers, die juist heel betrokken zijn bij met hun werknemers  en het gevoel geven er mee  samen te werken. 

WAS JIJ AL GELIJK BINNEN DIT BEDRIJF BEGONNEN TE WERKEN?

‘Hoewel het een familiebedrijf is van vier generaties, was het niet gelijk vanuit mijn jeugd het idee om binnen dit bedrijf iets te gaan doen. Dat ik in het bedrijf ben gestapt, is pas veel later gekomen.’

WAT WAREN JE IDEEËN DAN EERST, VOORDAT JE IN HET FAMILIEBEDRIJF STAPTE?

Ik ben eerst een tijdje in militaire dienst geweest als marinier en wilde daarmee ook verder. Maar in die periode kreeg ik een relatie, die hier niet zo achterstond. Ik was toen ook eigenlijk nog zoekende. Zo heb ook nog eerst iets in de sportwereld gedaan en zo al zoekende is eigenlijk het idee ontstaan om toch in dit bedrijf te gaan werken. Zo ben ik toen met mijn vader om de tafel gaan zitten. Ik was in die tijd 21 jaar, eerst ben ik vakopleidingen gaan volgen, om daarna de hele bedrijfsvoering van mijn vader over te nemen. Dat was na twee jaar tijd dan ook een feit geworden.’

HOE ZAG HET BEDRIJF ERUIT TOEN JIJ HET OVERNAM?

‘Het bedrijf was destijds nog een heel erg simpel en basic schildersbedrijf. Mijn vader had ook een heel andere visie over het bedrijf, dan ik had. Het is in die jaren dat ik in het bedrijf kwam, ook gegroeid. Wel heb ik nog een bouwkundige opleiding gevolgd. Op die basis ben ik langzamerhand het bedrijf gaan moderniseren. In juni 1991 heb ik het officieel overgenomen en ben diverse dingen gaan veranderen. In 1996 kwam ook mijn broer in het bedrijf en een jaar later heeft mijn vader zijn aandelen aan ons verkocht.

HOE ZIJN DE TAKEN VERDEELD TUSSEN JOUW BROER RICK, EN JOU?

‘Rick doet voornamelijk alle calculaties, het uitrekenen van de werkzaamheden. Hij onderhoudt hiervoor contact met klanten en relaties. Verzorgt alle producties, wat het bedrijf uitgaat en offertes. Hij zit voornamelijk op kantoor en verzorgt ook alle tenders, contracten, certificeringen en veiligheid, enz. Dat werkt Rick allemaal uit. Mijn taak is vooral de interne zaken, de bedrijfsvoering, het personeel, de inkoop en alles erom heen. Ik doe de acquisitie  en stuur de hele uitvoering. Daardoor zit ik heel veel buiten. Deel mensen in en zorg dat het werk op de juiste manier wordt gedaan.’

DAT ZIJN GROTE ONTWIKKELINGEN GEWEEST MET VEEL WISSELINGEN?

‘Ja zeker, mijn broer is ook mede-eigenaar geworden. We zijn ook veel gecontroleerder aan het werk gegaan. Schilders zijn echte vrijbuiters. Zij hebben zo hun eigen verantwoordelijkheid binnen hun werk en daar heb ik gewoon veel meer structuur ingebracht met allerlei vernieuwingen, materialen, veiligheid, certificeringen, enz. , alles wat maar haalbaar is op dit gebied. Dit is natuurlijk door de jaren heen steeds meer gegroeid. Ook was het bedrijf tot 2010 veel groter dan nu. We hadden echt wel zo’n 50 werknemers, echte schilders, in dienst. Maar na de crisisperiode is dat anders geworden en hebben wij met flexibeler  personeel te maken gekregen.’

ZIJN DEZE VEILIGHEIDSCERTIFICATEN OOK ECHT VERPLICHT?

‘Dat hangt heel erg van de opdrachtgever af. Op een gegeven moment werd er steeds meer om gevraagd, wat ik ook heel logisch vind. We werken nu voor veel instellingen, zoals op Schiphol, Gemeentelijke Vervoerbedrijven, enz. Dit soort bedrijven vraagt  daar zeker om. Dat is terecht en daar zijn wij best goed voor uitgerust.’

WAT WAS DAT VOOR JOU OM ALS VRIJ JONGE JONGEN EEN ZAAK VAN JE VADER OVER TE NEMEN?

‘Dat leiding geven zat altijd al in mij. Het was voor mij ook heel apart om daar zo in te komen. Ik was binnen dit bedrijf nog een van de jongeren. Mijn vader had al mensen in dienst, die al heel lang bij hem werkten en zelfs zijn broer, die ook  al jaren meeliep, moest ineens gaan doen, wat ik wilde. Dat was in de beginjaren niet heel gemakkelijk geweest. Ik heb ook best wel veel mensen ontslagen in die tijd, gewoon omdat zij mij niet bevielen. Dat waren van die werknemers, die altijd maar op verworven competenties terugvielen. Zoals om drie uur in de middag al naar huis gaan  en dan ook nog met een blik verf mee. Ja, dat liet ik niet meer toe. Dat was toen heel veel stoeien. Gelukkig kon mijn vader het wel direct aan mij overlaten en vond het allemaal wel mooi en prima, dat het nu ook anders ging.’

HEB JIJZELF OOK NOG  GESCHILDERD?

‘Ja, ik heb  anderhalf jaar echt voor mijn vakdiploma’s geschilderd en ben toen nadat ik die had, eerst in een ander bedrijf gaan werken als uitvoerder om zo eerst goed te kijken, hoe alles werkt. Daarna heb ik pas het bedrijf van mijn vader overgenomen.’

JE SPRAK NET OVER DE CRISISPERIODE VAN 2008, WAT HEEFT DAT VOOR JULLIE  BEDRIJF BETEKENT?

‘Dat was een moeilijke tijd. Eerst was het voornamelijk moeilijk in de bouwsector, want dat liep heel sterk terug. Wij zitten voornamelijk in het onderhoud en dat betekent dat voor ons de weerslag van de crisis later kwam, meer in 2009-2010. Wij zijn toen ook drastisch afgeslankt, maar hebben gelukkig geen mensen hoeven te ontstaan. Alle medewerkers zijn op natuurlijke weg afgevloeid. En vanaf 2014  trokken de opdrachten in het werk weer aan en vanaf die tijd zijn wij dan ook  meer met flexibele werknemers gaan werken.’

WAT IS HET VOORDEEL VAN FLEXIBELE WERKNEMERS, WAAROM HEBBEN JULLIE DAARVOOR GEKOZEN? 

Dat je wat gemakkelijker van deze mensen afscheid kan nemen. De wetgeving op dit gebied is intussen weer sterk veranderd, maar wij werken er nog steeds mee.   Deze jongens krijgen een detacheringscontract. We hebben vaste partijen, waar we mensen van inhuren. Al deze arbeidscontracten zijn dan voor een bepaalde tijd. Ook hebben wij nog veel mensen lopen met een vast contract, zo hebben wij schilders die al 30 jaar hier werken. Wij hebben 23 schilders voor vast en ongeveer vijf á 10 schilders met een flexibel contract.’

EN HOE KOM JE DAN AAN JE OPDRACHTEN, HOE WERKT DAT?

In de tijd van mijn vader gingen de opdrachten nog één op één en was zijn klantenkring nog heel beperkt. Je kreeg voornamelijk opdrachten door het je te gunnen. Uiteindelijk is die hele markt veranderd met veel meer concurrentie en meervoudige aanvragen. Zelfs op Europese aanvragen. Het is nu uiteindelijk allemaal contractwerk en via tenders.’

WAT IS EEN TENDER? 

Dat is een aanvraag van een grote compagnie/instelling, die zetten een tender uit om bepaalde werkzaamheden aan te vragen. Daar kan iedereen op inschrijven. De opdrachtgever bekijkt dan de inschrijvingen op basis van   kwalificaties, certificeringen en ervaring. Zo worden  jouw kwalificaties, enz. beoordeeld en kan je laten zien hoe je als bedrijf alles wel of niet op orde hebt. Natuurlijk is de prijs belangrijk. Maar het is niet het enige criterium. Ook de kwaliteit is van groot belang.’ 

IS DAT NIET HEEL MOEILIJK OM ZO EEN OPDRACHT BINNEN TE HALEN?

‘Dat ligt aan je kwalificaties en de ervaring van je bedrijf. Een naam zegt niet zo gek veel meer. Via tendernet kan je nu een aanvraag ophalen, die ons geschikt lijkt en daar ga je dan op in.’

IS DAT NIET HEEL SPANNEND?

‘Ja, zeker, en ook heel veel werk. Reageren op een gemiddelde tender kost zo minimaal twee tot vijf dagen manuren. Daar zijn we ook naar toegegroeid en je selecteert ontzettend voor. Je kijkt  alleen naar de aanbiedingen, waar je echt interesse in hebt. Maar het is ook andersom. Er zijn ook opdrachtgevers, die ons op de hoogte brengen en laten weten, dat hun opdracht er aan komt en vragen dan of wij alsjeblieft mee willen doen aan die aanvraag. Het gebeurt dus ook, dat ze je voor selecteren. Zij mogen dat aangeven als ze dat willen. Maar zo hebben wij een aanvraag toegezegd gekregen van een parkeergarage in Amsterdam, om al het staal en constructiewerk te gaan doen, maar dat is door de coronatijd teruggetrokken. Dat zou heel veel werk zijn geweest, zoiets gebeurt ook.’

BIJ EEN OPDRACHT DIE  ONVOORZIEN WORDT AFGEBLAZEN, HEBBEN JULLIE BIJ EEN TWEEDE AANVRAAG DAN VOORRANG?

‘Nee, dat heb je niet. Je weet niet hoe  hun besluit dan weer wordt genomen. Misschien krijgen we deze opdracht wel, maar dat weet je niet, dat hangt weer af van de markt op dat moment . Ze kunnen het dan misschien voor een lagere prijs kwijt. Wij kunnen echt goede kwaliteit leveren en daar gaat het meestal om. Dat is wel heel belangrijk, maar voor de rest kan ik dat niet inschatten, wat hun keuze straks zal worden.’

DAT WAS VROEGER DUS ECHT WEL ANDERS?

‘Vroeger kon je echt gewoon met iemand een afspraak maken, koffie drinken en dan met een aanvraag de deur uitgaan. Dat is nu wel helemaal veranderd. Wat we wel doen met de klanten die wij hebben: die ontzorgen we goed en helpen wij netjes. Zo hebben wij ook een deel vaste klanten met vaste contracten.'

TOEN JIJ BEGON MET HET VERANDEREN VAN DIT BEDRIJF, IS HET OOK ZO VOOR JOU GEGAAN OF ZIJN ER VEEL ONVOORZIENE GEBEURTENISSEN GEWEEST, WAAR JIJ JE JUIST BIJ MOEST AANPASSEN?

‘Zeker, in de beginjaren was het allemaal redelijk goed te handelen en te behappen. Maar zoals bij de crisis van 2008, dan heb je ineens mindere jaren, en dat moet je wel aankunnen. Er ging ook heel veel veranderen in de bouwsector, vooral na die bouwfraude, waar wij dan niet zelf direct mee te maken hadden. Het ging ineens niet meer onderhands. Dat was ook niet altijd goed en ging ook niet meer. Hierdoor kwam er weer een keurige concurrentie. Dat is juist prima.

Ook zijn wij op een gegeven moment verhuisd, en hebben toen weer veel nieuwe  investeringen gedaan en ook weer veel geïnvesteerd in mensen. Wij hebben namelijk altijd heel veel mensen opgeleid. Wij zijn echt een leerbedrijf, maar er is steeds minder animo voor het schildersvak, dus ook weinig leerling-schilders. Dat is wel een probleem. Daar zijn we nu ook heel flink mee bezig binnen het bedrijfschap om daar wat aan te doen. Daar ligt een leuke uitdaging.'

WAAR KOMEN LEERLINGSCHILDERS VANDAAN?

‘Vroeger had je gewoon de LTS timmeren en schilderen. Dat is nu het VMBO-K en in die opleiding zitten niet meer specifieke vakken in. Als je kader doet, kan je een technische kant kiezen en daar zit van alles wat in. Daardoor is er een heel groot gat ontstaan. Hoewel ze wel bezig zijn, dit te gaan opvangen. Er zijn nog steeds wel opleidingen bij het ROC, die wel een schilders-klas kent, maar dat moet nog veel breder.’

ZIJN ER NOG MEER EXTERNE FACTOREN, DIE HET BELEID HEBBEN VERANDERD?

‘De wetgeving t.a.v. oplosmiddelen en dat soort zaken. De producten zijn van traditionele basis naar heel andere producten gegaan. Dat is een heel goede ontwikkeling geweest. Wij zijn allemaal veel groener gaan werken. Juist onze branche was best heel belastend voor het milieu met onze producten. Zoals ons  afval t.a.v lege blikken verf, maar ook met de verfschraapsels en dat soort dingen. Dat is nu allemaal vergroend.’

MAAR ZATEN DAAR OOK NIET EXTRA KOSTEN AAN DIE VERGROENING?

‘Ja, absoluut, maar uiteindelijk bereken je dat weer door. Juist bij de tenders word je behoorlijk gescreend voor deze wetgeving door vragen zoals: ‘hoeveel auto’s rijden er bij jullie elektrisch en hoe is jullie visie? Hoe ver zijn jullie gevorderd met de verduurzaming in j het bedrijf ?’ Zo was het bijvoorbeeld normaal om elke zes jaar het onderhoudsschilderwerk te doen;  dat doen wij nu om de acht jaar. Ook gaat de hele bedrijfsadministratie digitaal, wat bijvoorbeeld weer heel veel papier scheelt.’

DAT IS OOK WEER ZO’N OMSLAG OM TOTAAL DIGITAAL JE BOEKHOUDING EN ADMIMISTRATIE TE WILLEN GAAN DOEN.

Ja, daar staat nu de vierde generatie voor en dat is mijn zoon, Job. Hij is beoogd om mijn taak over te nemen . Wij wisten al dat we de hele boekhouding en administratie anders wilden gaan doen. Daar waren we al mee bezig en vroegen wij Job of hij daar in wilde duiken en dat wilde gaan opzetten. Die kan dat zo veel sneller en gemakkelijker dan wij. Dat heeft hij ook zo opgepakt en dat gaat hem goed af. Ook gaat hij al met mij mee naar de werken en ook doet hij al wel wat acquisitie. Maar als het straks allemaal digitaal verloopt , kan hij straks die hele boekhouding met een paar uur per week helemaal afwerken.’

JE HEBT HET OOK OVER ACQUISITIE, HOE DOEN JULLIE DAT?

‘Dat is heel breed, zoals de contacten van relatie op relaties. Uit de leveranciers contacten, maar ook vanuit bestaande contacten komen verschillende opdrachten binnen. We zijn ook op internet heel goed zichtbaar geworden en natuurlijk via leads, de tenders.’

HOE IS VOOR JOU HET WERK IN DE LOOP VAN DE  TIJD VERANDERD?

‘Vroeger was ik veel meer buiten de deur en met mensen van hoog tot laag bezig om het werk te bekijken, of met iemand  samen te eten, of te golfen , etc. Dat is helemaal veranderd. de contacten zijn veel korter en directer geworden. Vroeger ging ik een offerte persoonlijk aanbieden en nu gaat het via de mail. Ze mailen een reactie terug en zo maken we de deal dan rond. Overigens doe ik ook nog wel persoonlijk zaken, alleen veel minder.’

ZIJN JE CONTRACTEN ALTIJD AANGENOMEN WERK OF OOK WEL OPDRACHTEN PER UUR?

Nee, het meeste is wel aangenomen werk. Ik heb wel servicewerk voor woningbouwverenigingen, waar kleine klusjes per uur worden betaald en het materiaal, maar dat is vast contractwerk. Als het werk meer dan vijf uur op een dag is, dan wordt het altijd in meters gedaan. In  hoofdlijnen is het eigenlijk altijd aangenomen werk. We doen ook heel veel verschillende werkzaamheden, zo hebben we net 22 bruggen geschilderd in Amsterdam, we werken op Schiphol, juist vaak in de nacht om de passagiers te ontlopen, doen prachtige monumentale panden op de grachten en zijn nu ook weer bezig voor het GVB, aan de metro’s te werken. Het is een heel mooi vak, echt een heel mooi beroep. Het is fijn om met mensen bezig te zijn, met mensen op de werkvloer en iets mooi aan te pakken en er iets moois van te maken. Zo controleer ik ook altijd overal het werk  persoonlijk, hoewel ik ook jongens heb lopen, die het in de gaten houden, maar het is heel belangrijk voor de kwaliteit dat ikzelf ook ga kijken. Ik vind dan ook nog steeds het schildersvak echt een heel mooi en boeiend vak.’

ADVIES STARTER:

 

  • Zorg dat je bedrijfsvoering en je boekhouding in orde zijn

            als je een rekening gaat sturen, dan moet alles in orde zijn

            en de regels die erbij komen naleven.

 

  • Begin niet zomaar in deze branche, er komt veel meer bij kijken in eerste instantie, dan je denkt. 

 

  • Je moet een bedrijfsstructuur hebben met een visie.

 

John de Meijer - directeur -

Schildersbedrijf SAN BV

Sniep 109

1112 AJ Diemen

Mail: john [at] san.nl

Website: www.san.nl

 

 

INTERVIEW met DENNIE ARMELITA, Productieleider Moving Arts Projects, Social Engineer EDDA Business

INTERVIEW met DENNIE ARMELITA, Productieleider Moving Arts Projects, Social Engineer EDDA Business

 

Zo heb ik ontdekt,

dat de liefde heel essentieel is.

Het moet spiegelen, anders doet het niets.

Als het wel respons krijgt,

komen de dingen in beweging.

Dat is heel belangrijk.

 

Dennie Armelita, is een zeer idealistische en een heel gefocuste ondernemer. Hij heeft in zijn zoektocht naar zichzelf heel goed gekeken en overwogen, hoe de wereld voor hem in elkaar zit. Vanuit zijn boeiende HIPHOP achtergrond leeft en vertelt hij zijn verhaal vol overtuiging en dienstbaarheid naar anderen. Iemand, die weet te geven en  van daaruit zijn onderneming heeft gebouwd. Dennie, staat niet alleen voor beweging  en openheid, hij ís het ook. MOVING ARTS PROJECT is op zijn lijf geschreven en is een succesvol bedrijf. MOVING ARTS PROJECT biedt milieuvriendelijke mobiele oplossingen voor festivals en evenementen in openbare ruimte. Van elektra tot opslag, van podium tot catering, van vergaderruimte tot backstage. Met energie uit de zon, dankzij de panelen op het dak of in de laadbak. Dit bedrijf staat letterlijk in die beweging  en zo maakt deze onderneming zijn specifieke reis.

HOE IS HET ALLEMAAL VOOR JOU BEGONNEN?

‘Ik heb middelbare school gedaan en mijn HAVO diploma gehaald. Ik was best nog vrij jong en heel erg zoekende. Dat resulteerde erin dat ik eerst een aantal HBO-opleidingen ben gaan doen, zoals fysiotherapie, waar ik  al heel gauw weer mee gestopt ben, maar had daar wel al gelijk een studieschuld mee opgebouwd. Zo woonde ik ook al van mijn 17e jaar zelfstandig. Ik had die keuze gemaakt om vroeg van huis weg te gaan. Ik ben voor een groot gedeelte van mijn jeugd opgegroeid in Abcoude, maar ik wilde al heel vroeg zelfstandig zijn. Daar In Abcoude voelde ik mij gewoon niet echt thuis. Ik trok al sowieso veel naar de stad en hing daar veel op straat. Ik was echt een hangjongere en heb daardoor heel veel meegemaakt en had daardoor heel veel vrienden. Voor mij was Amsterdam-ZO heel vlakbij en juist deze buurt trok mij zo aan.’

WAT TROK JOU ZO AAN IN AMSTERDAM-ZO? 

‘Voornamelijk die diversiteit. Mijn vader komt uit Mauritius en mijn moeder is Nederlandse, misschien speelt dat wel een rol mee. Ook was ik in die tijd  heel druk bezig met HIPHOP. Ik ging altijd al mee met vrienden naar RAP-battles. Dat zijn jongeren, die elkaar gaan uitdagen in een battle. Zij gaan dan tegen elkaar in rappen en dan wordt zo diegene die de andere het beste afkraakt, waardoor het publiek helemaal opgezweept wordt,  de winnaar.’

HEB JIJZELF OOK GERAPT EN AAN DEZE BATTLES MEEGEDAAN?

‘Nee, zelf heb ik niet gerapt, maar het interesseerde mij wel heel erg. Ik ging altijd met vrienden mee. Ik was wel heel muzikaal en speelde toentertijd in een band als drummer en deed soms ook de toetsen. Ik had al op heel jonge leeftijd piano leren spelen en vanuit die hoek ben ik ook digitaal muziek gaan maken. Dat heb ik als hobby altijd al een beetje gedaan.’

MAAR NA JE STUDIE FYSIOTHERAPIE, WAT BEN JE TOEN GAAN DOEN?

‘Na mijn studie ben ik eerst een poosje gaan werken om mijn studieschuld af te betalen. Daarna ben ik op een gegeven moment Technische Bedrijfskunde gaan studeren. Ook op HBO-niveau. Ik had wel wat met dat ingenieursschap en voornamelijk met de innovaties, die daar voor stonden. Maar ik merkte tijdens mijn studie, waar ik best al heel ver mee was gekomen, dat het in die bedrijfswereld alleen maar over geld gaat. Dat lag mij niet zo.’

JIJ WAS DUS NIET ZO ZEER BEZIG MET GELD VERDIENEN   IN DE BEDRIJFSWERELD, MAAR WAT WILDE JE JUIST WEL?

‘Toen ik nog bezig was met die studie, ben ik daarnaast wel al gaan werken in de zorg. Ik zat toen in het derde jaar van mijn studie, maar eigenlijk wilde ik mij al verder gaan focussen op de zorg. Mede omdat zij mij in die tijd  ook al een opleiding aanboden. Zo heb ik mijn MBO-4 diploma gehaald en kon ik als begeleider fulltime aan de slag. Kort daarop ben ik ook gelijk mijn SPH-opleiding gaan doen.’

DAT IS NOGAL EEN OMMEKEER VAN STUDIERICHTING, HOE WERKTE DAT VOOR JOU?

Ik heb na deze studies heel veel gewerkt met heel veel doelgroepen. Mijn achtergrond is dus ook sociaal werker. Zo  kreeg ik in het derde jaar van mijn studie SPH een opdracht  van school om een onderzoek te doen naar diversiteit op de werkvloer. Daar heb ik toen een adviesrapport voor geschreven aan  mijn directeur, maar die was daar niet zo blij mee en na een hoop gedoe, hebben zij mij dan ook ontslagen. Dat was echt een bizarre situatie. Zo kwam ik tot het besef, hoe het werkt in de institutionele samenleving, waarin wij leven. Ik wilde daarna ook meer op beleidsniveau invloed gaan uitoefenen. Hier wilde ik echt wat meer mee gaan doen.’

DAT IS BEST HEEL MOEDIG, OM NA ZO’N BIZARRE ERVARNG JUIST MEER OP BELEIDSNIVEAU TE WILLEN WERKEN.

‘Ja, ik ben toen ook heel gericht gaan zoeken naar werk op beleidsniveau. Zo kwam ik dan ook op een gegeven moment bij Stichting !WOON als programmamedewerker voor in de buurt. Ik ben juist ook in dit stadsdeel Reigersbos, Amsterdam-ZO begonnen.’

WAAROM BEN JE JUIST BEGONNEN IN DE BUURT REIGERSBOS?

Vanuit mijn eigen rol als social worker vond ik het ook superinteressant om wat meer grip te krijgen op mijn eigen buurt. Ik woonde toen al zeker 10 jaar in deze buurt en zelfs mijn dochters zijn hier geboren. Ik zat dus al in dit sociaal domein. Zo was ik al coördinator van een dagcentrum. Ik zat daar in de gehandicapte zorg. Ook heb ik een poosje in het jongerenwerk bewogen en gewerkt. Eigenlijk wilde ik wat rollen pakken en dat is mij toen ook heel goed gelukt. Maar ik wist al wel, dat ik niet meer in dienst wilde van een grote organisatie.’

WAT VOOR EEN ROLLEN HEB JE KUNNEN PAKKEN, WAT ZEG JE DAN?

‘Zo was ik bijvoorbeeld al heel actief op de school van mijn dochter. Ik ben vanuit mijzelf heel ondernemend en zat in de ouderraad. Zo organiseerde ik ook allerlei activiteiten op de school van mijn dochter. Maar uiteindelijk wilde ik er meer mee en ben ik via DYNAMO ZUID, een welzijnsorganisatie, aan de slag gegaan als gastdocent en heb mijn eigen lesprogramma ontwikkeld. Dat was rappen met kinderen, dat werkte echt supergoed. Maar ook in de buurt wilde ik een soort impact gaan maken. Eigenlijk was ik zelf nog heel erg aan het zoeken en vroeg mij af waar ik het eigenlijk moest zoeken.’

WAT BEN JE DAARNA IN JE ZOEKOCHT TEGEN  GEKOMEN?

‘Ik kwam op een gegeven moment met een gebiedsmakelaar in aanraking, die op dat moment bezig was met het initiëren  van het bewonersplatform. Ik was toen zo’n 26 jaar en kwam in groepen met allemaal oudere bewoners. Ook was het wel leuk, want ik had een soort energie en gedachten gevormd vanuit het social work. en via Dynamo ben ik ook in  Zuid in een buurthuis terecht gekomen, waar ze studioactiviteiten met jongeren deden. En zo heb ik weer de beatmetal opgepakt en ben ik daar wat beat’s gaan maken met die jongeren. Dat vonden ze heel cool en heb toen daar een poosje wat studiobegeleiding geboden. Toch merkte ik dat studio’s in buurthuizen leuk zijn, maar echt niet voldoende. Die jongeren willen voornamelijk iets ’s avonds doen. Overdag  liggen ze vaak lang op hun  bed en doen dan niks, maar ’s avonds willen zij dan pas hun ding kunnen gaan doen. Dan blijken juist buurthuizen te sluiten, wat betekent dat deze jongeren dan ‘s avonds op straat gaan hangen. Daar heb ik het met deze gebiedsmakelaar over gehad en vanaf dat moment heb ik een studio in mijn huis gebouwd, dat loopt als een trein. Die jongens kunnen daar gewoon langs komen en hun ding doen. Dat is nu voor hen gewoon een vrijplaats geworden.’

WAT GEBEURDE ER NA DIT INITIATIEF?

‘Daarna kwam pas dat werk als programmamedewerker bij Stichting !WOON. Ik was al aangesloten bij het bewonersplatform, maar omdat ik vrij energiek ben, heb ik ook wel een aantal activiteiten geïnitieerd voor de buurt. Zoals een vrij groot evenement in het winkelcentrum Reigersbos. Een festival, dat ik al twee keer heb gedaan. Dat kwam voort uit de groep jonge ondernemers van het bewonersplatform, die zoiets hadden van dat zij ook echt een keer een party wilden organiseren voor de buurt. Dat hebben we dus ook doorgezet en is echt uitgelopen tot iets groots en heel moois. Dat kwam omdat zo’n groep, met zijn allen, een sterke krachtenbundel is  en van alle markten thuis. Dat was heel bijzonder te merken, hoe zij dat kunnen. Het festival gebruikte de oppervlakte van het hele winkelcentrum, waar we een soort van diversiteitsmarkt hadden opgezet met allerlei kraampjes met allerlei soorten eten van diverse culturen. Ook werden er spulletjes verkocht van allerlei culturen en er waren ook diverse activiteiten, zoals sportactiviteiten voor kinderen en een podium met echt wel grote namen. Voornamelijk vanuit de buurt. Zo hebben wij ambassadeurs gevonden, dat zijn artiesten, die het best ver geschopt hebben en die in deze buurt zijn opgegroeid of hier op school hebben gezeten of zelfs nog op school hier zitten..... Er was een show gemaakt, waar zulke mooie energie door vrij kwam, iedereen stond te dansen en te springen.’

WAS DIT ALLEMAAL VRIJWILLGERSWERK NAAST JE WERK BIJ ST. !WOON?

‘Al met al was ik met van alles bezig, vooral met jongeren, met muziek, met evenementen, enz. Ook voor mij ging hier een wereld  open. Ja, ik was door dat ontslag eerst in een soort zwart gat gevallen en heb toen wel nog een tijdje jongerenwerk gedaan voor mijn vaste inkomsten, maar dat was minimaal, zoiets van 15 uur per week. Ik had al een gezin, dus daar moet ik ook voor zorgen. Maar van deze inkomsten kon ik niet leven en wilde er meer uithalen. Ook wilde ik meer impact hebben met mijn werk. Zo kwam ik bij stichting !WOON als programmamedewerker ontwikkelbuurten. Dit kwam omdat ik bij het bewonersplatform vrij actief was. Deze baan moest gewoon voor het onderhoud van mijn gezin. Overigens was het ook super interessant werk, alleen ging het heel erg over gebiedsontwikkeling, stedelijke opgaven, dat betekent dat het vooral gaat over ruimte en duurzaamheid, grond en ontwikkeling, e.d., maar ik wilde meer.’

WANNEER KAN JIJ SPREKEN   VAN JE EIGEN BEDRIJF?

‘Ja, vandaar uit ben ik voor mijzelf begonnen. Ik was er al lang mee bezig, alleen was ik heel erg gefocust op de muziek en evenementen, daar wilde ik mee verder gaan. Maar dat is best heel lastig, evenementen organiseren, daar komt zoveel bij kijken. Uiteindelijk heb ik er nu een aantal gedaan en dat wil ik nog steeds wel, alleen  leert de ervaring dat je moet zorgen om met partners te werken. Ik heb nu een aantal vaste partners, zoals de gemeente Amsterdam, waar ik heel nauw mee samenwerk, de partij Stichting De Kazerne Reigersbos. Deze stichting doet met name de programmering en zij hebben mij aangesteld vanuit mijn ondernemerschap als coördinator van de buurtfunctie. Dat houdt in dat ik voornamelijk bewaak dat dit pand voor de buurt goed functioneel gebruikt zal worden. Ik ben  van deze stichting ook nu zelfs de voorzitter geworden. Dat kwam omdat de bewoners heel erg op mij gericht zijn, ook al voordat de stichting De Kazerne nog niet aan de orde was.’

WAT HEB JIJ MET DEZE VERANTWOORDELIJKHEID VOOR DE BEWONERS GEDAAN?

‘Wij hebben gelijk wel vanuit het bewonersplatform aan de gemeente een signaal afgegeven, dat deze buurt een buurthuis nodig heeft, want zij hadden juist een jongerencentrum en een buurthuis weggehaald. Zo is er helemaal geen ontmoetingsplek voor bewoners meer. Uiteindelijk heb ik toen een buurtkeuken kunnen faciliteren vanuit Cordaan. Deze keuken wordt aan het einde van de dag niet meer gebruikt en zo konden wij die ruimte beschikbaar stellen voor de buurt. Maar dat is nog maar een klein begin.’

HOE KWAM HET, DAT JULLIE DIE OUDE BRANDWEERKAZERNE TOCH MOCHTEN EXPLOITEREN ALS BUURTHUIS?

‘Deze kazerne stond al vijf jaar lang leeg en er zat eerst nog antikraak in. Wij wilden dit pand heel graag  als buurthuis, dat is een hele strijd geweest, echt een heel gedoe. Uiteindelijk kreeg ik hier een rol in vanuit Stichting !WOON als programmamedewerker. Zo kwam ik direct in contact met de projectontwikkelaars. Maar zij wilden mij niet, omdat ik uit deze buurt kom en zagen dat als belangenverstrengeling. Ik mocht mij niet op deze manier op de buurt focussen.'

HOE BEN JIJ MET DEZE AANTIJGINGEN OM GEGAAN?

‘Dat was best ingewikkeld. Maar ik had zoiets, dat het wél mijn buurt is en wilde daar wel actief blijven. Zo heb ik vanuit het voorzitterschap van het bewonersplatform gewerkt, dat was dan wel vrijwilligerswerk. Tot het moment dat we het voor elkaar kregen dat de gemeente Amsterdam dit pand wilde aankopen. Zoiets hadden wij nog nooit meegemaakt. Dat is echt wel heel uniek, dat de gemeente Amsterdam een pand koopt, om dat beschikbaar te stellen als buurthuis. Het was wel een pré, dat er een bepaalde exploitatie op het pand zal komen.’

HOE HEBBEN JULLIE DEZE DEAL MET DE GEMEENTE AMSTERDAM VERDER UITGEWERKT?

‘Zij hebben toen de organisatie Urban Resource gevraagd om dit te gaan organiseren. Urban Resource is een broedplaats voor creatieve professionals om zo een voordelig atelier te kunnen houden. Dit pand is dan ook officieel een broedplaats met ook  een buurtfunctie. Zo mogen wij het dus ook geen buurthuis noemen. Nu het formeel een broedplaats is, zijn er op de bovenverdieping heel veel ruimten voor ateliers, maar ze konden dus een uitzondering maken op dit pand om een aantal ruimten ‘broedplaats’ vrij te maken, die wij mogen inrichten voor de buurt. De functie moet vergelijkbaar zijn met andere buurthuizen, met dezelfde faciliteiten.’

WAT IS JOUW ROL ALS ONDERNEMER HIERIN?

‘Dit is dus een plek, die is ontstaan uit het initiatief van het bewonersplatform in co-creatie met de gemeente Amsterdam, Urban Resource en een externe partij, die dus de stichting De Kazerne heeft opgericht. Ik heb hier als ZZP-er een rol in gekregen.’

JIJ WAS DUS OOK AL ZZP-ER?

Ja, ik ben productieleider bij Moving Arts Project, MAP. Dit bestaat al meer dan vijf jaar. Met Noud Verhave Janine Toussaint en Diane Elshout hebben wij een project ontwikkeld, met de idee, hoe wij sociaal-culturele evenementen in de stad duurzamer zouden kunnen maken. Daarom ontwikkelden wij KARELs KARAVAAN, de Kar voor Elektriciteit op Locatie. Deze elektriciteit moet dan in openbare ruimten mogelijk gemaakt worden en het moet ook duurzaam zijn. Dus wij hebben een basispakket ontwikkeld voor elektriciteit op locatie. Daarmee faciliteren wij duurzame stroom bij bijvoorbeeld evenementen. Zo wilde ik ook voor het stadsdeel Reigersbos zo’n wagen ontwikkelen.  In mijn rol als programmamedewerker ontwikkelingsbuurten was ik al heel veel bezig met participatie gebiedsontwikkeling. Ik merkte gewoon dat het heel prettig is om een wagen te hebben, vanwaar uit je in gesprek kunt gaan met bewoners. Het is een voertuig voor Moving Arts Project en is nu ook ontwikkeld voor ZO, deze heet KARLOS Karavaan. Het werkt heel goed en er zijn al zoveel gesprekken mee aangegaan met bewoners.’

JOUW BEDRIJF, MOVING ARTS PROJECT, WERKT DUS HEEL GOED. HOE GAAT DAT IN ZIJN WERK?

‘Dat gaat in opdracht van de gemeente. Als de gemeente een vraagstuk heeft, dan komen ze naar Moving Arts Project toe en dan gaan ze kijken of ze samen met KARELs KARAVAAN of  ze met zo’n vraagstuk de wijk in kunnen gaan. Dat is het idee erachter. Wij verzorgen dan de elektriciteit om zo’n evenement te faciliteren. Zelfs voor het aanbieden van een kopje koffie  moet je elektriciteit hebben. Maar wij kunnen er ook muziek bij doen of je kan het zo gek niet bedenken. We hebben zoveel capaciteit, dat we echt een heel festival kunnen voorzien van duurzame stroom. Zoals die festivals die wij georganiseerd hebben, het podium, dat hebben wij laten faciliteren door KARELs KARAVAAN, die licht, geluid en alle technieken voorziet van stroom. KARELs KARAVAAN staat voor Kar voor Elektriciteit op Locatie.’

HOE HEB JIJ NU ZELF ZO’N VEHIKEL KUNNEN REALISEREN VOOR   AMSTERDAM-ZO?

‘Ja, dat wilde ik vanuit St. !WOON, maar dat was geen optie, omdat daar echt geen budget  was voor dit soort activiteiten. Toen zijn we aan de slag gegaan met een platform voor allerlei duurzaamheidsinitiatieven in dit stadsdeel, vanwaar uit we een nieuw initiatief hebben ontwikkeld. Dat is KARLOS geworden: KAR LEVERT OVERAL STROOM. Deze wagen is echt ontstaan hier in Reigersbos. Dit is dus zo’n MOVING ARTS PROJECT, die daar mee komt. Dat doe ik dus vanuit mijn ondernemerschap als ZZP-er, die productielijn van die KARLOS KARAVAAN.’

WAT VOOR EEN OPDRACHTEN VALLEN ONDER DE PRODUCTIELIJN, DIE JIJ DOET?

‘Ik heb mijn bedrijf MAP en daar doe ik opdrachten voor. De MAP ziet een groeiende vraag naar schone energie voor evenementen en er wordt ook steeds meer een beroep op ons gedaan. Daarnaast doe ik ook een stukje coördinatie en ook nog heel veel andere klussen gebaseerd op gebiedsontwikkeling, veel met betrekking tot duurzaamheid. En deze wagen heeft daar echt meestal wel een rol in, omdat het gewoon een ideaal voertuig is en je er van alles mee kan. Zo hebben wij bijvoorbeeld  voor de festivals die wij hier houden in Reigersbos, het podium, het licht en alle techniek verzorgd. Maar ik ben ook bezig geweest voor de gemeente voor het vraagstuk van het plan, de Gooise weg te transformeren naar een stadsdraad. Daar moet gewoon met de bewoners mee in gesprek worden gegaan. Mijn netwerk is zo sterk en zo wisten zij mij dan te vinden. Zij hebben mij die uitvoering laten doen om met bewoners over dit thema in gesprek te gaan. Dan huur ik een cameraman en ga ik gewoon zelf op pad met die wagen. Op deze manier interview ik spontaan mensen op straat. Dit zijn een paar voorbeelden van mijn opdrachten. Dit is wat ik eigenlijk doe.’

IK BEGRIJP DAT JE NÓG EEN BEDRIJF HEBT?

‘Ja, ik heb een maatschap met mijn vrouw, die juriste is. Deze maatschap heet EDDA Business, dit  is een adviesbureau, waarin mijn vrouw juridische adviezen geeft. EDDA staat voor de initialen van mijn vrouw en mijn initialen en het is de titel van het overbekende  boek over de Noorse mythologie, waar mijn vrouw en ik ons heel erg in kunnen vinden. Voor deze maatschap hebben wij bewust  gekozen, omdat zij vanuit haar juridische achtergrond een heel goede aanvulling is, voor wat ik doe.’

JIJ BENT OP EEN HEEL SPECIFIEKE MANIER BEZIG EN WAT BETEKENT VOOR JOU NU HET ONDERNEMERSCHAP DAARIN?

‘Dat heeft te maken met vrijheid en ook wel met verantwoordelijkheidsgevoel. Op je moment, dat jij het zélf moet doen, dan voel je pas het beste, hoe je aan jezelf ook verantwoording moet afleggen. Als je dat ook doet, dan pas besef je hoe krachtig ondernemerschap eigenlijk is. Alles kaatst weer naar je terug. Dat is er zo boeiend aan. Zo is voor mij ondernemerschap iets dat verder gaat dan alleen maar over geld. Je leert jezelf kennen en begrijpen wat jou kracht geeft. Zo heb ik bijvoorbeeld ontdekt dat bij mij liefde heel essentieel is. Als ik liefde wil geven, moet ik het ook krijgen. Het moet spiegelen, anders doet het niets. Het moet zijn respons krijgen en daardoor komen de dingen in beweging. Vanuit de HIPHOP wereld, waar ik mee ben opgegroeid, willen zij juist in de spiritualiteit beweging krijgen en niet zozeer in de materie of het geld. Het is echt een cultuur, een hele spirituele cultuur met zijn roots uit de getto’s van Amerika.  HIP HOP staat letterlijk voor Higher Internal Power, Healing Over People. In feite zijn zij trendsetters en ik denk dat het zelfs heel revolutionair is, wat de HIPHOP beweging doet. Vele jongens uit de HIP HOP beweging hebben grote bedrijven, want ze zijn van alle markten thuis. RAP gaat eigenlijk ook over de emoties, die eruit moeten. Daarin kunnen zij alles kwijt. Op het moment dat je zintuigen in balans gaan prikkelen, dan is dat heel goed voor je creatieve geest. Het is een heel nieuw denken. Het is  de nieuwe tijd en dat brengt in deze tijd heel veel ruis binnen de maatschappij. Daarom wordt het constant door de massamedia bekogeld en de kop ingedrukt. Die hele Black Lives Matter demonstraties van nu gaan over die cultuur. daar staat echt ook de hele HIPHOP gemeenschap achter. Ook ik run op deze basis mijn onderneming en dat geeft mij voldoening en houdt mij met mijn MOVING ARTS PROJECT ook letterlijk in beweging.’

 

ADVIES VOOR STARTERS:

  • Ga op zoek naar je eigen intrinsieke motivatie.
  • Eigenlijk zeg ik daarmee, ga op zoek naar jezelf en dan is het echt zo: zoek en je zult het vinden.
  • Wij hebben allemaal een levenspad en het lot gaat je brengen, waar je moet zijn.
  • Blijf in  beweging en openstaan, voor wat er zich in je leven aandient.

 

DENNIE ARMELITA

- Projectleider -

MOVING ARTS PROJECT – MAP

 

Tugelaweg 85

1094 VN AMSTERDAM

info [at] movingartsproject.nl

www.movingartsproject.nl

EDDA Business - Social Engineer

 

 

 

INTERVIEW met PAUL van DIJK, eigenaar ijssalons IJSPRET BV

INTERVIEW met PAUL van DIJK, eigenaar ijssalons IJSPRET BV

De ijssalon moet gewoon iets feestelijks hebben,

eenvoud kennen

 en blijheid uitstralen.

Dat kleine smurfje op het kinderijsje

 is dan ook een topsucces.

Paul van Dijk (1980) is een zeer enthousiaste eigenaar van de ijssalon IJspret in de Rijnstraat 88 te Amsterdam. Ook heeft hij met zijn zakenpartner en goede vriend een ijssalon in Zwanenburg en sinds kort ook in Diemen. De formule en visie van Paul is zo succesvol en laagdrempelig, dat iedereen, die eenmaal in zijn winkel ijs heeft geproefd, gewoon weer móét terugkomen. Het is overheerlijk ijs en je proeft de liefde en kwaliteit, waarmee het gemaakt is. De sfeer is ook zo gastvrij en kindvriendelijk. Letterlijk een hartverwarmende verkoelende ijsbeleving binnen de Rivierenbuurt.
 

WAT IS JOUW ACHTERGROND, VOORDAT JE DEZE IJSSALON OPENDE?

‘Ik runde hiervoor in ditzelfde pand een cult-videotheek. Dat was eigenlijk mijn eerste eigen onderneming. Ik was toen rond de 20 jaar. Deze videotheek heb ik 5 à 6 jaar gedaan, maar deze hele videotheekbranche kondigde het einde van zijn bestaan op een gegeven moment aan. Deze branche is echt de nek omgedraaid door al die streamingdiensten, die gingen ontstaan. Na 6 jaar heb ik ook de winkel voor een jaar gesloten en heb die periode gebruikt om mezelf te herpakken, om na te denken wat ik  nu  zou gaan doen. Ik wist eerst even niet, wat ik daarna zou doen. Wel heb ik tussendoor een paar kleine baantjes gehad, maar merkte al heel snel dat ik eigen baas wilde zijn. Juist in die periode ben ik met Remko de Bakker, die twee panden hiernaast zijn winkel heeft, in gesprek geraakt. Remko had het idee, dat ik met dit mooie lege winkelpand een ijssalon moest openen. Ook zelf liep ik al met dat idee te spelen, maar door die gesprekken met hem, werd ik bevestigd. Juist door die bevestiging, kreeg het al snel vorm.’ 

 

BIJ DAT IDEE OM EEN IJSSALON TE OPENEN, HOE START JE DAN ZOIETS?

‘Toen wij eruit waren en besloten hadden om serieus een ijssalon te gaan starten, zijn we gelijk naar de Horecava gegaan. De Horecava is een trefpunt voor horeca professionals. Bij de Horecava hebben wij ons eerst goed georiënteerd, maar kwamen ook al gelijk naar buiten met getekende contracten voor ijsmachines, vitrines en noem maar op. De kogel was direct al door de  kerk.’

MAAR DAN   KOMT DE VRAAG, KAN JE DAN OOK GELIJK GOED IJS MAKEN?

‘Ja, dat was ook wel mijn grootste angst. Ik heb natuurlijk wel wat concurrentie in de buurt zitten van ijssalons of ijskramen met grote bekendheid. Om eerlijk te zijn, was dat ook mijn eigen onzekerheid of ik daar tegenop kon concurreren. Maar op de dag dat de groothandel bij ons kwam om al onze producten te leveren, zijn ze met ons een dag ijs komen draaien. Het bleek dat meteen al het eerste bolletje ijs, dat uit de machine kwam, zó goed van smaak en zo puur product was, dat ik eigenlijk al direct daarna wist, dat deze ijssalon een succes zou kunnen worden. Zo was deze zaak vanaf het begin gelijk lonend, maar mede omdat mijn woning hier gelijk achter zit en dat deed de kosten ook heel erg zakken. Voor de rest gewoon eerst heel zuinig aan doen. Nu zijn we ook al 11 jaar verder en uitgebreid tot drie ijssalons.’

TOEN JE BEGON MET DAT IJS MAKEN, HAD JE OOK JE EIGEN RECEPTEN?

‘In  eerste instantie ben ik begonnen met de basisrecepten vanuit de groothandel. Ik was nog te onwennig en dit vak was nog te nieuw voor mij om direct al te experimenteren met eigen smaken en recepten. Ik heb eerst heel erg de regels gevolgd, die de groothandel voorschreef. Later  heb ik natuurlijk toch wel mijn eigen twist eraan  gegeven en ben ik eigen smaken gaan creëren. Zoals bijvoorbeeld de mango-mint.'

AAN DE SMAAK MANGO-MINT, HOE BEN JE DAARTOE GEKOMEN?

‘Dat ging eigenlijk heel leuk. Er kwam een meisje in de winkel, die vond dat wij zulk lekker mango ijs hadden. Zij vroeg ons toen of de smaak mango-mint niet iets voor ons was om te maken. Daar ben ik toen mee aan de slag gegaan en heb zo mijn eigen mango-mint gecreëerd. Deze smaak blijkt elke zomer ook weer een echte hit. Zo worden er ook via klanten ideeën van smaken aangereikt, waar ik dan gehoor aan geef en ga uitproberen. Je moet altijd naar de klant luisteren. Aan het einde van de dag blijkt juist door je klanten, dat je je winkel kan voortzetten. Zij maken in feite mijn bedrijf mogelijk. Zo krijg ik altijd hele leuke feed-back en veel positieve reacties. Dat motiveert je ook om dat extra stapje voor je klanten te zetten. Het wordt dan een wisselwerking. Zo heb ik ook altijd meisjes in dienst voor de verkoop, die meewerken om er een feestje van te maken voor de kinderen. Ze zijn zelf heel gedreven om de  naam van de winkel IJSPRET ook waar te maken.’

BEN JIJ NU WEL ALLEEN DIT BEDRIJF BEGONNEN?

‘Ik ben in eerste instantie samen met Remko deze ijssalon gestart. Het was eerst een samenwerking met hem. Na een jaar zo te gaan, kwam ik er toch achter, dat ik voor mezelf vooral, heel moeilijk kan samenwerken. Ik wil toch liever vooral mijn eigen plan kunnen trekken, waar ik dan geen verantwoording voor hoef af te leggen. Ik ben altijd al een vrijbuiter geweest en samenwerken vind ik best lastig. Dus na dat eerste jaar van opstart, zijn we rond de tafel gaan zitten en zijn daarna in heel goede verstandhouding uit elkaar gegaan. Wij onderhouden nog steeds goed contact en ben hem heel dankbaar voor de opstart en het concept IJspret. Voor een heel groot deel heeft hij gezorgd dat het zó is ontstaan. De hele uitstraling en het hele concept kwam echt van hem. Ik wist in het begin niet eens wat een concept was. Wat ook best apart is, dat weer een andere buur, en wel een buurmeisje, die ontwerpster is, voor de vrolijke letters heeft gezorgd. Zo heeft de pui van de winkel een leuke uitstraling gekregen  Zij heeft daarvoor een schets gemaakt. Dus in een straal van 20 meter aan ondernemers in de straat heeft deze winkel zijn vorm gekregen.’

   BEN IK WEL HEEL NIEUWSGIERIG, WAT HET CONCEPT INHOUDT?

‘Het concept is de uitstraling van de winkel. Dat houdt in, dat we elke dag   vers en ambachtelijk ijs verkopen. Ook is de uitstraling van de winkel heel laagdrempelig en eenvoudig, maar ook vrolijk. De uitstraling moet iets feestelijks geven, met de leuke letterspeling op het bord aan de winkelpui, de vrolijke kleuren, de kleine tegeltjes in de keuken. Het straalt allemaal eenvoud uit, maar wel hebben we hoge kwaliteit ijs. Dit concept werkt gewoon heel goed. Ik ben nog steeds helemaal blij, dat ik een ijssalon ben begonnen.’

HOE HEB JIJ JE INVESTERINGEN KUNNEN REALISEREN?

‘Ja, dat hebben Remko en  ik in het begin samen gedaan. En ja, in het begin hebben wij best wel een beetje onze nekken uitgestoken door de apparatuur wat duurder aan te schaffen, dat konden wij doen door een huurkoop contract aan te gaan. En alle andere investeringen zoveel mogelijk op lease-basis te nemen. Anders was de opstart bijna niet mogelijk geweest. Er waren zeker ook bedrijven, die ook wel hun nek uitstaken, om te zorgen, dat je een opstart kon maken. Maar de banken wilden toentertijd met beginnende ondernemers geen groot risico lopen.  Daarom hebben wij bij de ondernemers zelf als Valmar, een groothandel die vitrines en ijsmachines levert , zelf gewoon contracten kunnen afsluiten. En hebben wij hoogwaardige materiaal om mee te werken kunnen realiseren.’

HEB JIJ IN DE TIJD VAN DE CRISIS ROND 2008 NOG LAST GEHAD BIJ DE VERKOOP?

‘In principe heeft het bij de verkoop in onze ijssalon niet veel uitgemaakt. Ik denk dat ik het voordeel had, dat ik eigenlijk in de lage EURO branche zit. Ik zit in  zo’n laag segment, waarin iemand zich altijd  wel een ijsje van €1.00 kan veroorloven. Mijn kinderijsjes zijn al vanaf het begin €1.00. Dat is eigenlijk nog steeds zo gebleven. Ik vind het belangrijk, dat de kinderen altijd hun ijsje moeten kunnen komen halen. Ik denk dat dit bij elkaar enorm mee speelt, dat zo de mensen altijd in staat zijn om iets in je winkel te kunnen kopen. Nee, van de crisisperiode heb ik daardoor niet veel last gehad.’

WAT BEN JIJ WEL ONGEZIEN TEGENGEKOMEN, BIJ DE OPBOUW VAN  HET BEDRIJF?

‘Wat ik heel lastig vind, is het boekhoudkundige gedeelte van het bedrijf, zoals bijvoorbeeld de kosten/prijsbepaling. Ik ben gewoon ijs gaan draaien en aan het einde van de dag was dat gewoon mijn netto winst. Ik heb tot voor zeer kort nog nooit berekend, wat een bolletje ijs mij nu eigenlijk netto kost. Pas dit jaar, nu wij zo zijn gaan groeien, hebben wij voor het eerst pas een kosten/prijsbepaling gemaakt. Het is toch wel belangrijk, zeker nu wij zo groeien, dat je weet wat je basiskosten zijn, zodat je weet naar welke winst je kan streven.’

TOEN JIJ DE IJSSALON OPENDE, HAD JE AL GELIJK OOK PERSONEEL?

‘Nee, niet echt, ik draaide hier in de Rijnstraat al het ijs zelf in de keuken, maar had wel voor de middag een meisje erbij gehaald voor de verkoop. Maar werd het in de middag heel druk, dan hielp ik mee bij de verkoop.’

JA, JE BENT ZEKER GROTER GEGROEID. ER ZIJ NU AL DRIE LOCATIES?

‘De tweede ijssalon heb ik eigenlijk heel kort zelf gehad, daar was ik meer voor de opstart. Een vriend van mij, die mij veel in de keuken heeft geholpen, wilde ook heel graag zijn eigen ijssalon. Ik was toen rond de 29 jaar en was zelf nog helemaal niet toe aan een tweede salon en mijn vriend wilde wél heel graag een eigen ijssalon. De afspraak werd toen ook dat het zijn eigen winkel zou  worden, maar wel met het identieke concept en de dezelfde uitstraling. Deze winkel in Zwanenburg is ook weer gelijk een succesformule geworden en deze zaak bestaat nu ook al weer 7 jaar. Het leuke is dat uit die samenwerking met hem nu een derde ijssalon is geopend. We hebben dit jaar, als de kers op de taart, een grote winkel in Diemen geopend. Dit is wel de grootste zaak van allemaal. Daar hebben wij nu dan ook de centrale keuken geïnstalleerd. Met deze derde salon zijn we wel echt een samenwerking aangegaan. Ook deze nieuwe winkel met ook weer dezelfde uitstraling, doet het ook weer perfect. Ja, dat is daar ook weer een echt succes geworden.’

HOE HEBBEN JULLIE DAT MET DIE DERDE LOCATIE GEREGELD?

‘Op dit moment hebben wij daar dus de centrale keuken en wij draaien daar samen het ijs. Doordat wij een koelbus hebben aangeschaft, kunnen wij zo het ijs naar de andere winkels rijden. Ook willen wij meer doen met de grote ruimte in Diemen en in de nabije toekomst taartjes en koffie gaan verkopen. Maar nu nog niet, dit jaar moeten we nog erg aanpoten om drie locaties te voorzien met ijs. Juist ook omdat Diemen zo goed loopt. Maar volgend jaar willen wij in de winter daar wel open blijven en die maanden overbruggen met een uitgebreider concept.'

JULLIE ZIJN DUS DE WINTERMAANDEN DICHT?

‘Wij gaan eind oktober dicht tot begin maart, dan gaan wij weer open. We merken zelfs als wij weer open gaan, dat de buurt er heel blij mee is, want  het is echt een trekpleister van de buurt geworden, hoewel het hier normaal het rustigste gedeelte van de Rijnstraat is.’

HOE OVERBRUG JIJ  DIE WINTERMAANDEN? 

‘Dan ben ik heel veel thuis, juist omdat ik de zomer heel veel weg ben en eigenlijk alleen maar op de winkel gefocust ben. Wij zijn in principe open van 12:00 tot 21:00 uur in de zomer en als het heel warm is, dan zijn we  soms wel tot 23:00 uur open. Vooral als er  mensen nog laat aan de deur staan, dan probeer ik die altijd nog wel te helpen. In de winter wil ik juist  meer tijd met mijn kinderen doorbrengen. Die maanden werk ik helemaal niet bij en leef van de buffer, die ik heb opgebouwd in de zomer. Zo knap ik bijvoorbeeld nog wel weer wat aan de winkel op en ga ik naar de ijsbeurs in Italië, waar we voor worden uitgenodigd om ons te laten informeren over nieuwe producten voor het nieuwe jaar. Maar die maanden zijn ook heel fijn om jezelf weer te resetten, na al die drukte. Ik ben echt blij, na al die zomerdrukte eventjes rustiger aan te kunnen doen.’

HOE GA JE OM MET HET PERSONEEL TIJDENS DE WINTERMAANDEN?

‘Wij hebben echt een geweldig team, als ik zie hoe die meisjes hier werken en reageren op de klanten. Dat verbaast mij elk jaar weer. Het zijn echt ijsmeisjes, die gedreven zijn om het zo leuk mogelijk te maken voor de klanten. Het is prachtig te zien met welke interactie zij met de kinderen omgaan. Het enige nadeel is inderdaad, dat ik die goede meisjes heel moeilijk kan vasthouden, omdat we in de wintermaanden dicht zijn. Ik probeer ze dan wel ergens anders te plaatsen voor die periode, zodat ik ze in de zomer terug kan krijgen. Zo heb ik vijf meisjes, die elk jaar trouw terug komen.’

IS ER VOOR J JOU NOG VEEL VERANDERD NA JE OPSTART MET JE VISIE OVER HOE JE HET ALS EERSTE VOOR JE ZAG?’

‘In principe niet, het is  vanaf het begin een succesformule geworden. Mede doordat ik eerst een videotheek had, hebben heel veel toenmalige klanten uit de buurt nu kinderen. Doordat ik met hen altijd veel contact hebt gehouden, komen zij ook allemaal nu naar de ijssalon, vanaf het moment dat  het open ging. Ik nam als het ware al een heel grote klandizie mee naar deze winkel. En omdat het zo goed loopt, hebben wij het concept en onze visie niet hoeven aan te passen of te veranderen. Vooral het kinderijsje is een topformule. Kinderen staan soms al lachend en beukend voor de ramen, voordat de zaak geopend is. Wij geven op onze kinderijsjes heel een smurfensnoepje en dat is een topformule gebleken. Zo eenvoudig is het soms. Nogmaals ik ben heel blij, dat ik deze ijssalon gestart ben.’

ADVIES VOOR STARTERS

 

  • Laat je niet afschrikken door de negatieve reacties van mensen om je heen. Mensen zullen vaker zeggen, dat het geen goed idee is, wat je wilt gaan doen, dan dat het wel een goed idee is.
  •  
  • Ondernemerschap is durven, durven om risico’s te nemen.
  • Als je echt een goed product verkoopt en je er 100% achter kan staan, zal het altijd een succes worden.

 

PAUL VAN DIJK

EIGENAAR IJSSALON IJSPRET AMSTERDAM

1079 HS Amsterdam

Website: www.ijspretzwanenburg.nl

Email: info [at] ijspretzwanenburg.nl

 

 

 

INTERVIEW me JAN van der PAS, Director, concept designer Cor-D-Rover BV

INTERVIEW me JAN van der PAS, Director, concept designer Cor-D-Rover BV

 

Het gaat altijd wel ergens goed in de wereld,

dat is het mooie van onze branche.

Het succes haal je uit het motto:

It is very easy te design something different,

but is difficult to design something better.

Jan van der Pas, (1955), is mede director samen met Cor D. Rover in het bedrijf Cor D. Rover BV. Een bedrijf, die staat voor interior als wel exterior design van luxe jachten en kleine cruiseschepen. Ook ontwerpen zij kleinere boten als sloepen. Jan van de Pas is een echte botenfanaat, die van binnenuit helemaal kan aanvoelen, wat zijn exclusieve publiek wilt. Dit is een fantastisch verhaal over een liefhebber van  boten, die weet wat hij wil en dit ook tot uitdrukking heeft kunnen brengen in een enorm succesverhaal van een wereldberoemd bedrijf.

HOE IS DIT EXCLUSIEVE BEDRIJF ONTSTAAN?

‘Om te beginnen zit mijn achtergrond helemaal niet in de botenwereld.  Ik kom zelf oorspronkelijk uit de autobranche. Wel was ik altijd al een botengek en na een ontmoeting met mijn huidige zakenpartner Cor D. Rover hebben we besloten in de design-wereld voor boten  te stappen. Cor werkte daarvoor op een kantoor, waar hij de vormgeving deed, hij was de tekenaar, voor boten. In het jaar 1996 besloot hij om te stoppen met zijn huidige baan om samen met mij zelfstandig verder te gaan. In die tijd had ík nog wel mijn eigen bedrijf, een dealerschap voor auto’s. Maar in 2004 heb ik uiteindelijk ook mijn autobedrijf verkocht, daar heb ik heel veel geluk mee gehad, want de autobranche is er niet heel veel beter op geworden. Zo is het in het kort begonnen.’

HOE HEBBEN JULLIE HET BEDRIJF ZAKELIJK ONDERLING VERDEELD?

‘Zowel Cor als ik zijn beiden partners van het bedrijf. Cor is met name degene die tekent en ik doe  het concept-design. Cor is echt de tekenaar. Dat betekent dat ik heel veel onderzoek doe naar wat ons soort klanten mogelijkerwijs interessant zou vinden. Die wensen probeer ik te vertalen in een tekening voor een boot. Daar moet je heel veel research voor doen, maar gewoon ook heel veel feeling mee hebben.’

HOE EN WAARMEE ZIJN JULLIE GESTART?

‘Wij zijn met nul gestart. Het eerste ontwerp dat wij hebben gemaakt was de boot Elling en dat model wordt nog steeds gebouwd en verkocht. Dit model bestaat dus al vanaf 1996 en wordt nu al 25 jaar lang min of meer als dezelfde boot gebouwd. Ook deze succesvolle boot heb ik dan bedacht en Cor heeft dit idee dan weer verder uitgewerkt. Maar een start in deze branche is best wel heel moeilijk.’

WAAR ZIT DAN DE MOEILIJKHEID VOOR DEZE BRANCHE OM TE STARTEN?

‘Ik zal je een voorbeeld geven hoe het werkt. Je stapt de Bijenkorf in en je verkoopt bijvoorbeeld telefoons of piano’s, wat al een moeilijk product is. De hele zaterdagmiddag is er een hele redelijke kans, dat er iemand in de Bijenkorf piano kan spelen. Verkoop je telefoons, dan is de kans heel groot, dat iedereen een telefoon heeft. Dan is eigenlijk het hele publiek van de Bijenkorf je doelgroep en misschien 5% van het publiek in de Bijenkorf je doelgroep als je piano’s verkoopt. Maar als je in de luxe jachtenbranche zit, dan is de kans dat iemand in de Bijenkorf loopt, die een jacht wil kopen, heel klein of helemaal nihil. Zelfs als je de 900.000 Amsterdammers neemt, die in aanmerking komen, die   ons product zal kopen, zelfs dan is de kans heel klein. Dat maakt het zo moeilijk. Om op te starten moet je ook zorgen, dat je innovatief bent, niet om innovatief te willen zijn, maar écht innovatief. Zoals Ivy van Apple, die een waanzinnig mooie uitdrukking gebruikte en die ik ook vaak gebruik: “It is very easy te design something different, but is difficult te design something better. Met andere woorden, het moet wel iets toevoegen en dat het ook geaccepteerd wordt door het publiek.’

HOE KOM JE ERACHTER WAT JOUW PUBLIEK WIL?

‘Ik doe eigenlijk heel veel onderzoek naar mensen, wat ze willen. Daarbij is het altijd je valkuil, dat je eigen smaak maar bij een heel klein publiek aanspreekt. Dus je moet denken in wat andere mensen aanspreekt, zonder je door je eigen smaak te laten leiden.’

HOE OPEN JE DAN DE MARKT VOOR JE BEDRIJF?

‘Wij bezoeken bepaalde bootshows, één van de belangrijkste bootshows is de Monaco Yard Show in Monaco, en daar hebben we altijd een stand. Dit jaar zal dat natuurlijk twijfelachtig zijn of die door zal gaan, maar daar komen veel van onze potentiële klanten. Daar is het als het ware hopen dat je opvalt met je product. Nu hebben we uiteindelijk een gigantisch grote naamsbekendheid in de wereld van de jachten opgebouwd. Dan wordt het wel een stuk gemakkelijker.’

JIJ BENT DUS VAN DE AUTOWERELD IN DE BOTENBRANCH GESTAPT, DAT IS NOGAL EEN ANDERE WERELD?

‘Ja, wij hebben het mooiste bedrijf van de wereld en dat is aan de ene kant het makkelijkste, maar aan de andere kant het moeilijkste eraan. Dat zal ik kort uitleggen. Wij volgen onze passie, wij zijn elke dag  bezig met onze eigen passie en kunnen alles daardoor ook zelf bepalen. Daarin hebben wij heel veel vrijheid. Met een bedrijf van design van jachten ben je eigenlijk ongelimiteerd. Maar alles wat boven het water zit, boven de waterlijn, dus alles wat uitsteekt, daar kunnen wij vorm aan geven. Dat gedeelte kunnen wij tekenen en helemaal vertalen naar de wensen van de klanten of naar wat wij zelf mooi vinden. Of een combinatie daarvan. Dat is waanzinnig mooi. Een ander punt is dat wij niet afhankelijk zijn van Nederland. Nederland is maar een klein stukje van onze markt. Ook in deze  coronacrisis blijkt dat wij juist de grootste klant in Taiwan hebben zitten, dit land heeft nauwelijks last van deze crisis. Mijn motto is ook: ‘Het gaat altijd wel ergens goed in de wereld.’ Dat is het mooie van onze business. Het is een hele opgave om aan klanten te komen.  Het is heel erg moeilijk om design te verkopen. Ik zie ons vak als een voetbalcoach. Je bent zo goed als je laatste voetbalwedstrijd. Zo zijn wij net zo goed als je laatst verkochte boot. Het moet een commercieel succes zijn, het moet aanslaan en maakbaar zijn.’

HET MOET MAAKBAAR ZIJN, WAT BEDOEL JE DAARMEE?

‘Je kan natuurlijk wel iets waanzinnigs moois ontwerpen, maar op het moment dat het niet gebouwd kan worden of dat het zo ontzettend kostbaar wordt om te bouwen, dan heb je eigenlijk ook een slecht ontwerp.’

WAT VOOR  PRODUCTEN VERKOPEN JULLIE NU PRECIES?

Zo hebben wij onze eigen sloep, onze eigen Tender, dat is  ons  goedkoopste product, wat we hebben en dan praat je ook al gauw over een bedrag inclusief  btw van €150.000,=. Dat is op zich al een klein publiek, dat zich dat kan veroorloven. Bij de volgende klasse product zit je al op een €1.000.000,= plus en met onze megajachten zitten wij in een niche van een niche.’ 

HOE WERKT DE MARKETING IN JULLIE BRANCHE?

‘Wij doen de marketing zelf. En dat was een lange weg te gaan om iets te bereiken in deze wereld. Dat is niet gemakkelijk. Zo staan wij in de gerenommeerde tijdschriften zeker wel iedere maand met een artikel over ons of over onze producten. Ook gaat er heel veel via relatie naar relatie. Wees waakzaam, dat je de juiste mensen spreekt op het juiste moment. Zorg dat je op de juiste plekken komt, waar je mogelijkerwijs klanten tegen komt. Ook moet je zorgen dat wat je maakt, op de ene of andere manier aanslaat.’

HOE DOE JE DIE RESEARCH?

‘Je inspiratie doe je overal op. Het product moet men iets brengen, het moet je een goed gevoel geven. Het moet, als het ware, een beleving zijn. Bij zo’n boot moet een klant eigenlijk met een glimlach rondlopen en hem of haar het juiste gevoel geven. Daar heb ik een grote feeling mee of talent voor, als ik het zo mag zeggen. Ik kan dat heel makkelijk bevatten. Wij streven ernaar, dat als mensen onze producten zien, dat 80% het moet accepteren, niet dat ze moeten kopen, maar als ze het zien ,dat ze een goed gevoel krijgen. Dat het ze aanspreekt. Dat test ik op veel mensen. Wij hebben zo’n sounding group, die onze ontwerpen eerst test, zeker als we twijfelen. In deze sounding group zitten heel veel mensen die zelf helemaal niet eens een boot hebben. Het gaat erom   of je je ontwerpen kan vertalen  naar wat het publiek wil. Want je moet ervoor waken, dat wat jezelf heel mooi vindt, probeert op  te dringen aan een ander. Dat gaat niet werken.’

DAT IS WEL EEN APART KENMERK  VAN JULLIE BEDRIJF?

‘Je moet ook de moed hebben, dat als één van je partners, die specifieke designers van de studio, een andere mening is toegedaan, je ernaar luistert en niet bij voorbaat de grond in boort. Maar meer durven denken dat hij misschien wel gelijk heeft, want misschien vinden andere mensen het wel mooi. Je verzandt zo snel in je eigen stijl, daar hebben wij bijvoorbeeld ook die sounding group voor, die bij twijfel je juist bevestigt of juist afwijst. Deze hele structuur is in dit bedrijf heel langzaam gegroeid. Het commerciële succes voor het bedrijf is voor ons ook  belangrijker dan wat dan ook.’

DUS JULLIE MAKEN NIET ALLEEN BOTEN NAAR EIGEN INZICHT, MAAR OOK VIA OPDRACHTEN?

Ja, absoluut, beide. Wij maken ook boten in opdracht, waar je wel ook uiteraard je eigen draai aangeeft. Het unieke van ons bedrijf is, dat we zowel kleine boten doen als grote boten tot zelfs kleine cruiseschepen. De grootste boot, die wij doen is een FEFIT, dat is een boot van 133 m. De kleinste is onze eigen TENDER, die is 8,5 m. En dan natuurlijk alles wat er tussenin zit.  Wij zijn heel breed en werken op productiewerven als we one-off’s doen. One-off’s is een klant, zoals bv. de boot Royal Huisman, die helemaal gebouwd wordt op de wensen van de klant.’ 

JE ZEI, DAT JULLIE HEEL ‘BREED’ ZIJN, WAT BEDOEL JE DAARMEE?

‘Dat wij heel veel verstand hebben van wat kan en niet kan. Zowel interior als exterior moet je heel veel materiaalkennis hebben. Je moet kennis hebben van de keuringseisen, waar je mee te maken hebt, zoals de brandwerendheid, stabiliteit, geluidseisen, die extreem laag moeten kunnen zijn op een jacht, enz. enz. Het is een varend kunstwerk, maar het moet wel kloppen binnen je ontwerp, wat een boot aan krachten aan moet kunnen, zoals een golf water, die wel duizenden kilo’s weegt. Van zoveel dingen moet je kennis hebben, al ben je dan nog niet eens de naval architect, die daar de eindverantwoordelijkheid voor heeft, niet wij. Kortom, alleen al de vraag, van welk materiaal maak je de boot, hangt daar ook weer heel veel van af, van wat kan en niet kan. Daarom zie je dat men ook niet gemakkelijk slaagt in dit vakgebied. Je moet echt heel veel erover weten.’

DUS EEN MOOI ONTWERP VOOR EEN BOOT KAN ECHT NIET ZOMAAR VAREN?

‘Ja, wij weten precies wat wel kan en wat niet kan. Je zoekt natuurlijk wel de grenzen op om zo goed mogelijk een mooi product te maken. Maar voor het zeker vaarbaar maken van een boot is daar dus de naval architect voor, natuurlijk in samenspraak  met ons. Zo hebben wij ook meerdere externe naval architecten.’ 

WAT IS JULLIE ROL DAN PRECIES IN HET HELE PROCES?

‘Wij bouwen dus niet zelf, maar wij zijn puur alleen interior- en exterior designers. Wij geven de opdrachten van onze vormgeving, door aan externe bedrijven, werven, etc. Er zijn een heleboel mensen bij betrokken voor een bouw van een jacht.’

OP EEN GEGEVEN MOMENT KOMT ZO’N OPDRACHT BINNEN EN MOET HET VORM GAAN KRIJGEN, HOE GAAT DAT?

‘Een klant heeft bijvoorbeeld al bepaalde wensen, waar de boot gebouwd moet worden. Wij geven natuurlijk ook onze voorkeuren aan, wat een goeie werf is, en wat het beste past bij een bepaald product. Er zijn nogal wat mensen bij betrokken, die allemaal iets in te brengen hebben. Want heb je een megajacht, dan heb je een broker brooker, een klantenvertegenwoordiger, je hebt mensen die verantwoordelijk zijn voor de techniek van de bouw, enz. Bij een groot jacht praat je ook over een doorlooptijd van tussen de drie en vijf jaar. Dit is dan vanaf het eerste gesprek totdat het product er ook werkelijk is en varen kan.’

WANNEER ZIJN JULLIE MET DE DEAL KLAAR EN TOT WAAR LIGT JULLIE EIND- VERANTWOORDELIJKHEID?

‘Wij blijven controleren of het product ook zo wordt uitgevoerd volgens ons design totaan het einde van de productie. Waar ter wereld dan ook. Wij hebben  best een heel abstract bedrijf. Zo hebben wij een kantoor in Amsterdam, maar dat is  alleen een ontvangstkantoor in een oud grachtenpand, waar we de klanten te woord staan. Ook komt het veelvuldig voor dat wij naar de klant toe gaan. Voor de rest werken wij met zeven partners, die allemaal exterior designer zijn en hebben allemaal thuis hun eigen studio. Wij zitten dus niet bij elkaar in één ruimte. Eigenlijk werken wij al heel lang volgens de Covid-19 regels. Wij geven deze partners opdrachten en zij werken dat dan verder uit. De eerste lijnen komen altijd uit de hand van Cor en mij, daar is geen invloed op van derden. Alleen de uitwerking doen ook vaak anderen.’

HOE GA JIJ OM MET DE EXTERNE  FACTOREN ZOALS DIE CRISIS IN 2008?

‘Eind 2008 hadden we de crisis, maar lang voor die tijd hadden Cor en ik al aan tafel gezeten en zagen dat we de afhankelijkheid van een paar grote klanten binnen ons bedrijf. Dat hebben we toen gelijk ook uitgebouwd. We draaiden in die jaren daarvoor ontzettend goed, maar dat kwam dus door een paar klanten. We deden daardoor ook heel weinig vlak bij huis. We zaten nog alleen maar in het buitenland, dat hebben we dus afgebouwd. Zo is ons bedrijf op een bepaalde manier  ingericht, wij hebben vanaf het begin al vanuit huis gewerkt en hebben dan ook geen kantoor, wij huren mensen in. Wij werken voornamelijk met ZZP-ers. Daar was ík vooral een voorstander van, omdat ik in het autobedrijf veel te maken had met personeelsleden en daar gaat zoveel tijd in zitten. Nu we tijdens de coronacrisis  niet  kunnen reizen of vliegen (wij hebben juist in het verleden heel veel gereisd) vergaderen we juist veel online. Dat blijkt ook heel goed te werken. De efficiency is daardoor eigenlijk vele malen hoger . Ook besparen we nu veel kosten en tijd door online thuis te werken.   Een voorbeeld hoe externe factoren je bedrijfsvoering zouden kunnen veranderen. Maar zo blijven wij steeds open staan voor alle veranderingen die je in dit bedrijf kan tegenkomen, dat maakt het dat het elke dag weer heel dynamisch werken is.’

ADVIES VOOR STARTERS:

  • Romantiseer het hebben van een eigen bedrijf niet . Zie niet alleen maar de voordelen en dat je denkt dat je er financieel  op vooruit gaat. Vaak ga je er in de praktijk op achteruit.Je moet  veel van je vrije tijd in willen leveren, het kan soms jaren duren voordat je bedrijf echt lonend is.

 

  • De kans in onze branche is maximaal 1%, het is  belangrijk dat je niet alleen goed kan tekenen en ontwerpen, maar je moet ook respons krijgen van je product. Je moet voldoende technische kennis hebben om een ontwerp te laten lukken. Er is gewoon  veel voor nodig, dat moet je niet onderschatten.

 

JAN VAN DER PAS

 - Director, concept designer -

COR D. ROVER Design

 

Singel 112 A

1015 AE Amsterdam

The Netherlands

 

Telefoon: +31 (0) 653 88 61 79 

 

 

Email: info [at] cor-d-rover.com

Website: www.cor-d-rover.com

INTERVIEW met EBEN BADU, The New Originals, kledinglijn

INTERVIEW met EBEN BADU, The New Originals, kledinglijn

 

Succes heeft ook met de juiste timing te maken.

Ons motto is:

Think out of the box

 

Eben Badu (1994), maakt samen met z’n partners kleding voor creativelingen. Hij gelooft dat iedereen het maximale creatieve uit zichzelf kan halen door out of the box te durven denken. Daar bedoelt hij mee, dat je moet durven denken over je eigen grenzen heen. Het logo met negen zwarte stippen staat daar symbool voor als een puzzel. Door juist out of the box te denken is dat de methode om de puzzel op te lossen. Zijn missie is dan ook verschillende achtergronden dichter bij elkaar te brengen door een creatief platform te bieden. Door zo met zijn leven en het runnen van zijn bedrijf om te gaan. Een verhaal, over een groep vrienden, met een visie die  verbluffend goed past in deze nieuw tijd. 

HOE IS DIT BEDRIJF MET ZOVEEL AMBITIES   EN  OOK  NIEUWE  IDEEËN  BEGONNEN?

‘Voor mij begon het nadat ik stage had gelopen bij Patta Distribution, van oorsprong een sales agency, die nu ook een  winkel heeft op de Zeedijk (Stussy), en bij Filling Pieces, van oorsprong begonnen met schoenen, maar wat is uitgebreid tot full range collectie uit Amsterdam. Daar heb ik veel ervaring opgedaan door voornamelijk als stagiair daar te werken met vrienden met wie ik heel close ben, Rizky en Malachi. Dat zijn vrienden vanuit mijn jeugd. Wij waren al jaren gek op kleding. We keken uit naar de nieuwste jordan’s en konden daar van genieten. Dat waren onze ‘musea uitjes’. Uiteindelijk ben ik met Rizky en Maru The New Originals begonnen. Nu bestaan wij in deze vorm al vijf jaar.

WAT VOOR EEN OPLEIDING HEB JE GEVOLGD TOEN JE STAGE LIEP?

‘Ik heb een international businessstudie gedaan, maar ook een studie vestigingsmanager groothandel en een studie voor evenementen organisatie. Dat waren allemaal nogal verschillende richtingen. Ik heb daar een keuze in gemaakt, wat het beste bij mij paste en waar ik uiteindelijk naar toe wil gaan met mijn leven. De keuze werd mij duidelijk, toen ik dit bedrijf ging opzetten met mijn vrienden.’

WELKE VRIENDEN WAREN DAT, WAARMEE JE DIT BEDRIJF OPSTARTTE?

‘Ik heb  samen met Maru Asmellash en Rizky Lasahido dit bedrijf opgezet. . Dat was mogelijk, omdat we samen al zoveel ervaring hadden opgedaan bij die andere bedrijven. Dat was de basis om eerst goed te kunnen leren om überhaupt een bedrijf op te zetten. Uiteindelijk wilden wij ons eigen bedrijf gaan opzetten, maar dan is er direct de vraag, hoe zet je een bedrijf op, waarin je kunt vertellen op onze eigen manier, wat onze visie is van leven. Zo zijn we begonnen langzamerhand kleine collecties te maken.’

WAT IS ER ZO SPECIFIEK AAN JULLIE KLEDINGCOLLECTIE EN WERKWIJZE?

‘We proberen kleding te maken voor creativelingen en daarbij een platform te bieden. We werken daarbij heel veel samen met andere creativelingen, maar ook met het Stedelijk Museum, waar we kleding voor maken voor de Blikopeners.’

WAT ZIJN VOOR JULLIE ALLEMAAL CREATIVES?

‘Dat zijn mensen die willen creëren, zoals kunstenaars, chefkoks, muzikanten, dichters, etc. etc.’

WAT IS DAARBIJ JULLIE ACHTERLIGGENDE VISIE?

‘Wij proberen ons te omringen met creatives . Zo laten wij ons inspireren en blijft het altijd nieuw, wat je doet.’

JULLIE FORMULE IS HEEL SUCCESVOL EN WERELDWIJD BEKEND EN HEEL SNEL GEGROEID. HOE DOEN JULLIE DAT?

‘Zo proberen wij dan ook nog steeds gebruik te maken van de kansen en mogelijkheden, die wij krijgen op onze weg. Dat kunnen wij zo doen, omdat wij open staan voor nieuwe dingen. Voor ons is het motto: “Think out of the box”.’ 

AL JULLIE KLEDING WORDT  T DOOR JULLIE ZELF ONTWORPEN?

‘Ja, alle ontwerpen worden hier in Amsterdam ontworpen, in dit atelier. Vervolgens hebben we wat landen waar we het laten produceren, zoals in Polen, Turkije, China en soms ook in Duitsland. Ja, soms ook in Amsterdam, maar dan vooral de tassen, die we ook maken. Deze worden allemaal met de hand gemaakt bij Rekonstrukt Collective in hun studio in Amsterdam. De materialen van de tassen maken we weer van oude broeken, die wij hebben.’

WELKE KEUZE GAAT ER VOORAF AAN HET VINDEN VAN EEN GOEDE FABRIEK?

‘Het is echt een zoektocht naar welke fabriek volgens ons in de smaak past. De uitstraling van werken moet aansluiten bij onze ideeën van kwaliteit.’

DAT IS NOGAL EEN GEVOELIGE ZOEKTOCHT, HOE BESLUIT JE DAT JE DE GOEDE FABRIEK HEBT GEVONDEN?

‘Dat doe je op gevoel. Maar wij weten ook dat je laatste referentie altijd weer anders is als je eerste. Je hebt gewoon steeds meer expertise hierin en zo wordt  de kijk op zulke zaken steeds zuiverder.’

DE IDEE, WAARMEE JULLIE BEGONNEN, IS DIE NOG STEEDS DEZELFDE?

‘Ja en nee, je visie wordt door ervaring heel erg gestuurd en gevormd. In de fase waar we nu inzitten, proberen we te kijken naar het  aantal stijlen, dat  we hebben geïntroduceerd en allemaal hebben gemaakt. Maar wel blijven kijken, hoe we nog meer ons verhaal kunnen blijven vertellen in de kleding, die wij ontwerpen. de slogan ‘Creatives are the new athletes’. Ook zij kunnen volle stadions trekken en evenveel mensen trekken als sporters bijvoorbeeld. Je krijgt pas echt succes, ook als artiest, als je ook echt op je ‘craft’ blijft focussen. Dat houdt in, dat je minstens vijf dagen in de week er mee bezig moet zijn. Dan is dat succes alleen maar haalbaar. Wij geloven dat als je alleen maar het maximale uit jezelf haalt, dat het dan pas mogelijk is om dezelfde resultaten te behalen als atleten. Zij trainen ook niet voor minder per week. Dit is onze mindset.’ 

JULLIE DURVEN DUS HEEL ERG TE BEWEGEN BUITEN JE EIGEN DENKEN OM?

‘Zodra je start, weet je wel welke richting je op wilt, maar natuurlijk heb je ook weer te maken met diverse invloeden van buitenaf, waar je niet altijd van te voren rekening mee kan houden en daardoor word je dan ook weer verschillende kanten opgestuurd. Natuurlijk proberen wij  wel zoveel mogelijk onze visie, als kompas, erbij te houden. Dat doen wij door dagelijks met elkaar meetings te houden en goed te kijken, hoe we dan weer verder zullen gaan. Wij zijn een hecht team van 7 man met allemaal verschillende expertises, zoals de één doet de productie, de ander design, finance, marketing, sales of social media. Al deze functies worden hier op kantoor uitgevoerd.’

IK BEGREEP DAT JULLIE OOK EIGEN WINKELS HEBBEN? 

‘Wij hebben inderdaad nog onze winkels. Zo hebben we een temporary  store bij Lil’ Amsterdam op het Centraal Station in Amsterdam. In deze store hebben we een verkooppunt tot einde van deze maand. De gehele inrichting is geïnspireerd op het ontwerp van Aldo van Eyk. Deze is zo ingericht door contemporary communication house Indebtstudio, hij heeft na de Tweede Wereldoorlog bijna alle speeltuinen in Amsterdam ontworpen. Wij houden ervan om ervaringen te laten zien. Samen met Sumibu & Bonne Suits doen we de winkel Zeedijk 60 op de oudste plek van de stad (Nieuwmarkt).’

WAT BEDOEL JE MET DAT JULLIE ERVARINGEN WILLEN LATEN ZIEN BINNEN JULLIE WINKELS?

‘Zie het als een gevoel alsof je een museum binnenstapt, maar nog niet precies weet, waarvoor je komt of misschien al wel weet waarvoor je komt. Alleen weet je dan nog niet precies wat de kunstenaar met zijn kunstwerk je écht wil laten zien. Zo willen wij ook datzelfde gevoel meegeven. Als iemand bij ons de ruimte binnenstapt, weet diegene nog niet, wat hij zal verwachten. Hij weet wel waarvoor hij komt, dat is kleding kopen, maar de ervaring hoe dat dan is, is dan de verrassing.’

HOE BELANGRIJK IS DE ROL VAN EEN MENTOR?

Uiteindelijk de leerling leren, hoe ze het moeten doen, maar dan moet de leerling daarna zelf uiteindelijk zelfstandig verder kunnen gaan. Door deze mentaliteit hebben wij een ontzettend goede kans gehad.’

HOE ZIE JIJ NU HET BEDRIJF ZICH ONTWIKKELEN?

‘Wij doen o.a. ook veel met SMIB, dat is een muzieklabel, en daar organiseren wij ook festivals SMIB-TNO FEST. Dit doen wij al vier jaar en dat zijn superleuke ervaringen. Verschillende smaakmakende artiesten hebben inmiddels de stage geraakt. Hier proberen we steeds te kijken hoe we iedere editie beter kunnen maken dan de vorige.

Samen met Skandl Collective hebben wij op het Spui in Amsterdam onze eigen milkshakebar gehad voor een week. Wij maakte verfijnde smaken.Zo staan wij dus heel erg open voor veranderingen, die zich voordoen. Out-of-the-box denken, dan is alles eigenlijk mogelijk en wij realiseren ons dat en leven daaruit.’

ADVIES

  • Probeer altijd eerst stage te lopen bij het bedrijf of de branche, waarvoor je je interesseert. Ook gewoon meelopen met iemand, die jou kan inspireren in wat je wilt gaan doen. Steek tijd in die wereld, waar je geïnteresseerd in bent. Zodat je voldoende zelfverzekerd raakt, om zelf wat te gaan opbouwen.
  •  
  • Durf ook vragen te stellen en heb de moed te leren vanaf het begin.
  •  
  • Pas als je het gevoel hebt, dat je voldoende geleerd hebt, kan je beginnen een eigen bedrijf te starten.
  •  
  • Ook geloof ik in een goede scholing en studieachtergrond, dat blijft ook heel belangrijk.
  •  
  • Last but not least: Probeer altijd out-of-the-box te denken. Wees flexibel met wat je tegen komt bij de opbouw van je bedrijf. Probeer te balanceren in de situaties, die je onvermijdelijk en altijd onverwacht kan tegenkomen en haal daar het beste uit.

 

EBEN BADU

References

Zeedijk 60 Homebase of The New Originals

1012 BA Amsterdam

info [at] zeedijk.nl 

Email: support [at] theneworiginals.eu

Website: www.theneworiginals.eu

 

INTERVIEW me KIBRET MEKONNEN,Filmmaker (TASK MULTIMEDIA), Mediatrainer Initiatiefnemer en Artistiek leider van het Amsterdams Buurtfilmfestival - ABFF

INTERVIEW me KIBRET MEKONNEN,Filmmaker (TASK MULTIMEDIA), Mediatrainer Initiatiefnemer en Artistiek leider van het Amsterdams Buurtfilmfestival - ABFF

 

 

Ethiopië is een land met een heel intensieve saamhorigheid.

Die bagage heb ik naar Nederland meegenomen. 

Na mijn studie en de expertise, die ik hier in Nederland heb opgebouwd, 

wil ik mensen met elkaar verbinden

 in die saamhorigheid.

 

 

 

Kibret Mekonnen (1970), is van oorsprong een journalist en uitgever van een krant en tijdschrift in Ethiopië, genaamd AIMIRO. Kibret is al zijn hele leven eigen ondernemer geweest, vanaf zijn twintigste jaar begon hij al als zelfstandig journalist. Eenmaal in Nederland kreeg Kibret een heel duidelijk beeld, wat hij hier wil gaan doen. Zijn verhaal over zijn bedrijf met een visie over het samenbrengen van mensen, door film, samenspraak en uitvoering van ideeën, is heel bijzonder om te horen.

WAT IS JOUW ACHTERGROND?

‘Ja, ik kom oorspronkelijk uit Ethiopië en ben op mijn twintigste begonnen met mijn eigen krant en tijdschrift. Na vijf jaar deze onderneming te hebben gerund, ben ik uit Ethiopië  gevlucht, vanwege mijn werk als journalist. In die periode als uitgever/journalist gaf ik één keer per week een krant uit en één keer per maand een tijdschrift. Dat werd uiteindelijk zo’n grote uitdaging en risico voor mij. Het werd met de overheid een kat-en-muis spel, want als ik weer de krant of het magazine had uitgegeven, moest ik mij de volgende dag altijd schuilhouden, omdat ik anders werd opgepakt. Ik ben dan ook zeker 40 à 50 keer vastgehouden of gevangen gezet. Dat is een heel stressvolle ervaring, waar ik na vijf jaar zo te leven helemaal klaar mee was. Deze stress heb ik vijf jaar zo volgehouden, omdat ik in een soort van commitment voor wat ik schreef en angst voor mijn veiligheid van mijn leven, zat. Uiteindelijk nam de angst de overhand en ben toen gevlucht uit Ethiopië.'

WAT WAS DE REDEN, DAT JE NA JE VLUCHT UIT ETHIOPIË NAAR NEDERLAND KWAM?

‘Dat ik naar Nederland kwam, was eigenlijk toevallig. Er was precies in die periode een 10-daagse conferentie in Maastricht met het thema ‘de media in Afrika’. De conferentie was georganiseerd door de Europese journalisten Union (EJU) in samenwerking met de Nederlandse journalistenvereniging (NVJ). Daar was ik destijds heengegaan en vanaf die tijd ben ik in Nederland gebleven.’

HOE IS DAT VOOR JOU VERLOPEN ALS VLUCHTELING IN NEDERLAND?

‘Voordat ik naar deze conferentie ging, had ik natuurlijk het besluit al genomen en had dat aan niemand verteld, behalve mijn moeder, die een heel wijze vrouw is en het heel goed begreep. Ook had ik het aan een collega/vriend verteld, die het moest weten. Na die 10-daagse conferentie, wist ik nog niet hoe ik verder moest leven, ik kende geen enkel persoon in Nederland en had dus geen enkele relatie of aanknopingspunt. Het was best wel een heel  bizarre situatie, als je tijdens de conferentie in een 4-sterren hotel zit en dan na die conferentie in een asielaanvraagcentrum in Zevenaar terecht komt op een slaapzaal met 150 mensen in één zaal. Maar mijn besluit stond zó vast, dat ik die klap aankon. Hoewel het een enorme shock was om mee te maken. Na vier à vijf dagen ging ik naar een AZC in Breda (Gilze en Rijen) en daar was het wel aardig en oké. In die periode van ongeveer een jaar, dat ik daar zat, heb ik die tijd gebruikt om te bedenken hoe ik in Nederland verder zou gaan. Mijn procedure  liep vrij vlot en ik had binnen een jaar mijn verblijfsvergunning. De volgende stap was dan ook zelfstandig te gaan wonen.’

NA DEZE HELE PROCEDURE VOOR JE VERBLIJFSVERGUNNING, BEGON HET ZELFSTANDIGE LEVEN IN NEDERLAND PAS ECHT VOOR JE?

‘Ja, ik ben toen in Amsterdam terecht gekomen en ben gelijk gaan zoeken naar een mogelijkheid voor een studie. Ik heb toen in Utrecht op de HKU (Hogeschool voor de Kunst Utrecht) een 4-jarige filmopleiding gedaan en afgemaakt. Zo ben ik dan vanaf 2003 in Nederland een zelfstandig ondernemer met alle ups en downs die daar bij horen. Ik ben nog nooit in loondienst geweest. Vooral in de crisistijd was het heel moeilijk om van mijn bedrijf te leven. Het is namelijk super, super moeilijk met een onderneming voor videoprojectie om de razendsnelle ontwikkeling van de technologie bij te houden. Tegenwoordig kan iedereen zelf zijn eigen films en video’s maken. Toen dat steeds meer gebeurde, zorgde dat voor een daling van mijn particuliere opdrachten met wel 90%. Die opdrachten, die ik daarvoor had, waren gewoon wég. De andere potentiële klanten waren voornamelijk non-profit organisaties, zoals stichtingen, verenigingen, enz., maar deze zijn allemaal afhankelijk van hun fondsen en subsidies. En juist na de crisis werden deze geldsluizen zwaar ingekort of soms zelfs helemaal gestopt. Als externe opdrachtnemer ben je dan de eerste, die ze annuleren met het geven van opdrachten. Juist daar lag mijn markt. Ik had juist gekozen voor geen commerciële ondernemers als opdrachtgevers. Al zag ik in mijn branche dat de meeste ondernemers, die konden overleven, dat zij zich juist wel hadden verbonden met een filmproductie aan commerciële bedrijven. Maar ik was gewoon 90% verbonden aan non-profit organisaties en dat was mijn keuze.’

HOE HEB JIJ DAT OPGEVANGEN, TOEN DIE OPDRACHTEN ZO VOOR JE WEGVIELEN, NA DE CRISIS?

‘Zo ben ik voor jaren in een uitkeringsbeleid terecht gekomen en ben langzaam begonnen in de culturele sector te gaan werken, naast mijn werk als filmmaker. Maar ook de culturele sector is een hele uitdaging, je werkt niet zozeer voor jezelf, maar je doet het voor anderen. Mijn visie is dat het belangrijk moet zijn voor de samenleving, maar daarnaast krijg je in deze sector ook niet echt betaald. Zo blijkt dat je wel heel veel inzet moet hebben om je visie, je idee te realiseren.’

WAT IS JOUW VISIE?

‘In Ethiopië is er heel veel saamhorigheid en die bagage heb ik naar Nederland meegenomen. Anderzijds heb ik ook in Nederland een expertise opgebouwd, zoals het afronden van een studie, veel werkervaring opgedaan, en nu wil ik de mensen met elkaar verbinden in die saamhorigheid.’

HOE WIL JIJ NU DEZE VISIE VORMGEVEN?

‘In deze context heb ik nu twee activiteiten opgezet. Dat is het Amsterdams Buurtfilmfestival (ABFF). Hier worden films gemaakt dóór Amsterdammers, die gaan óver Amsterdammers. Met het idee: IK als Amsterdammer, U als Amsterdammer en ONS als Amsterdammers. Het is heel boeiend te zien, dat mensen in hun omgeving het in een film kunnen vastleggen. Zo hoef je ook helemaal geen professioneel filmer te zijn, als je een prof bent is dat prima. Ik noem een amateur dan ook liefhebber. Maar deze films gaan over je eigen leefomgeving, hoe dat er uit ziet en ook als er iets mis is, wat kan je eraan doen? Dit is dan de opdracht naar mensen toe, die zo’n film gaan maken voor het festival. Dit project is vier jaar geleden heel klein begonnen in Amsterdam-Oost en groeit elk jaar verder en wordt groter. In plaats van alleen mensen uit Amsterdam-Oost, zit ik nu al in heel Amsterdam. Op deze manier wil ik mensen bij elkaar brengen om ervaringen onderling uit te wisselen. Zo kan een ervaring in Amsterdam-Oost heel goed zijn voor bijvoorbeeld mensen in Amsterdam-Zuid, enz. enz. Dit is het idee achter het ABFF.nl.

De andere activiteit is de samenwerking met de OBA, Openbare Bibliotheek Amsterdam, waar ik nu twee jaar mee samenwerk. Dat is voor mij een enorme bevestiging, omdat zij helemaal bereid zijn mee te werken en ook in mijn visie geloven. Wij organiseren binnen dat project van de ABFF workshops voor mensen die graag films willen leren maken. Daar geef ik ook zelf trainingen, want daar heb ik juist de expertise voor.’

HET ABFF BESTAAT DUS UIT MEERDERE POTEN?

‘Ja, het ABFF kent drie belangrijke poten, waarop het staat. Ten eerste het lab, dan de workshops, de films zelf en de themabijeenkomsten. Uit deze bijeenkomsten is het dan de bedoeling, dat daar weer ideeën uit voortkomen om verder uit te werken in de buurt. Dat dit project zó groeit, maakt mij zo rijk, niet naar inkomen, maar in mijn gevoel als menselijkheid, waardering van de samenleving. Dat doet mij zo veel meer dan het geld. Natuurlijk heb je geld nodig om te leven, maar waardering voor dit project van de Amsterdamse gemeenschap, die zo enorm terug reflecteert, is een geweldig rijk gevoel. Dan blijkt ook dat mensen hier behoefte aan hebben. Zo heb ik ook nog een literatuur tak in mijn bedrijf. Ik was, zodra ik in Nederland kwam, al heel gauw op zoek naar Afrikaanse literatuur. Dat was best moeilijk, omdat de meeste Afrikaanse literatuur, Zuid-Afrikaans is. Zo heb ik ook een film gemaakt, een documentaire, over Afrikaanse schrijvers in Nederland. Tijdens het maken van deze documentaire heb ik de beslissing genomen om een Afrikaanse bibliotheek op te gaan zetten.’

WEL GEWELDIG DAT JE BINNEN DE OBA ZO JE VISIE VERDER VORM KAN GEVEN.

‘Ja, dat is fantastisch. Wij gaan dan ook ergens in december van dit jaar het festival organiseren. Dan proberen we iedereen bij elkaar te brengen. Later willen we dan terug naar de buurten met een aantal films uit het festival en deze in die buurten inhoudelijk gaan bespreken. Dus niet alleen maar films vertonen, maar ook er echt in gesprek met de buurt mee gaan. De meetings noemen wij dan Themabijeenkomsten. Zo heb ik nu bij de OBA op de vijfde verdieping een ruimte gekregen om een Afrikaanse bibliotheek op te zetten. Ik heb zelf best een grote boekcollectie, maar die is eenzijdig van samenstelling, omdat ik uit Ethiopië kom en dat is meer Oost-Afrika. Maar ik ben wel al twintig jaar bezig om op eigen kracht boeken te verzamelen. Deze boeken waren zo wel huistalig als ook in het Frans. Zo kwam ik met dit concept voor een Afro-Bieb bij de OBA aan, die zo enorm geïnteresseerd raakte. Het raakte de OBA zo, omdat zij zelf al een project hadden met ‘Het Huis van alle Talen’. Ook de OBA was aan het zoeken, hoe zij de Bibliotheek meer toegankelijk konden maken voor meerdere doelgroepen in Nederland. Het was gewoon een heel goede match met de OBA. De intentie is het verder uitbreiden van de collectie over breed Afrika. Vanaf maart ben ik nu bezig geweest met de boekencollectie in de OBA, waar ook veel mensen mij geholpen hebben. Daar heb ik al mijn boeken naar toe gebracht en ook heel veel boeken gekregen van mensen, maar ook van kleine organisaties, die boeken schonken. Zo is de collectie al gegroeid over alle streken van Afrika.’

HOE BOUW JIJ DIT PROJECT NU VERDER MET DE OBA UIT?

‘Wij zouden nu juist beginnen met de boeken te gaan registreren, te kaften, enz, maar door de coronacrisis ligt dat nu even anders. Wel willen wij precies op 11 september van dit jaar, wat trouwens het Ethiopische Nieuwjaar is, de officiële opening organiseren voor deze Afro-Bieb. In Ethiopië is de kalender op 11 september 2020 in Nederland, 1 september 2013. De kalender in Ethiopië is dan ook anders als hier in het westen.’

LEVERT DIT PROJECT JOU WEL INKOMSTEN OP?

‘Hoewel ik heel veel waardering, respect en complimenten krijg, heb ik hier nog geen inkomsten uit dit project. Ik doe dit in principe voor mijn gevoel voor anderen. Het is voor mij niet het eerste doel om geld te verdienen, hoewel ik ook best mijn verantwoordelijkheden ken. Maar dit is nu precies de uitdaging van het culturele ondernemerschap in Nederland. Eerst je plan, je visie op te zetten en dán pas in gesprek gaan over inkomsten en deze zullen met de OBA zeker gaan plaatsvinden.’

JE VISIE IS  WEL HEEL BIJZONDER, MAAR HOE HOUD JIJ JE FINANCIEEL STAANDE?

‘Met de ABFF verdien ik een beetje geld met die kleine opdrachtjes en leef op een minimum basis. Iedere organisatie heeft zo zijn eigen belangstelling en eisen, maar ook als initiatiefnemer heb je je eigen belangstelling. Soms moet je je eigen doelstelling aanpassen of soms zelfs wat laten varen, om zo wel een samenwerkingsverband te creëren om zo toch inkomsten te genereren. Wat ik doe is een heel uitdagend ondernemerschap. Al woon ik nu meer dan helft van mijn leven in Nederland, ik ben nog altijd bezig met een soort zoektocht naar hoe ik het moet doen. Zo probeer ik flexibel mee te gaan voor wat mogelijk is in de onderhandelingen met derden, zonder te verloochenen wat ik in mijn hart als visie meedraag, wat het eigenlijke doel is van mijn onderneming. Ik durf mee te groeien naarmate de omstandigheden zich aandienen. Alleen ga ik nog steeds niet als eerste voor het geld. Op deze wijze heb ik ook van Amsterdam mijn stad gemaakt.’

Kibret Mekonnen

Filmmaker (TASK MULTIMEDIA), Mediatrainer

Initiatiefnemer en Artistiek leider van het Amsterdams Buurtfestival – ABFF-

Email: kibretmultimedia [at] gmail.com

Website: www.abff.nl

 

 

INTERVIEW met JONNEKE de ZEEUW, Foodblogger - Mooncake

INTERVIEW met JONNEKE de ZEEUW, Foodblogger - Mooncake

Mijn blog is eigenlijk begonnen, omdat het me opviel

dat veel mainstream media en blogs de plekken

waar ik graag kwam, links lieten liggen,

dat zijn vaak niet-westerse restaurants,

die wel een wezenlijk onderdeel van onze samenleving zijn

en waar je juist zo goed kunt eten voor maar weinig geld.

Jonneke de Zeeuw, (1987), foodblogger van Mooncake. Zij heeft heel bewust gekozen met haar bedrijf als foodblogger, om zo het denken over cultuurverschillen in Nederland aan te kaarten. Jonneke heeft als doel voor ogen kleine ondernemers op de kaart te zetten om zo een vollediger beeld te geven van wat wij als land geworden zijn. Haar missie is heel helder en dat wil ze uitdragen via haar blog, lezingen en video’s. Haar verhaal gaat niet alleen over eten, maar ook hoe wij in onze multiculturele samenleving met elkaar omgaan. https://mooncake.nl/contact/ . Jonneke doet dat zeer bevlogen, wat haar werk daardoor juist zo veel kracht geeft en boeiend maakt. Een moedige vrouw, die langs deze weg haar ideeën tot uitdrukking wil brengen en ons een spiegel wil voorhouden, hoe wij in ons denken vaak nog vastzitten als wij praten over een echt geaccepteerde multiculturele samenleving. 

WAT IS JOUW WEG GEWEEST OM EEN FOODBLOGGER TE WORDEN?

‘In feite heb ik heel lang gezocht. Zo heb ik eerst een paar jaar Media en Cultuur gestudeerd. Dat bleek helemaal niets voor mij met in al die hele dikke boeken te zitten leren. Dat past totaal niet bij mij en ben daar ook van de ene dag op de andere mee gestopt. Eigenlijk wilde ik iets doen met theater, want ik hield heel veel van zingen. Ik heb toen heel veel audities gedaan en uiteindelijk ben ik in Antwerpen op de opleiding Kleinkunst aangenomen. Daar voelde ik mij wel heel thuis, mede door de mensen om mij heen. Uiteindelijk bekroop mij het gevoel weer, dat het ook hier niet helemaal was, wat ik zocht. Daardoor bleef ik mezelf maar afvragen, wat er dan wél bij mij paste. Tijdens die studie ben ik op een gegeven moment ook weggestuurd. Na Antwerpen ben ik toen voor een jaar in Tel Aviv gaan wonen. Dat is daar een smeltkroes van eetculturen, die daar samenkomen. Juist die sfeer daar en het eten trokken mij naar die stad. Het leek mij toentertijd wel helemaal te gek, daar te wonen. Ik wilde sowieso niet per se in Antwerpen blijven en eigenlijk ook niet terug naar Amsterdam. In Tel Aviv heb ik veel gekeken naar restaurantjes en daar veel buiten de deur gegeten, maar ook veel zelf gekookt. Voor mijn onderhoud in Tel Aviv had ik allerlei baantjes ernaast.'

WAAROM BEN JIJ NIET IN TEL AVIV GEBLEVEN?

‘Uiteindelijk voelde ik mij in Tel Aviv best verloren, want ik had nog helemaal geen plan. Het was eerst een soort nieuwsgierigheid om daar naar toe te gaan, maar daar besefte ik eigenlijk, dat ik best wel heel ambitieus ben en dat ik iets om handen wil hebben. Ook is Israël best een heftig land om in te wonen. Nederland is zo’n goed geregeld land, dan moet je ook wel heel gemotiveerd zijn om in zo’n heftig land te willen wonen. Dat moet je echt willen.”

WAT BEN JE BIJ JE TERUGKOMST NAAR NEDERLAND GAAN DOEN?

‘Ik ben weer naar Amsterdam gegaan en ging weer proberen iets met het zingen te gaan doen. Ik zag op een gegeven moment van een heel goede kennis een poster hangen op straat, van een optreden, en normaal zal ik daar juist nu jaloers op kunnen worden - daar werd ik juist niet jaloers op en dat viel me op. Dat het me niks deed. Het ging overigens over een theatervoorstelling waar die persoon een hoofdrol in had. Ze hing door de hele stad en ik dacht leuk! maar voelde zelf niet dat ik dat ook wilde, hoewel het mij maar niet lukte. Het gekke was dat het mij juist helemaal niets deed. Ik besefte dat ik het theater helemaal niet miste. Wat wél bij mij paste vanuit de theaterschool, was het vertellen van verhalen en daarin een statement willen maken. Hoewel ik geen gevoel meer had om verder nog audities te doen, vond ik het ook heel moeilijk het ook weer los te laten. De mensen om mij heen, gaven juist het gevoel dat ik wel moest doorgaan - het is eerder dat ik jarenlang was aangemoedigd en er was gezegd: jij moet iets met theater doen. Dan stoppen is moeilijk, want wat ga je dan doen?, en zo duurde het wel even voordat ik het idee echt durfde los te laten. Ondertussen bleef ik wel zoeken en gewoon mijn dingen doen, met mensen praten, die inspirerende dingen deden. Ik ging naar seminars of workshops. Ik bleef maar zoeken, iets wat eigenlijk nooit is gestopt.’

BIJ AL DAT ZOEKEN NAAR WAT JE NU ECHT WILT GAAN DOEN, HEB JE TOCH JE BESTEMMING GEVONDEN?

‘Tot zover wel, ik kookte al best vaak voor vrienden, die dan weer zeiden dat ik daar echt iets mee moest gaan doen. Maar ik dacht dan: “wat kan je dáár nu mee doen?” Je kan bijvoorbeeld een blog beginnen met recepten, maar dat doet iedereen al. Dus eigenlijk wist ik het niet zo allemaal. Hoewel ik wel al een blog was begonnen, waar ik weleens een verhaal lanceerde, maar dat was eigenlijk heel algemeen over allerlei onderwerpen. Ik knoeide maar wat aan, totdat ik in mijn buurt, de Indische buurt in Amsterdam Oost, liep. Het viel mij ineens op dat de mensen zo weinig aandacht besteedden aan de plekken, waar ik zo graag kwam. Zoals de media en grote blogs het alleen maar hebben over de dezelfde hippe plekken, zag ik deze kleine niet bekende locaties juist als een verrijking. Ik bedacht mij toen, waarom ga ik daar niet over schrijven en waarom ga ik daar niet juist aandacht aan besteden? Dat leek mij gewoon cool, te weten dat al die mensen hier alleen maar gewoon leven en niemand zal ooit iets over hen vertellen. Dat was de reden om hierover te gaan bloggen. Daar ben ik toen mee begonnen. Zo ben ik uiteindelijk na een lange weg in mijn huidige werk terecht gekomen.’

HOE WERD JOUW BLOG, DIE TOCH ANDERE PLEKKEN BESCHRIJFT DAN ANDERE ONTVANGEN?

‘Ik merkte al heel snel, dat mensen daar enthousiast van werden. Ik kreeg al snel berichten van volgers die mee wilde gaan eten en restaurants waar ik over gepubliceerd had die het superdruk hadden ineens. Binnen een aantal maanden werd ik al genomineerd met een Award. Ook werd ik heel snel benaderd door de Volkskrant of ik interesse had in een videoserie. Ook kwam ik in gesprek met BNR Nieuwsradio voor een eigen brunchrubriek en hebben daar testopnames gemaakt. De dingen begonnen ineens te bewegen.’ 

JIJ HEBT ZELFS AL HEEL SNEL EEN AWARD ALS ‘FOODBLOGGER VAN HET JAAR’ GEWONNEN?

‘Ja, ik dacht eigenlijk dat ik die verkiezing nooit zou gaan winnen. Ik stond tegenover vier andere bloggers in de strijd. Die waren al echt heel groot met honderdduizend volgers. Mijn blog zat toen nog best krakkemikkig in elkaar en had nog maar een paar honderd volgers. Toch heb ik die verkiezing gewonnen. Dat gaf ook direct heel veel persaandacht en ik was ook al in gesprek met de Volkskrant en BNR, voordat de award in beeld kwam. Zo ging mijn blog opeens heel hard.”

 DAT WAS OOK HET MOMENT DAT JE ECHT GESTOPT BENT MET JE BAAN?

Ja, daarna ben ik ook gestopt met mijn baan en wilde gewoon kijken of dit iets kon worden. Toen, in het najaar in 2017, heb ik er volledig mijn business van gemaakt. Ik leef nu ook echt helemaal van mijn bedrijf.’

WAT IS JOUW MOTIEF OM FOODBLOGGER TE WORDEN EN ER ZÓ HELEMAAL VOOR TE GAAN?

‘Ik had vanaf het begin al een heel duidelijk idee. Ik heb duidelijk met mijn blog een snaar weten te raken, die nog niemand raakte, maar waar wel heel erg behoefte aan was. Mijn idee was om over die onterecht onbelichte plekken te schrijven en video’s te maken. Juist die plekken, waar niemand het over had, maar die wel wezenlijk onderdeel zijn van onze samenleving. Inmiddels geef ik ook lezingen over dit onderwerp over het ‘Neerland’s nieuwe culinaire landschap’. Vanaf het begin is het eigenlijk best activistisch.”

WAT IS DAN JOUW ACTIVISTISCHE IDEE ERACHTER?

‘Mijn blog is begonnen, omdat het mij opviel, dat veel mainstream media en blogs de plekken, waar ik graag kwam, vaak links liet liggen, en vanuit die gedachte ben ik begonnen hierover te schrijven. Het komt er eigenlijk op neer, dat ik nog maar weinig hoorde of las over de plekken, waar ik zo graag kwam. Dat vond ik krom. Vaak eet je voor veel geld een hele middelmatige hamburger. Maar juist aan de overkant krijg je Indiase Paneer of Iraakse Kebab voor een klein bedrag. Ik snap dat dan niet.’ 

HOE STA JE DAN IN VERHOUDING TOT DE MEDIA?

‘Inmiddels heb ik ook regelmatig discussies met de media gehad, die dan met koppen aankwamen over het uitheemse eten van MOONCAKE, dat ze aankwamen met termen als multi culti of wereldsmaken. Dan verweer ik mij: “voor wie is dit nieuw en voor wie is het uitheems?”. Deze ondernemers zijn hier vaak gewoon geboren en getogen en sommigen wonen hier al een heel groot deel van hun leven. Zo word ik elke keer weggezet in een hokje. Ik denk echt: voor wie ís dit een nieuwe smaak, echt niet voor iedereen. Het zijn niet voor alle inwoners van dit land nieuwe smaken, want meer dan de helft van de inwoners in de grote steden hebben een migratieachtergrond.’ 

WAT IS HET WEERWOORD VAN DE MEDIA NAAR JOU?

‘Voor hen is het beeld, dat je niet zomaar een keuken op kan nemen in een cultuur van een land. Maar voor mij rijst de vraag gelijk, wie bepaalt wat onze eetcultuur is? Volgens mij doen we dat met zijn allen. Mijn nekharen gaan echt overeind staat, als je ziet hoe in media vanuit een bepaalde bubbel geschreven wordt.Ja, in die zin ben ik dus vrij activistisch.’

JIJ HOUDT OOK LEZINGEN, WAAR GAAN DIE OVER?

‘De lezing gaat over Neerland’s culinaire landschap. Een stukje recente geschiedenis en ook waar we nu staan culinair gezien en hoe we daar gekomen zijn. En wat er allemaal gebeurt op dat vlak. Wat gaat er goed, wat is leuk maar ook: wat gaat er mis. In de geschiedenis van onze natie is dit culinair gezien (en ook op veel andere vlakken) de beste tijd om in leven te zijn. Nooit eerder was er zoveel goed, lekker en bijzonder eten verkrijgbaar voor zo’n grote groep mensen. 

Eigenlijk waar het wel goed gaat en waar het misgaat. Ook spreek ik over wat ikzelf meemaak met allerlei mensen uit de media. Het is eigenlijk een verhaal, dat verteld wordt, over een land dat geworden is wat we zijn.’ 

WAAR WORD JE VOORAL MET JE LEZINGEN UITGENODIGD?

‘De lezingen houd ik op festivals, bijeenkomsten bij evenementen. Maar ook op uitnodiging bij bedrijven en bijeenkomsten voor mensen uit de horeca of in bibliotheken. Verschillende gelegenheden dus en heel divers door heel Nederland.’

NU WEER OVER DE START VAN JOUW BEDRIJF MOONCAKE, HOE VERLIEP DAT?

‘De overlapping van de periode dat ik echt stopte met werken tot een lonend zelfstandig bedrijf Mooncake, heeft een half jaar geduurd. Ik kon gelukkig gebruik maken van de ondernemersregeling, zodat je kan overstappen van loondienst naar zelfstandige. Dan krijg je elke maand een kleine bijdrage en na ongeveer een half jaar moet je zorgen dat je op eigen benen kunt staan. Dat was mij gelukt.’

VERKRIJG JE OOK INKOMSTEN UIT JE BLOG?

‘Nee, niet direct uit mijn blog, maar ik maak culinaire wandelingen, die ik dan met een aantal mensen ga maken. De wandeling gaat dan langs een keur van mijn favoriete plekken. Dat doe ik op bepaalde data in Amsterdam-Oost, in Amsterdam Osdorp en in Rotterdam. Op deze foodtours kunnen mensen zich dan inschrijven en een ticket kopen. Ook maakte ik videoseries voor de Volkskrant, als journalist. Tevens heb ik bij RTL4 een kookboeken item gehad. Ik geef lezingen en heb zelfs een plan een boek te maken. Het zijn eigenlijk heel veel verschillende inkomstenbronnen er om heen.’

LAAT JIJ JE SPONS0REN VOOR JE BLOG?

Nee, dat wil ik niet. Ik wil gewoon onafhankelijk blijven en mijn eigen keuzes kunnen maken, wat ik schrijf. Ik heb er geen zin in dat ondernemers dingen van mij gaan eisen. Voor mij werkt het zo, als ik enthousiast ben over een plek, dan schrijf ik er ook gelijk een mooi stuk over en niet omdat iemand dat mij opdraagt. Ik wil het zo zuiver mogelijk houden.’

MAAK JE JE KENBAAR ALS FOODBLOGGER ALS JE ERGENS GAAT ETEN?

‘Meestal niet, meestal ga ik gewoon naar binnen en bestel een menu. Ik probeer eigenlijk altijd vaker naar een plek te gaan voor ik er een stuk of video over publiceer. Zodat ik meerdere dingen heb geprobeerd en de zaak een paar keer meegemaakt heb. Het komt soms voor dat iets echt direct een schot in de roos is, op alle gebieden, en dan kom ik de keer erop terug met mijn camera en schrijf ik een stuk. Als ik meerdere keren ga, dan bestel ik ook vaak veel verschillende gerechtjes om te proeven. Meestal gaat dit goed en krijg ik alle medewerking. Het is maar één keer gebeurd, dat ik werd geweigerd om een stuk over een restaurant te schrijven. De eigenaar wilde dat niet, dus dan doe ik dat natuurlijk ook niet.’

HOE VIND JIJ JE PLEKKEN WAAROVER JE SCHRIJFT?

‘Ik ga eigenlijk gewoon op pad om te zoeken. Dat doe ik door de straat op te gaan in bepaalde steden en rond te lopen of fietsen. Het is dan goed kijken wat je tegenkomt en als ik dan iets voorbij zie flitsen, dan ga ik er soms ook gelijk op af. Soms ga ik er ook juist een andere keer naar terug, dat hangt ervan af.’

HOE IS DAT NU VOOR JOU OM EEN ZELFSTANDIGE TE ZIJN?

‘Toen ik terug kwam uit Tel Aviv ben ik op een gegeven moment weer gaan werken in een kantoor. Dat heeft vier jaar geduurd en ik was daar niet op mijn plek, maar wist toen nog niet wat ik dan wél wilde gaan doen. Ik had in ieder geval een inkomen en verder probeerde ik daarnaast allerlei dingen uit, die me wel interesseerden. Uit die periode is ook het idee van deze blog ontstaan en heb daarna ook mijn baan opgezegd. Eigenlijk wist ik nooit precies wat ik wel wilde doen en was zo lang al aan het zoeken. Mede omdat ik zoveel verschillende dingen wilde. Maar één ding wist ik zeker, dat ik meer vrijheid wilde, zodat de dingen meer in mijn leven zouden stromen en dat het niet voor mij wordt bepaald wat ik doe. Van ondernemen wist ik eigenlijk helemaal niets en het blijkt dat het heel hard werken is. Mensen zien alleen maar het eindproduct, dat ik lekker zit te eten, dat ik een leuke site maak, maar ik heb ook echt hele drama’s meegemaakt om daar te komen. Dat ga je niet allemaal delen. Er zijn ook echt dingen helemaal misgegaan. Alleen daar leer je wel weer heel veel van.’

KAN JE DAARVAN EEN VOORBEELD GEVEN?

‘Als een onderneming zo nauw verbonden is met wat jijzelf bent, in mijn geval ben ik helemaal dat bedrijf, dan ben je vaak de enige, die ’s nachts wakker ligt van problemen of wat dan ook. Zo heb ik bijvoorbeeld een nieuwe website laten maken, dat kostte meer tijd en werk dan dat ik ooit had gedacht. In die periode heb ik wel zeven dagen in de week achtereen alleen achter mijn laptop gezeten. Het was verrassend en ongelooflijk wat er allemaal bij komt kijken.’

HEB JIJ WEL SUPPORT OP ZULKE MOMENTEN IN EEN EENMANSBEDRIJFJE? 

‘Het is wel zo dat je voor sommige aspecten in een team samenwerkt, zoals bij het opbouwen van een website. Daar zijn best veel mensen bij betrokken. Maar ik werk sinds een tijdje samen met iemand, die ik honderd procent kan vertrouwen. Zij is een create-producer en zij kan ontzettend veel dingen. Ook zij is heel bevlogen en aan haar heb ik heel veel steun. Soms werken we ook samen aan projecten of onderdelen daarvan, zoals het implementeren van convertkit, online software, die ervoor zorgt dat je meer inschrijvingen krijgt op je nieuwsbrief. Ook houdt zij bijvoorbeeld mijn website bij, als er dingen haperen, de online marketing, e.d. Nu ik ook bezig ben met een eigen festival, helpt zij daar ook mee. Zij organiseert ook festivals en heeft er heel veel verstand van. Zij is van hele grote waarde.’

OEF, EN NU DEZE CORONACRISIS...., WAT BETEKENT DAT VOOR JOU?

‘Ja, voor mij staat nu even alles stil. Maar ik was bezig met MOONCAKE met kerstpakketten en deze zou ik juist nu willen gaan uitwerken. Kerstpakketten met allerlei bijzondere producten en al die winkeltjes met verhalen en recepten. Een beetje een tegenhanger van de kerstpakketten, waar mensen helemaal niets aan hebben. Dat plan is nu heel onzeker en aan het wankelen. Nu wil ik ook cadeaupakketten in het leven gaan roepen. Via kleine supermarkten, die het nu ook heel moeilijk hebben. Deze pakketten met voeding wil ik dan in een tas of mand aanbieden, ook weer met bijzondere Mooncake-waardige producten van kleine, lokale ondernemers uit Amsterdam, die het zwaarhebben in deze tijd., Deze foodiebags ik dan ga bezorgen bij de mensen thuis. Deze mensen kunnen die pakketten dan bestellen voor een ander bijvoorbeeld. Die ondernemers hebben dan extra producten verkocht en ik heb de cadeautas of mand verkocht. Ik ben deze periode dus begonnen met de Mooncake foodiebags,  Dit project loopt overigens nu al heel goed. zie www.mooncake.nl/webshop voor meer info.”  

MOCHTEN DEZE INITIATIEVEN NIET GAAN LUKKEN?

‘Dan blijf ik sowieso hiermee doorgaan. Natuurlijk zal ik voor mijn inkomen een baantje gaan zoeken, maar dat zal ik zien als iets tijdelijks. Ik merk dat ik dit bedrijf nog steeds verder kan uitdiepen. Dat het voor mij veel verder gaat dan alleen maar het eten. Het heeft voor mij met zoveel andere beweegredenen te maken. Juist in zo’n situatie als nu, dat alles wegvalt, merk ik hoe de passie, die ik hiervoor heb, overblijft. Het komt bij mij uit mijn tenen. Dit is helemaal wat ik ben. Zo blijkt ook, al heb ik nu geen enkele opdracht meer, dat die passie nog steeds blijft. Qua inkomen staat het niet meer overeind, maar het idee nog wel. Dat maakt het voor mij juist zo boeiend.’

 

ADVIES VOOR EEN STARTER:

  • Als je iets gaat opzetten, denk ik dat je veel sterker staat als je iets doet wat uit je tenen komt. Het moet van binnenuit komen, want dan sta je sterker, dan wie dan ook. 
  • Start je een bedrijf puur voor het geld, dan is de vraag of je in zo’n crisistijd kan overleven. Je passie is het sterkste wapen en al ga je onderuit, dan krabbel je sneller weer op. 
  • Het helpt als je altijd een nieuwsgierigheid houdt naar wat er verder nog allemaal zou kunnen komen. Nooit stoppen met zoeken naar wat je fascineert en inspireert. Denk niet te snel, dat je er bent, want dat ben je nooit. Er komt altijd weer een fase, waarop je verder kan en pak die kans. 
  •  

JONNEKE DE ZEEUW

Foodblogger - MOONCAKE


Instagram : www.instagram.com/mooncake.nl 

Facebook:  https://www.facebook.com/mooncake.nl/

 

INTERVIEW met Martin Roodnat, Vormgever, Illustrator, Animator - FORSROOD MEDIA DESIGN

INTERVIEW met Martin Roodnat, Vormgever, Illustrator, Animator - FORSROOD MEDIA DESIGN

 

Al met al zag ik heel snel al

hoewel ik net een beginnende loopbaan had,

dat er in die korte tijd al zoveel was gebeurd.

Ik kreeg het gevoel alsof ik hierin al eeuwen bezig was.

De tv-wereld is op een bepaalde manier ook heel snel en vluchtig.

In die wereld maakt je iets,

dat wordt dan uitgezonden, 

maar daarna is het ook weer weg.

Daar moet je tegen kunnen.

 

Martin Roodnat (1958) is een illustrator, animator en vormgever bij verschillende media en festivals. Maar Martin is voornamelijk actief geweest in de televisiewereld. Daar heeft hij bij veel verschillende omroepen als vormgever gewerkt. Later is hij ook animatievideo’s gaan maken voor verschillende overheidsinstanties, zoals bijvoorbeeld Defensie. Martin is daardoor een specifieke all-rounder, met een enorme diversiteit in zijn werk. Hij nam, op een gegeven moment, om zijn artistieke vrijheid te verzekeren, het besluit een eigen onderneming te starten. Deze vrijheid gaf hem de ruimte om zo veel meer zijn eigen weg te kunnen gaan. Dat is ook nu wat Martin ook voor ogen heeft. Hij heeft de vrijheid om te creëren wat hij wil, zonder grote werkstress. Een verhaal van een zeer artistieke, passievolle kunstenaar, die van binnenuit gedreven is om nog lange tijd zijn werken en ideeën vorm te geven.

JIJ HEBT AL EEN HELE GESCHIEDENIS ACHTER JE, VOORDAT JE EEN EIGEN BEDRIJF STARTTE?

‘Ja', vertelt Martin Roodnat, 'ik heb ooit eerst kunstacademie gedaan in Arnhem met een tussenjaar op de Rietveld Academie in Amsterdam. Dat was een extra jaar, waar ik de richting van illustrator volgde. Zo ben ik als illustrator én als vormgever afgestudeerd in Arnhem. Want dat bestond toen eigenlijk nog helemaal niet.’

WAS HET OOK ALTIJD JE DROOM, OM ILLUSTRATOR TE WORDEN?

‘Nee, ik wilde eigenlijk als eerste hofmeester worden op de grote vaart. Dat komt weer, omdat mijn hele familie vaart. Zo was ik eerst ook naar Wageningen gegaan om een studie in die richting te doen. Het leek mij heel leuk om mensen aan boord van zo’n schip te verzorgen als gastheer. Maar na het bezoek in Wageningen, bleek de sfeer mij helemaal niet te bevallen en kwam ik eigenlijk gelijk al op dit idee terug. Wat teleurgesteld bij mijn terugkeer uit Wageningen, zei juist mijn vader toen tegen mij, dat ik zo leuk kon tekenen. Hij stelde toen mij toen voor daar iets mee te gaan doen. Dat leek hem veel beter. Daar heb ik over nagedacht. Uiteindelijk heb ik mij in Arnhem aan de kunstacademie aangemeld en ben daarin verder gegaan.’

NA JE STUDIE OP DE KUNSTACADEMIE, WAT BEN JE TOEN GAAN DOEN?

‘Nou, ik wilde toen wel echt een illustrator worden. Het liefst wilde ik illustraties bij een krant maken. In die tijd heb ik ook nog les gehad van Waldemar Post, die in die tijd voor de Volkskrant tekende, hij maakte vooral van die portretachtige tekeningen, bij interviews bijvoorbeeld. Hij was waanzinnig goed. Ik heb toen ook na mijn studie het eerste jaar een beetje geïllustreerd en wat advertenties getekend. Alleen kwam ik er wel heel snel achter, dat het heel moeilijk was om daar je geld in te verdienen. Tijdens die periode was ik ook al bezig met air-brushen en dat vond ik heerlijk om te doen. Ook ontstond er toen in heel kleine kring de computer graphics in 1985-1986. Dat waren de eerste echte, maar nog compleet simpele computertjes. Via een vriend van mij, die in Hilversum werkte als componist, ben ik terecht gekomen bij Willem van den Berg. Hij was dé vormgever van de VPRO en had ook al zo’n Amerikaanse computer, een gigantisch bakbeest. Daar maakte hij al echte 3D animaties mee. Dat vond ik zo mooi..... en heb gelijk een afspraak gemaakt om daar stage te komen lopen. Ik was toen 27 jaar en heel geïnteresseerd in nieuwe ontwikkelingen. Deze techniek was ook nog heel erg nieuw, er waren toen misschien 8 mensen mee bezig. Door die stage ben ik eigenlijk die wereld ingerold. Dat maakte het mogelijk zo lang in de televisiewereld te werken. En niet eens zolang bij de VPRO alleen. In die tijd wilde Willem al voor zich zelf beginnen en kreeg ik de kans om zijn plek in te nemen. De directeur van de VPRO stelde dat aan mij voor, maar daar vond ik mijzelf toen nog veel te onervaren voor, om op die plek dat televisiewerk te gaan doen. Op zijn beurt vroeg Willem weer of ik bij zíjn bedrijf wilde werken. Dat heb ik in eerste instantie ook gedaan, maar dat was echt keihard en stressvol werken en in het begin werkte ik toen ook nog eens alleen tegen een reisvergoeding en gratis maaltijden. Het leek wel of iedereen met zijn opdrachten naar ons toe kwam, zoals veel omroepen als de TROS, VPRO, maar ook bedrijven zoals Philips, en zelfs Defensie voor simulatiedorpen, te bouwen in 3D.’

Sfeertekeningen Martin Roodnat

HOE ONDERHIELD JIJ JE IN DIE PERIODE ALS JE  ZO WEINIG VERGOEDING KREEG?

‘Nou, alleen in het begin werd ik zo betaald, maar dat duurde niet zo lang. Ik moest mij gewoon eerst bewijzen en hij had het ook zo door, dat deze vergoeding niet eerlijk was. Na een half jaar kreeg ik ook een goed contract.

HOE VERLIEP HET VERDER NADAT JE WEL EEN CONTRACT HAD GEKREGEN?

Na een paar jaar werden we overgenomen door een bedrijf in Bullewijk in Amsterdam-Zuidoost. Dat bedrijf maakte dia’s voor grote advertenties. In die periode ben ik ook van Arnhem naar Amsterdam verhuisd. Dat was een periode van allemaal zó hard werken, dat ik op een gegeven moment helemaal op was. Ik heb ook eind 1989 ontslag genomen en ben, met wat opgespaard geld, naar Milaan verhuisd.’

 

WAAROM GING JE NADAT JE ONTSLAG HAD GENOMEN NAAR MILAAN? 

‘Ik heb daar in Milaan in eerste instantie vakantie gehouden en uitgerust. Daar heb ik een jaar bij elkaar gewoond. In die tijd ben ik langs allerlei tv-omroepen gegaan en langs computerbedrijven. Uiteindelijk ontmoette ik daar een vrouw, waar ik wat werk voor heb gedaan. Maar het was al met al te weinig om van te leven, want ik moest daar ook de huur van een huis opbrengen. Er kwam dan ook een moment dat al mijn geld gewoon op was. Daarom besloot ik terug te gaan naar Nederland. Al met al was het nog maar een heel korte loopbaan, die ik had afgelegd, maar ik had een gevoel dat ik al eeuwen daarin bezig was. Er was in die korte tijd zoveel gebeurd en had ik al zoveel mee gemaakt.’

 

JE GING IN 1990 WEER TERUG NAAR NEDERLAND, HOE GING HET DAARNA MET JE VERDER?

‘Toen ik eenmaal terug in Nederland was, had ik een oud-collega/vriend, die in Bussum werkte. Dat was een facilitair bedrijf, zoals de NOP, maar wel kleiner. Via hem kreeg ik een baan aangeboden. Zo kwam ik net uit Milaan en had al gelijk weer betaald werk als vormgever. Dat was wel heel fijn. In dat bedrijf maakte ik toen animaties voor tv-programma’s. Zoals bij John de Mol, die toen bijvoorbeeld een spelletjesprogramma had, ‘de 5-Uur Show’, waarin een bekende artiest werd vermomd. Ik deed dan digitaal de vermommingen zoals snorretjes opplakken, pruiken opzetten, brilletjes, enz. In vijf stappen ging daar steeds wat vanaf en zo werd het hele gezicht weer zichtbaar. Dat gebeurde dus allemaal met een computer. Dit is maar een voorbeeld, maar ik heb daar heel veel verschillende opdrachten voor tv gedaan en bij verschillende omroepen, die allemaal hun eigen identiteit uitstraalden, waar je op moest inspelen.’

WAAROM BEN JE DAAR WEER WEGGEGAAN?

‘Na een jaar werd er een nieuwe zender AT5 in Amsterdam opgestart en werd ik gevraagd om daar vormgever te worden om deze omroep op te starten. Daar ben ik toen op ingegaan en heb daar ook acht jaar gewerkt. Bij AT5 heb ik heel veel nieuwsprogramma’s vorm gegeven, commercials uitgewerkt, enz. Daarnaast werkte ik ook al voor de nieuwe zender SBS 6, waar ik de vormgeving opgezet heb, daar kreeg ik dan een soort van bonus voor, want ik werkte officieel voor AT5. Aan het einde van mijn AT5 periode, werd toen ook NH TV opgericht,  daar ben ik ook voor gevraagd om de eerste vormgeving voor te maken. Dat heb ik destijds toen ook gedaan.’

MAAR JE BENT DAN NOG STEEDS IN LOONDIENST AAN HET WERKEN?‘Ja, na acht jaar bij AT5 te hebben gewerkt, vroeg Willem van den Berg mij opnieuw, nadat hij zelf óók weer een ander bedrijf had opgestart, of ik weer bij hem wilde komen werken. Ook dát heb ik weer acht jaar gedaan.’

TOEN KWAM ER HET MOMENT, DAT JE VOOR JEZELF WILDE BEGINNEN?‘Ja, na die acht jaar bij Willem te hebben gewerkt, ben ik eindelijk in 2008 voor mezelf begonnen.’

WAAROM BEN JE TÓEN PAS VOOR JEZELF BEGONNEN?

‘Mijn bezwaar was dat ik constant zo hard moest werken. Ik verdiende wel heel goed, hoor. Maar ik kon er niet meer tegen, al die stress en druk van die opdrachten voor de nationale televisie, alles moest op hoog niveau. Doordat ik vrij snel kon werken, kreeg ik ook heel veel naar mij toegeschoven. Er kwam een moment dat ik dacht: ‘maar dan kan ik het net zo goed voor mezelf proberen. Ik had op dat moment een behoorlijk netwerk opgebouwd. Want al werk je in loondienst in een bedrijf, sommige klanten willen specifiek met jou werken. Deze klanten heb ik dus eigenlijk allemaal meegenomen, dat is dan ook de eerste jaren heel goed gegaan. In die tijd heb ik ook mijn bedrijfsnaam FORSROOD MEDIA DESIGN bedacht. Ik wilde óók juist voor mezelf beginnen om thuis wat meer rust te creëren, maar dat verliep uiteindelijk precies averechts. Er was op dat moment wel een enorme omslag in mijn leven. In 2008 was economisch net een crisis ontstaan, ook thuis liepen er privé dingen niet goed en toch startte ik mijn bedrijf. Dat was allemaal wel heel heftig.’

Martin Roodnat voor North Sea Jazz

TOCH BEN JE ONDANKS AL JE MOEILIJKHEDEN EN DE ECONOMISCHE CRISIS DOORGEGAAN MET HET OPSTARTEN VAN JE BEDRIJF?

‘Ik had allang in de gaten, dat de tv-wereld al een beetje aan het tanen was. Hoewel ik de eerste jaren in mijn bedrijf ook nog wel heel veel voor de NTR heb gedaan. Zo heb ik de tv vormgeving voor het North Sea-Jazz festival, Top 2000, enz. gemaakt. Voor de Top 2000 a gogo heb ik wel vijftien jaar gewerkt. Maar dan komt er een moment, dat zij weer iemand anders voor de vormgeving willen. Zo zijn er heel veel programma’s, waar ik voor werkte, die voor mij weer afliepen. Hoewel ik met heel veel bekende regisseurs heb samen gewerkt in het begin van mijn bedrijf, is dat geen garantie. Nu doe ik bijvoorbeeld nauwelijks iets meer voor de televisie. Maar de eerste jaren liep het allemaal als een trein.’

WAT DENK JIJ DAT DE REDEN IS, DAT HET WERK VOOR JOU IN DE TV-WERELD ZO IS ‘OPGEDROOGD’?

‘Dat komt door de komst van het internet, dat zag ik allang aankomen. Als je nu kijkt naar de tv-vormgeving, dan zie je bij de commerciële omroepen nog wel wat vormgeving, ook bij de VPRO doen ze nog mooie dingen. Maar bij de rest is het allemaal zo ingekrompen. Het accent ligt steeds meer bij het internet.’

WAAR BESTAAN JOUW OPDRACHTEN DAN NU VOORNAMELIJK UIT?

‘Ik heb heel veel animatiefilmpjes gemaakt voor diverse bedrijven en instanties. Zo had ik bijvoorbeeld een contract met een productiemaatschappij, die weer een contract had met de overheid. Daar maakte ik bijvoorbeeld uitleg-animaties voor, bijvoorbeeld als je bij de apotheek i.p.v. een bijsluiter een link krijgt voor een uitleg-filmpje, hoe je een medicijn moet gebruiken. Ook voor de Marine heb ik uitleg-animatiefilmpjes gemaakt, over bijvoorbeeld een probleem, dat zich voor deed in een opleidingskazerne, waar veel geweld werd gebruikt en veel drankmisbruik was. In dat filmpje liet ik dan zien, wat er gebeurt en hoe bepaalde misstanden opgelost moeten worden. Dat was best moedig van Defensie om zulke filmpjes te laten maken. Je werkt dan altijd met een producent en voor de rest is het zo duidelijk mogelijk uitvoeren en in beeld brengen van de opdracht. Dat gaat allemaal met de computer, tekenen op papier is er echt niet meer bij. Dat doe ik nog wel om te schetsen. 

HEB JE EEN VOORBEELD, HOE DAT WERKTE MET DEFENSIE?

Zo was ik op een gegeven moment voor een opdracht uitgenodigd bij Defensie, die zelf trouwens ook een eigen ontwerpafdeling hebben. Het was een opdracht, voor een persconferentie, die internationaal zou worden uitgezonden. Het onderwerp was het verhaal van de gijzeling bij de Punt in 1977.

Ik moest deze gijzeling, maar ook de ontknoping, compleet in animatiefilm uit gaan leggen. Ik zou de supervisie doen en het hele project begeleiden met de afdeling van de Landmacht. Al heel snel kwam die afdeling met de mededeling, dat zij daar geen tijd voor hadden. Zij hadden het veel te druk met andere opdrachten. Het bleek dat die persconferentie al over drie/vier weken was en er moest een animatiefilm worden gemaakt van wel 5 à 6 minuten. Vervolgens werd er toen aan mij gevraagd of ik alles op mij wilde nemen. Met wat steun van een paar vrienden-collega’s is het mij in een enorme stressvolle periode op het nippertje gelukt. Maar daarna was ik echt helemaal op. Het was een heel belangrijke opdracht en het werd ook in allerlei internationale kranten, met mijn film op de achtergrond afgebeeld, verspreid. De film was helemaal in 3D en dat is heel wat rekenwerk. Deze opdracht heb ik uiteindelijk bijna helemaal alleen gedaan, eigenlijk op het renderen na. Renderen heb ik uiteindelijk, op aanraden van een vriend, aan een bedrijf in Frankfurt uit handen gegeven. Renderen is het inkleuren van de beeldjes en ook dat is zeer tijdrovend. Precies op de laatste dag was het klaar.’

JE TEKENT DUS NOOIT MEER MET POTLOOD EN PAPIER?

‘Jawel (zie boven) ik heb zelfs nu weer geïnvesteerd in een heel mooi tekentablet, iets wat ik al jaren wilde aanschaffen. Dat is een soort monitor, waarop je tekent op een scherm, maar de accuratesse van dit tablet is simultaan. Dat waren deze tablets vroeger nog helemaal niet. Nu lijkt het net of je gewoon op papier tekent. Het kent geen vertraging meer. Je kan er zelfs op aquarelleren. Gewoon waanzinnig. Alles wat ik nu nog investeer, is volledig gericht op het maken van animatiefilmpjes en illustraties. Eigenlijk wil ik zelfs het liefst terug naar het maken van illustraties. Dat vind ik het allerleukste.’

Aquarel

HOE GA JE OM MET OPDRACHTEN, WAAR JIJ EIGENLIJK EEN HEEL ANDER IDEE BIJ HEBT?

‘Daar heb ik best wel last van dan, dat frustreert toch wel in je werk. Ik maak dan net geen ruzie met de producent. Meestal bied ik veel stijlen aan, die allemaal afwijken van de doorsnee visies, maar dat puur omdat ik dat dan zelf zo wil doorzetten. Uiteindelijk snij je jezelf daarmee in de vingers. Zo’n contract bijvoorbeeld bij de overheid bestaat vaak uit een pitch, dan let je echt wel op wat je pitched. In die tijd, dat ik daar aan meedeed, waren er zeven productiemaatschappijen, die vergunning kregen om filmpjes voor Defensie te maken. Dat betekende dat ik met zeven concurrenten een opdracht moest zien binnen te halen. Zo’n pitch maken kost ongeveer drie dagen werk en zeven à acht van de tien opdrachten gingen voor mij niet door. Als je dan alles aan uren werk optelt, heb je een complete maand voor niets gewerkt. Daar moet je tegen kunnen. Maar haal je zo’n opdracht binnen, dan is het ook heel belangrijk voor je naam.’ 

HOE BEN JIJ AAN JE OPDRACHTEN GEKOMEN, HOE WERKT DAT VOOR JOU?

‘Ik heb nog nooit aan acquisitie gedaan. Altijd kwam er wel weer wat op mij af. Maar nu zijn er wel een aantal takken verdwenen, zoals bij de tv-wereld. Ik werkte voornamelijk voor de muziek- en cultuurrichting voor tv. Ook raken mensen uit je netwerk uit beeld, doordat zij bijvoorbeeld een andere job aangaan, of om wat voor een reden dan ook. Op dit moment zit ik in een overgangsperiode, doordat ik net mijn huis in Amsterdam heb verkocht. Door de verkoop kon ik mijn hypotheek weer wat ophogen en zo een nieuwe computer en dat nieuwe tablet aanschaffen, die ik heel hard nodig had. Zo’n computer, die ik net gekocht heb, is eigenlijk geen computer meer maar een workstation. Deze workstations zijn zó zwaar, omdat zij ook moeten kunnen werken met video’s. Zo wilde ik ook die overgang van mijn oude werk- en woonplek naar hier even zien te overleven. Daar ben ik nu bijna klaar mee en ben voldoende gesetteld om weer nieuwe plannen te gaan maken. Dat betekent dat ik gewoon weer op pad ga voor werk en mij vooral op die uitlegfilmpjes ga toeleggen.’

WAAROM HEBBEN DIE UITLEG-VIDEO’S JUIST JOUW VOORKEUR, OM DAARMEE DOOR TE WILLEN GAAN?

‘Dat vind ik vreselijk leuk om te doen. Dit werk doe ik ook pas een paar jaar, voor mijn gevoel ben ik hier pas mee begonnen. Het is dus ook nieuw voor mij. Ik kende het wel al, want op de kunstacademie had ik ook al filmpjes gemaakt voor o.a. Sesamstraat, het NCRV programma ‘Ja, Natuurlijk’, enz. Maar juist die raakpunten tussen illustratie en animatie, wat ik op de academie zo heb gedaan, daar wil ik weer naar terug. Ik heb nu nog een klein netwerkje van producenten, waar ik iets voor doe, maar dat wil ik verder gaan uitbreiden. Wat ik ernaast nog veel doe, zijn festivals, zoals het Kwaku Summer Festival en het Keti Koti festival. Daar ben ik ook erg trots op. Ik maak namelijk daarvoor echt alles, de posters, vormgeving van de website, eventueel de filmpjes voor Facebook, Instagram, grote billboards, de entreekaartjes, de bewegwijzering, enz. Op het terrein van Kwaku heb ik echt alles wat je ziet, vormgegeven.’

Martin Roodnat verzorgt complete vormgeving voor diverse festivals

HET BETEKENT DAT JIJ DUS STEEDS MEE MOET GAAN MET AL DIE VERANDERINGEN BINNEN DE MEDIAWERELD?

‘Ja, dat moet je zeker. In de tijd dat ik nog in Hilversum werkte, zag ik voor het eerst in mijn leven een grafische computer. Dat was sowieso de eerste in Nederland. Ik werd daar gewoon achter de computer gezet en mocht het zelf gaan uitzoeken en ervaren hoe het allemaal werkte. Zo heb ik deze ontwikkelingen voor een groot deel mezelf eigen gemaakt. Door het gewoon te doen, maar er zaten ook wel enorme dikke boeken bij... Wat ook heel erg in deze wereld is veranderd, is de manier van werken. Als er tegenwoordig computeranimatieproducties gemaakt worden, dan zijn er mensen die de modellen bouwen, karakters/poppetjes/dieren maken, de bones uitwerken, die de shading doen, enz. Het is nu helemaal gespecialiseerd, maar dan werken deze mensen wel ook bij de grote producties en films. Wat een voordeel en een nadeel is, is dat ik door mijn opleiding in die computeranimaties een soort allrounder ben geworden. Wat ik aan het doen ben aan 3D-werk is eigenlijk heel simpel. Ik kan tekenen met beweging, vorm, kleur in ontwerp, maar het moet niet te ingewikkeld worden, juist omdat ik niet gespecialiseerd ben. Het blijven in verhouding simpele beelden. Maar dat is voor animatiefilmpjes juist goed, dan leidt het niet af van de inhoud van het verhaal. Het is nu  een compleet andere wereld geworden, waar ik heel duidelijk mijn plaats in zie. Zo ga ik ervan uit dat ik met mijn nieuwe investeringen nog heel lang kan doorwerken, gewoon omdat ik de behoefte heb mij nog steeds uit te drukken als vormgever, illustrator, animator en als kunstenaar. Dat zit gewoon heel diep bij mij in het bloed.’

MARTIN ROODNAT: ADVIES VOOR STARTERS:      

Blijf op de hoogte van ontwikkelingen door in contact te blijven met   

concullega's! 

  • Voel je wel zeker genoeg om de stap als zelfstandig ondernemer te zetten. Weet zeker, waar je goed in bent en vertrouw daarop. Het is een behoorlijke stap om van een veilige haven in het diepe te springen. Zo had ik een beter inkomen in loondienst dan nu, maar toch kies ik voor die vrijheid en kan nu zelf bepalen hoe ik mijn werk indeel. Met minder geld kan je ook goed leven.
  • Zo heb ik nu als zelfstandige minder stress en werkdruk. Het is mij gebleken dat ik bij te hoge werkdruk geen plezier meer had in mijn werk.
  • Je moet beseffen dat je met bepaalde veranderingen niet echt rekening kan houden, want ze dienen zich gewoon opeens aan. Dat valt niet altijd te voorzien of te overzien. Zo heb ik wel aangevoeld dat de tv-wereld in elkaar zakte. Ik ging ervan uit dat de opdrachten gecompenseerd zouden worden door internet of zoiets, maar dat bleek helemaal niet zo te werken. Daar zijn ook veel opdrachten, maar het is een compleet andere wereld.
  • Je moet je heel goed focussen, wat je nu wilt met je bedrijf.
  • Zo is er nu veel meer vraag naar specialisaties en veel minder naar allrounders in mijn wereld. Dit zijn dingen waarop je moet letten.

MARTIN ROODNAT

Vormgever, Illustrator, Animator

FORSROOD MEDIA DESIGN –

Bijlmerdreef 979

1103 TW AMSTERDAM

T: 06-41386174

E: martin [at] forsrood.com

W: www.forsrood.com

 

 

 

 

INTERVIEW met Renée Hilverdink, mede-eigenaar, directeur, NLP-trainer en trauma-therapeut

INTERVIEW met Renée Hilverdink, mede-eigenaar, directeur, NLP-trainer en trauma-therapeut

Voor mij was de ommekeer in mijn ondernemerschap gebaseerd op:

weten wat ik wil,

weten wat mijn passie is,

weten wat ik kan,

en dat aan zo veel mogelijk mensen vertellen

 en durven te investeren in jezelf in tijd en geld.

Renée Hilverdink (1965), is mede-eigenaar en directeur bij trainingsinstituut De eerste verdieping opleidingen, en gecertificeerd NLP-trainer, trauma-therapeut, coach en opleidingsadviseur. Ze geeft veel verschillende soorten opleidingen op het gebied van persoonlijke ontwikkeling en ze leidt ook trainers en coaches op. Soms als hoofdtrainer en soms juist als specialist in een training. Zij is iemand die heel graag meedenkt waar het bij jou om gaat en welke training het beste bij je past. Wat in het verhaal opvalt is hoe Renée toegewijd is aan de mensen die ze traint. Bij aanvraag voor een training puzzelt zij graag met je mee om uit te zoeken waar het bij jou echt om gaat en welke training het best bij jou past.

Opvallend is de wending die Renée Hilverdink midden in haar werkzame leven heeft ondergaan. Ze heeft een carrière-switch gemaakt van een succesvolle verander-manager in het bedrijfsleven, o.a. bij grote organisaties zoals bij KPN, naar trainer/coach/therapeut, waarin zij van binnenuit herkende hoe het is voor mensen die vastlopen in hún leven/werk. Voor Renée kan hulp ook alleen maar echt werken, als je het zelf kent en hebt doorgemaakt. Daar ligt haar kracht met wat zij nu doet. Zo zet zij met een open hart, veel liefde, professionaliteit én levenservaring in diep respect voor ieders verhaal en leerproces haar trainingen neer.

WAT IS JOUW VOOROPLEIDING?

‘Ooit heb ik HEAO bedrijfskundige informatica gedaan. Daardoor kwam ik in eerste instantie in de informaticawereld terecht. Daar heb ik overigens nooit technisch werk in gedaan, maar ik zat eigenlijk vanaf het begin in het commerciële werkveld. Dat werk bestond voornamelijk uit de verkoop van softwarepakketten. Door deze functie ben ik ook bij KPN binnengekomen, waar ik voornamelijk verschillende soorten (verander)management heb gedaan.’

JE WAS IN EERSTE INSTANTIE HELEMAAL GEEN TRAINER/COACH, MAAR MANAGER IN GROTE BEDRIJVEN?

‘Ja, klopt, ik heb 18 jaar in het bedrijfsleven gewerkt, waarvan een groot deel als manager bij grote instanties, zoals bij KPN. Binnen deze organisaties heb ik heel veel verschillende werkzaamheden gedaan. Bij KPN heb ik bijvoorbeeld de laatste 12 jaar gewerkt en daar was ik vooral (verander)manager bij allerlei verschillende afdelingen. Dat betekende dat ik naast mijn manager-taken ook cultuurverandering binnen een afdeling moest zien te bewerkstelligen, zoals bijvoorbeeld beter samenwerken. Daardoor kwam ik op veel verschillende afdelingen en expertises terecht. Maar dat zorgde er ook voor dat ik op een gegeven moment dacht: ‘waar ben ik nu eigenlijk van?” Als je zowel op sales-, marketing-, business- development- of zelf operationele technische afdelingen hebt gewerkt, dan is dat wel heel divers en ben je nergens specialist in.’

WAAROM VERTEL JIJ DIT MIJ NU ZO?

De reden dat ik dit zo vertel is, dat eigenlijk de meeste mensen vaak wel ergens een expert in zijn, zoals een marketingexpert, een technische expert of goed kunnen schrijven, of wat dan ook. Maar na een jaar op een bepaalde afdeling gewerkt te hebben, verveelde ik mij altijd alweer heel snel. Dan ging ik ook weer op zoek naar iets nieuws en dat vond ik ook altijd wel weer, maar daardoor specialiseerde ik mij nooit echt in iets. Daar was ik in die tijd ook best onzeker over. En vroeg ik mezelf af: “wat kan IK nu eigenlijk?” Deze vraag is voor mij heel cruciaal geworden.’

HEB JE DAAR OOK CONCLUSIES UIT GETROKKEN, DAT JE GEEN ECHTE SPECIALITEITEN HAD?

‘Nou niet bewust maar achteraf wel. Zo ben ik in 2005 bij toeval (ik wilde leren over gedrag en verandering bij mensen) in een NLP-training terecht gekomen. NLP is een methodiek om je gedrag, je functioneren, e.d. te leren begrijpen en te kijken hoe je zelf ‘werkt’, wat je eigen gebruiksaanwijzing is. Toen ik deze training had gedaan, wist ik direct, hé dat wat die trainer doet, dat vind ik nou echt leuk, dat wil ik ook gaan doen. In feite was ik al bezig in mijn huidige werk aan de ‘zachte kant’ van de organisatie. Dat houdt in, dat ik al veel bezig was met de menselijke kant van organisaties, bijvoorbeeld hoe je samenwerkt, hoe je communiceert met elkaar, wat is eigenlijk de bedrijfscultuur en hoe doen we de dingen, waarom en op welke wijze? Maar wil je dit soort dingen wijzigen in organisaties, dan moet je  de mensen wel meekrijgen. Alleen een mooi uitgewerkt plan is te weinig, dan gebeurt er vervolgens nog niets. Hoewel ik mijn hele carrière al met menselijke veranderingen en gedrag bezig was, had ik soms het gevoel dat ik er niet voldoende van wist. Voor mijn gevoel deed ik soms maar wat. Dus kwam er een moment dat ik dacht, ik ga er meer over leren. Zo kwam ik bij een 4-daagse training NLP en management uit. Ik koos toen voor de korte training van 4 dagen omdat ik door mijn ontzettend drukke baan en leven het idee had dat ik de basisopleiding van 15 dagen niet kon doen. Hoewel een collega toen zei:  ‘doe nu maar die uitgebreide versie want na die 4 dagen wil je toch verder´. Maar ik was toen heel eigenwijs. Nog steeds trouwens. Maar hij heeft wel gelijk gekregen, ik wist na die 4 dagen niet hoe snel ik me moest inschrijven voor de NLP Practitioner basis opleiding van 15 dagen.’

WAT GEBEURDE ER VOOR JOU BIJ DIE ZOEKTOCHT BIJ DE NLP-TRAINING?

‘Het eerste aspect binnen deze training was dat ik na één dag dacht: “Oh, deze training gaat alleen maar over mij en over hoe ik werk. Het ging helemaal niet zo zeer over hoe anderen werken. Maar dat bleek natuurlijk wel de manier om iets te leren over anderen. Juist door eerst iets over jezelf te leren, kun pas goed naar andere mensen kijken, want als je niet eens weet, hoe jezelf in elkaar zit, hoe kan je dan iets herkennen bij anderen? Dat deed mij heel veel en dat was voor mij heel welkom. Ik voelde mij daarvoor af en toe als een hoop puzzelstukjes van een puzzel van 1000 stukjes met heel veel blauwe lucht. Ik wilde wel iets veranderen aan dat harde werken en mijn onzekerheden, maar ik wist helemaal niet hoe. Binnen één dag had ik door NLP al de eerste puzzelstukjes gevonden! Hoewel het leek dat de training alleen maar over mijzelf ging, kon ik hier heel veel mee en juist ook naar de anderen toe. Niet alleen als manager maar ook bijvoorbeeld als moeder en hoe ik mijn leven indeelde. 

Het tweede aspect van de training was mijn fascinatie voor de trainer. Dat was het gedeelte dat er een vonk bij mij oversloeg: wat de trainer aan het doen was en hoe hij met een groep mensen bezig was en hun innerlijke processen. Processen in de zin van: ‘hoe werk je nou als mens´, om van daaruit dan weer iets te leren. Dát was wat ik wilde gaan doen, dat is wat ik echt leuk vond. Bij deze training kwam ik tot het inzicht hoe ik heel gericht op mensen ben en hoe het altijd een rode draad in mijn carrière was geweest. Iets wat ik daarvoor nog nooit zo helder had gezien. Dat was voor mij een echte eye-opener. Ik overzag in één keer die 18 jaar daarvoor van mijn carrière. Alles wat ik daarvoor had gedaan, kende maar één wezenlijke reden en dat was dat ik mensen, hun gedrag en hoe ze zich ontwikkelen en groeien zo leuk vond. Tijdens deze training kwam ik er ook achter dat ik daar ook wel op een natuurlijke manier de skills voor had. Dat moment werd een keerpunt in mijn leven.’

Renée Hilverdink Coachen met impact

WAAR BESTOND DAT NIEUWE INZICHT OVER JE VERDERE CARRIÈRE UIT?

‘Tijdens die training kwam ik erachter, dat dit gewoon mijn pad was, groei en ontwikkeling van mensen.  En daarnaast ging de training ook nog eens over mezelf en leerde ik mooie nieuwe dingen die ik direct kon toepassen in mijn leven en werk. Over hoe ik functioneerde en vooral waarom. Alle vaste patronen in mijn leven ging ik herkennen, en welke niet of juist wel werkten. Dus ben ik na de 15-daagse basis opleiding NLP Practitioner ook het vervolg gaan doen: de NLP Master Practitioner en daarna de trainer en coach opleidingen. En ben ik mij in die ruim 10 jaar daarna alleen maar verder gaan ontwikkelen als professional op dit gebied en ben ik naast trainer ook trauma-therapeut. In dat prille begin dat ik NLP aan het doen was, viel ik uit mijn bestaande werkproces, omdat ik voor een rugtherapie thuis moest zijn, zowel omdat ik rust moest houden en de therapie nogal wat tijd per dag kostte. Deze therapie duurde ook een aantal maanden. In die tijd besloot ik om een duidelijke keuze te maken voor de rest van mijn leven. Ik wilde trainer worden, dat was duidelijk.’

JIJ HAD JE KEUZE VAN EEN NIEUWE CARRIÈRE GEMAAKT, HOE VERLIEP DAT?

‘Ik wist al dat ik niet als trainer binnen de organisatie waar ik werkte, kon beginnen. Zij hadden geen eigen trainers in dienst. De gedachte was: “ga ik ZZP-er worden of niet? Als ik in één klap ZZP-er en trainer word, dan begin ik wel weer bij nul.....” In feite zat ik op dat moment nog letterlijk in een gouden kooi met mijn huidige baan, lease-auto, salaris, bonus, aandelen, etc. Die keuze was spannend, maar wel heel helder. Ik had besloten dat ik alleen nog maar wilde werken, iets doen, dat ik ontzettend gaaf en leuk vond, waar ik passie voor voelde. Dat was een heel diep besluit vanuit mijn hart en ik wilde niet meer voor minder gaan. Dus nam ik ontslag bij KPN, gaf ik al mijn prachtige goodies op en begon ik in 2008 een eigen ZZP-bedrijf, bij nul.’

JE BEGON NU ALLES ACHTER JE TE LATEN OM EEN EIGEN BEDRIJF ALS TRAINER-COACH TE STARTEN?

‘Ja, vanaf augustus 2008 startte ik mijn eigen bedrijf. Ik was al bij de Kamer van Koophandel geweest en was druk met mijn website toen de hele economie instortte. Ik had het contract met KPN al ontbonden en kon niet meer terug. Iedereen om mij heen vroeg zich af of het wel verstandig was, om nu als ZZP-er te beginnen. Maar ik was ervan overtuigd dat het ging lukken. Hoewel ik het ook best spannend vond. Ik wist wat ik kon en waarin ik echt wilde werken. Ik had bij mijn toenmalige NLP-trainer advies gevraagd hoe je een ondernemingsplan moest maken en dat soort dingen. Hij gaf mij een simpel advies: doe het niet maar weet wat je wil, weet wat je kan, weet wat je passie is en vertel het aan zoveel mogelijk mensen. That’s it. Voor de rest was het simpel om als ZZP-er te starten, ik had geen lening nodig en ik had een buffer. Mocht het binnen een jaar niet lukken, dan zou ik weer gewoon in loondienst gaan werken. De grap was dat het inmiddels wel crisis was.... maar daar maakte ik me niet druk om.’

JE WAS NU OFFICIEEL ZZP-ER EN HOE VERLIEP DAT BIJ JOU VERDER?

‘Ik begon met netwerken en vroeg mij af: waar kennen mensen mij van en wat is mijn werkervaring. Toen ik begon, kenden ze me nog niet als trainer/coach. Mijn ervaringen lagen bij het (verander)management, daar kenden mensen mij van. Zo ben ik op dat gebied via via opdrachten gaan doen, bijvoorbeeld organisatieadvies en verandermanagement. Op die manier groeide mijn netwerk verder en kreeg ik ook training en coaching opdrachten. Zo breidde ik mijn ervaring steeds verder uit en binnen een half jaar had ik financieel mijn doelstelling al gehaald. Daar had ik overigens wel een hele bewuste keuze in gemaakt, ik hoefde niet meer zoveel te verdienen als bij KPN.’

MET ANDERE WOORDEN: JIJ HEBT ECHT IN JE CARRIÈRE JE VERLEDEN LOSGELATEN?

‘Ja, en ik had ook bewust berekend wat ik wilde verdienen en wat ik nodig had. Het voordeel was wel, doordat ik 18 jaar in het bedrijfsleven had gewerkt, dat ik veel mensen kende bij organisaties. Zo heb ik zelfs nog bij de KPN trainingen gedaan. En daarnaast bij andere organisaties en via trainingsbureaus ben ik aan opdrachten gekomen.’

HOE RICHT JIJ JE AFSPRAKEN IN, HOE WERKT DAT?

‘ Ik vond de afwisseling heerlijk. Als coach is het elke keer weer een nieuwe coach-klant en werkte ik één op één met ongeveer 8 sessies over een periode verspreid. Als trainer werkte ik met een groep, soms 1 dag, soms een hele periode. Die afwisseling vond ik heel erg leuk. Hierdoor kon ik ook mijn omzet spreiden. Bij een trainingsopdracht verdiende ik in één keer wat meer geld, als het meerdaagse trainingen waren. En mijn opdrachten liepen goed’.

JE OPDRACHTEN LIEPEN GOED, WAT DEED JE DAARVOOR AAN ACQUISITIE?

‘Ja, ik heb ook zeker acquisitie gedaan. In die tijd was social media nog helemaal niet zo hot. Dus het meeste ging via directe contacten en gesprekken. Aan dit soort acquisitie besteedde ik ook echt veel tijd. En ook aan de bureaus die mij inhuurden, bijvoorbeeld door naar hun avondbijeenkomsten te gaan, extra dingen voor hen te doen, zonder dat je er direct geld voor vraagt. Daarin dus ook letterlijk investeren.’

JE DOELSTELLING, WAT JE ÉCHT WILDE DOEN LAG NOG EEN STUKJE VERDER....

‘Ja, uiteindelijk was mijn allergrootste verlangen als NLP-trainer om NLP practitioner opleidingen te geven. Dat is die 15-daagse basis NLP training waar ik zelf ook mee was begonnen. Om zo’n training te ver-markten en te organiseren is veel werk. Je hebt bijvoorbeeld niet zomaar 20 tot 30 man bij elkaar om een groep te starten. Het zijn open inschrijvingen en mensen moeten daarvoor bij jou komen. Dat is heel wat anders als een maatwerktraining voor een bedrijf. Dan heb je maar met één bedrijf te maken. Daarom besloot ik mij aan te sluiten bij een groter trainingsinstituut als vaste trainer/ ZZP-er. Ik ben toen in mijn netwerk gaan rondshoppen. Ik kende inmiddels al een beetje dat werkveld, doordat ikzelf trainingen had gevolgd en zo mensen heb leren kennen. Zo bleek er steeds weer eenzelfde trainingsinstituut op mijn pad te komen, ‘De Eerste Verdieping opleidingen’. Ik maakte met Cathelijne Wildervanck contact, waar ik ooit samen een training mee had gevolgd. Op 4 januari 2011 kwam ik bij haar op bezoek en er bleek een enorme klik te zijn tussen ons, we konden het heel goed vinden met elkaar.’

Cathelijne Wildervanck

WAT ONTSTOND ER UIT DE ONTMOETING MET CATHELIJNE WILDERVANCK VAN HET INSTITUUT ‘DE  EERSTE VERDIEPING OPLEIDINGEN’?

‘In dit werkveld is het niet zo dat als je als NLP-trainer een NLP Practitioner wil geven bij een trainingsinstituut dat je maar even solliciteert en hem dan kan gaan doen. Zo werkt het niet. Je hebt een relatie op te bouwen, te onderzoeken of je bij het team past en het instituut. Deze trainingen zijn heel persoonlijk en gaan veel verder dan alleen wat skills hebben, je brengt ook echt jezelf in. Deze mogelijkheden liggen niet op straat. Ik had wel al mijn verlangen om zulke trainingen te geven met haar besproken en begreep ook dat ik niet na 1 gesprek een training kon komen doen. Dus heb ik weer geïnvesteerd (in tijd) en ben ik onbezoldigd een van hun trainingen gaan assisteren (soort stage), ondanks dat ik dat ergens anders al 2 jaar had gedaan en al best wat trainerservaring had opgedaan. Binnen een jaar had ik daar mijn eerste opdracht om een NLP Practitioner opleiding te geven en was ik daar als zzp-er vaste trainer. En ben ik steeds meer werk voor dit instituut gaan doen.’

Richard Spek

NU BLIJK JEZELF MEDE-EIGENAAR TE ZIJN VAN HET INSTITUUT DE EERSTE VERDIEPING OPLEIDINGEN, HOE IS DAT VERLOPEN?

‘Begin 2015, nadat ik 4 jaar volop als vaste trainer had gewerkt, vroegen Cathelijne en Richard mij of ik als mede-eigenaar bij dit bedrijf wilde komen werken. Hun reden was, dat zij al 10 jaar hun bedrijf hadden gerund en al hun trucjes, ideeën en noem maar op hadden uitgevoerd en nu voelden zij dat zij iemand nodig hadden om dit bedrijf verder te krijgen. Bij deze uitnodiging kon ik vanuit mijn hart meteen JA zeggen. Na een onderhandelingsperiode ben ik toen mede-eigenaar van het bedrijf geworden. Wij zijn nu een driemanschap. Daar geef ik tot op zekere hoogte wel mijn vrijheid weer mee op als ZZP-er. Ik gaf mijn zzp-vrijheid op en kreeg weer verantwoordelijkheden die ik als manager ook kende. Dat houdt in dat ik nu meedenk en besluit: van welke wc-rol tot strategische vragen, zoals de vraag `waar willen wij over x jaar staan als bedrijf, en alles wat ertussen zit`. Als instituut leren wij mensen hoe ze bij hun mogelijkheden komen in plaats van te leven vanuit beperkingen, en hoe ze datgene kunnen doen in hun leven waar hun hart echt sneller van gaat kloppen, elke dag. Als directie houden we ons ook daaraan, dus steeds weer kijken: doen we nog de dingen waar ons hart een sprongetje van maakt, individueel en als bedrijf? Daardoor is mijn gevoel voor vrijheid er nog steeds.’

HOE HEBBEN JULLIE DIT DRIEMANSCHAP INGERICHT?

‘We zijn alle drie voor een-derde eigenaar, dat voelt het meest gelijkwaardig. Ieder heeft zo z’n specialiteiten en we vullen elkaar enorm aan. Eigenlijk wordt in deze huidige positie mijn ervaring uit het verleden als manager en mijn huidige ervaring als trainer heel mooi verenigd. Deze afwisseling vind ik ook heerlijk. En ik blijf elke dag waakzaam, doe ik de dingen die kloppen, word ik er echt blij van?

RENÉE HILVERDINKS VISIE:

‘Ik zou het eerder missie willen noemen, wat mij drijft is om met dit instituut en persoonlijk in mijn eigen trainingen, mensen weer bij hun prachtige mogelijkheden te laten komen. Ik zie zo vaak dat mensen zichzelf beperken. Je kan elke dag een nieuwe beslissing nemen, als je maar door je vastgeroeste patronen heen kunt breken. En het goede nieuws is dat je dat kunt leren. Mijn bijdrage is dan dat mensen meer liefde, vreugde, gezondheid, inzicht en energie uit hun leven kunnen halen. En dat dáárdoor de wereld weer een klein stukje mooier wordt. Dit natuurlijk binnen de reikwijdte die ik heb. Ik voel vanuit heel diep in mijn hart dat dit werk bijzonder mooi is.’ 

 

RENÉE HILVERDINK

Mede-eigenaar, Directeur, NLP-trainer en Trauma-therapeut

De eerste verdieping opleidingen 

Achterom 78

2611 PS Delft

Telefoon: 015-21 25 125

Email: info [at] 1e-verdieping.nl

Website: www.1e-verdieping.nl

 

 

Pagina's